GEMEENTERAAD.
- Zitting van 26 October 1905 p. 292 - 296
X.
Het voorstel tot het nemen eener beslissing omtrent den aanleg langs de
westzijqe van den Heemraadsingel en in beginsel tot verkoop aan den heer L.
J. C. J. van Ravesteijn van een terrein op den hoek van de Mathenesserlaan
en den Heemraadsingel. (Verz. No. 59; Verg. van 21 9ept. 1905, No.
29).
De
beraadslaging wordt geopend.
De
heer Droogleever Fortuyn. Mijnheer de Voorzitter! Ik heb eene bedenking
over dit voorstel en ben bereid die aan den Raad mede te deelen, maar met het
oog op de begrooting, waarvan de behandeling wel eenigen tijd zal duren, zou ik
willen vragen, of dit voorstel niet voor uitstel vatbaar is.
De
heer Hudig. Ik zou dat uitstel nog al bedenkelijk vinden door den loop,
dien deze zaak heeft genomen, is de aanvrage van Notaris van Ravesteijn
geruimen tijd blijven liggen en het gaat niet aan hiermede nog langer te
wachten.
Het
eenige argument voor uitstel is de omstandigheid, dat er heden zoo veel te doen
is; dit kan, dunkt mij, voor de sprekers alleen een aanleiding wezen om zoo
kort mogelijk te zijn.
De
Voorzitter. Ook mijnerzijds meen ik, dat het beter is deze zaak af te
doen. Mij dunkt, zij kan zeker aanleiding geven tot verschil van meening, maar
de leden hebben ongetwijfeld tijd en voorlichting genoeg gehad om hun oordeel
over dit voorstel te vestigen.
Indien
er dus geen ander overwegend bezwaar tegen bestaat, zou ik den heer Droogleever
Fortuyn willen verzoeken, zijne bedenkingen tegen het voorstel te willen
mededeelen.
De
heer Droogleever Fortuyn. Mijnheer de
Voorzitter! Ik heb ernstig bezwaar tegen het voorstel van Burg. en Weth. om in
beginsel te besluiten, dat voor het geheele verdere gedeelte van den
Heemraadsingel benoorden de Mathenesserlaan zal worden aangehouden de op het
ontwerp-uitbreidingsplan aangegeven breede aanleg, welk bezwaar door het nadere
rapport van den Directeur der Gemeentewerken niet is opgeheven. De
Directeur voert ter verdediging van zijn plan aan, dat, hoe fraai het geheel van
Eendrachtsweg en Westersingel zijn moge, die aanleg niet ruim genoeg is; dat op
den Eendrachtsweg nauwelijks plaats is voor een dubbel spoor, dat hij bij het
opmaken van het plan van den Heemraadsingel gemeend heeft den aanleg van den
Eendrachtsweg te moeten combineeren met dien, welken men b. v. langs het
Bezuidenhout te 's-Gravenhage vindt, en dat door het uitsparen van eene 20 M.
breede strook plantsoen en eene tweede 12 1/2 M.
breede straat slechts eene schijnbare bezuiniging zou verkregen worden.
Mijnheer
de Voorzitter! Ik deel de bewondering van den Directeur voor den aanleg van den
Eendrachtsweg en Westersingel en ik voeg er bij voor de zorg, die aan de
grasgazons hier en op andere plaatsen besteed wordt en voor de versiering dier
gazons met bloemperken, die getuigt van den goeden smaak van hem, die met het
beheer der plantsoenen belast is. Ik zal dan ook gaarne medewerken om een
dergelijken fraaien toestand aan den Heemraadsingel in het leven te roepen en
wel zoo dat aan de eischen van het verkeer wordt voldaan en in het oog houdende
dat de Heemraadsingel W.Z., zoo als de Directeur terecht opmerkt, niet voor
villa-bouw is aangewezen.
Waar
de Directeur van gemeentewerken zegt, dat hij bij het opmaken van zijn plan den aanleg van den Eendrachtsweg met
dien langs het Bezuidenhout vereenigd heeft, moet ik
er op wijzen, dat, indien de rooiing, door de Commissie voor de financiën
voorgesteld, wordt aangenomen, de afstand tusschen de huizen aan beide zijden
van den Heemraadsingel nog bedraagt 82 1/2 M., tegen circa 25 M. tusschen de huizen aan
weerszijden van het Bezuidenhout, en dat dan aan den Heemraadsingel W.Z.
wordt aangelegd een verkeersweg breed 25 M. en langs beide zijden der
Singelwetering de door den Directeur voorgestelde grasgazons. Aan het verlangen,
om, met het,oog op het toenemend verkeer en de tramsporen, den aanleg breeder
op te vatten dan aan Westersingel en Eendrachtsweg, wordt dan ook in ruime mate
voldaan; de verkeersweg verkrijgt dan toch nagenoeg de
breedte van het plantsoen en de beide wegen, waaruit het Bezuidenhout bestaat,
en is 5 M. breeder dan b.v.b. de Witte de Withstraat. Indien van de straat
wordt afgenomen langs de huizen een 5
M. breed trottoir en, waar zich langs het gazon aan den Eendrachtsweg geen
trottoir bevindt, langs het gazon een 3 M. breed trottoir, dan blijft een
rijweg over van 17 M., dus ruim
voldoende voor dubbel tramspoor en 2 rijtuigen daarnevens. Ik zal de
bewering van den Directeur dat de voorgestelde plantsoen-aanleg het riante
uitzicht van den Heemraadsingel zou bevorderen niet tegenspreken en durf zelfs
beweren, dat dit in verhoogde mate het geval zou zijn, als het plantsoen
tweemaal zoo breed werd aangelegd als de Directeur voorstelt. Mocht het dus
waar zijn, dat de bezuiniging, die de Commissie voor de financiën voorstelt,
slechts schijnbaar zou bestaan, dan ware die zeker verwerpelijk. Het kan,
mijnheer de Voorzitter, naar ik meen, den Directeur van gemeentewerken niet
moeilijk vallen den vrijvallenden grond voor bouwterrein te bestemmen door een
kleine wijziging in de tracé der straten, zooals die op zijn plan voorkomen;
welk plan, al is het den Raad dikwijls onder de oogen gekomen, nimmer aan de
goedkeuring van den Raad onderworpen is. Mocht deze meening juist zijn, dan zal
men mij zeker niet van optimisme beschuldigen, als ik den grond op f 20.- per M2
schat. Deze grond heeft, zooals Burg. en Weth. in hun schrijven aan den Raad
mededeelen, eene breedte van 32 1/2
M. en strekt van de Mathenesserlaan tot aan de Spoorbaan, dus over eene
lengte van rond 1000 M. Hiervan moet afgetrokken worden de breedte der straten,
die op den Heemraadsingel uitgang hebben, stel 200 M., dan blijft eene lengte
van 800 M. bij 32 ½ M. = 26000 M2 over á f 20.
-. maakt f 520.000. -. Brengt men de kosten van aanleg en onderhoud van
het plantsoen tot kapitaal en neemt men daarvoor f 5.-. per M2. -
den prijs die voor straten aangenomen wordt, niettegenstaande het onderhoud van
straten veel minder kostbaar is dan van plantsoen - dan krijgt men daarvoor
26000 x f 5. -, dus f 120000.- of met de waarde van den grond tezamen f
650000.-.
Mocht
men echter met den Directeur aannemen, dat de grond enkel voor tuingrond
benut kan worden, dan meen ik dien op f.10.,-. per M2 te mogen
stellen en wordt de bezuiniging met 26000 x f 5.-of f 260000.-
verminderd en teruggebracht tot f 390000.-.
Waar
de Directeur der gemeentewerken dan ook spreekt van beknibbeling, stonden hem
waarschijnlijk voor oogen de posten voor onderhoud van straten, die Burg. en
Weth. bij gebrek aan beschikbare middelen op de begrooting van Plaatselijke
Werken hebben moeten schrappen, en vergat hij, dat al bij het aanleggen van
wegen met die middelen geen rekening wordt gehouden, de telkens herhaalde
klachten over het slecht onderhouden van straten steeds zullen vermeerderen.
Ik
meen dan ook, dat de Raad, als hij ingaat op het denkbeeld van de Commissie
voor de financiën niet te zeer zal achterstaan bij de regeerders van 1590 tot
1620, voor wie de Directeur van gemeentewerken een onbegrensde bewondering
heeft, en, durf den Raad in het vertrouwen daarop aan te raden niet op het
voorstel van Burg. en Weth. in te gaan.
De
heer Hudig. Het ontwerp, zooals
het hier aan den Raad is voorgelegd, is niet nieuw; herhaalde malen heeft men
kennis kunnen nemen van de plannen, en ik heb daarop geen aanmerking hooren
maken tot voor korten tijd, toen de rapporten van de Commissie voor de
financiën zijn gekomen. Ik ben echter de eerste om te erkennen, dat nooit een
bepaald plan is vastgesteld, zoodat de Raad geheel vrij is den aanleg te maken
gelijk hij wenscht. Nu kan men over de breedte van een straat en over
stratenaanleg lang redeneeren zonder elkander te overtuigen, omdat het toch
eigenlijk een kwestie van subjectieve meening is; maar in het algemeen geloof
ik te mogen zeggen en geen tegenspraak te zullen hooren, dat het in den laatsten tijd hoe langer hoe meer noodig is
gebleken, dat toch gezorgd worde voor een breeden aanleg, omdat het verkeer
over de straat met alle soorten voertuigen zoo ontzettend is toegenomen,
zoodat, waar men vroeger meende een flinken ruimen aanleg te hebben, men nu tot
de overtuiging komt, dat het daar toch veel te nauw is. Herhaaldelijk heeft men
in de stukken genoemd den Eendrachtsweg, en nu ook weer in het debat; welnu,
het is een fraaie aanleg en toch zal leder toegeven, dat wanneer die weg nu nog
eens moest worden gemaakt, de straat zeker een flink eind breeder gemaakt zou
worden. Ik geloof, dat er niemand is, wien het niet spijt en niet ter harte
gaat, dat bijv. de tramrails niet eens buiten de boomen gelegd zijn kunnen
worden, zoodat, wanneer daar enkele, rijtuigen passeeren moeten, men op
elkander moet wachten en men in die richting thans verder moet gaan, daar
o.a. het aantal automobielen en fietsen steeds toeneemt. Toen indertijd de
Eendrachtsweg werd gemaakt, kon niemand voorzien de uitbreiding van de stad,
welke thans plaats heeft, en meende men, dat daar als het ware de uiterste
grens van de stad zou zijn. Ik herinner
mij, dat een welbekend stadgenoot daar een paar bunders grond kocht voor f 2.-
per centiare en dat men daarover het hoofd schudde en hem voor een grooten
waaghals hield. Hij heeft daar mede echter geen kwade zaken gemaakt. En zoo
zullen wij zien, dat de Heemraadsingel, die nu als het ware een soort uiterste
grens zal zijn, na een aantal jaren zal zijn gelegen te midden van een aantal
hoofdstraten, die in alle richtingen dat deel zullen doorkruisen. Ik meen dus,
wanneer men werkelijk vooruit wil zien en niet enkel denken aan vandaag, maar
in het oog houden dat een dergelijke uitleg van de stad moet dienen voor
eeuwen, en daarbij in aanmerking neemt, dat het verkeer steeds toeneemt, niet
moet worden gezien op eenige meters straat, en dat, wanneer aan de westzijde
van den Heemraadsingel een rij- en een voetgangersstraat wordt geprojecteerd
van tezamen 40 M. breed, dan werkelijk aan de eischen van het verkeer niet te
veel wordt gegeven.
En
hier komt nog iets bij. Dit gedeelte zal inde toekomst ongetwijfeld een van de
drukste wegen worden. De weg van de stad zal voor een groot deel leiden door de
Mathenesserlaan en door te Middellandstraat, en hoe men in de toekomst zich ook
denke de verbinding van den polder Cool met het noorden, hetzij over de
spoorbaan heen, hetzij eronder, hetzij rechtdoor, in elk geval zal dit zijn de
verbinding met het noorden. Men heeft dus te verwachten, dat het gedeelte
tusschen spoorweg en Mathenesserlaan een zeer druk gedeelte zal worden, hetgeen
een reden te meer is om van het voorstel niets af te doen. Wanneer men weet,
dat de straat ten 0. van den Heemraadsingel 15 meter breed is, dat het gazon
met de wetering daartusschen reeds 40 meter wegneemt, en dat, wil men de straat
ten westen voor het verkeer goed maken, men zeker daarvoor de breedte moet
behouden, die nu geprojecteerd is, dan blijft er over voor wat men dan desnoods
eene andere bestemming zou kunnen geven het plantsoen; dat is 12 1/2
meter, over eene lengte
van 800 meter, zoodat het niet zijn 2 1/2 bunder
maar slechts 1 bunder, die zoogenaamd opgeofferd worden. Den prijs van f 20. -
aanhoudend, maakt dus een som van 2 ton en niet van 5 1/2ton welk bedrag alleen moet worden
vermeerderd met de kosten voor het plantsoen, maar dat zal slechts een zeer
eenvoudig plantsoen behoeven te zijn. Wij hebben meermalen in deze zaak het
woord Bezuidenhout hooren gebruiken, maar dat wil niet zeggen, dat deze weg
niet breeder zal worden gemaakt dan de bekende weg in den Haag. Daarmee heeft
men alleen bedoeld de soort aanleg, met een klinkerweg door een plantsoentje
van den rijweg gescheiden, zoodat deze zal liggen op eenigen afstand van de
huizen.
Maar
ook de 2 ton worden niet geheel opgeofferd. De eigenaardige verkaveling van het
terrein, die daar is gemaakt, is zoodanig, dat de terreinen juist alle op een
goede diepte zijn, terwijl, wanneer men die diepte met 12 ½ meter gaat vermeerderen (d. i. de
breedte van het plantsoen), men voor die diepere terreinen altijd wat minder
prijs zal krijgen. Na aftrek van den grond, die noodig is voor de dwarsstraten,
blijft er een oppervlakte van ruim 2.2 H.A. ten verkoop over. Aannemende, dat
men, wanneer de terreinen dieper zullen zijn, toch allicht een prijsverschil
krijgt van f 2.- dan gaat er al dadelijk weer van die 2 ton f 44000.- af. De
heer Droogleever Fortuyn maakt de opmerking, dat dan de tracé's van de
straten anders kunnen worden gemaakt, maar hij moet niet vergeten, dat het hier
geldt grond van de gemeente, en of nu de straten al verder worden gelegd, dat
maakt onze gronden niet dieper of smaller. Den grond, dien wij hebben, maken
wij dus op die wijze minder waard. En zou juist de aantrekkelijkheid van deze
wijze van aanleg niet aanleiding kunnen geven, dat wij allicht voor deze 2.2
H.A. wat hooger prijs gemaakt kregen? Zou degeen, door wien nu deze aanvraag is
gedaan, zoo grif voor dien hoek f 25.- bieden, wanneer niet juist op deze wijze
een prettiger en vroolijker aanleg werd verkregen, die zoo zeer verschilt van
een gewone straat? Wanneer we daarvoor nog eens f 2.- stellen, dan gaat er weer
f 44000.- af, zoodat deze aanleg dan niet meer zou zijn dan een kwestie van f 120000.-.
En moeten wij, vraag ik, die niet over hebben voor dit belang?
Wij hooren zoo dikwijls klagen over het verlaten van onze stad. De
een schrijft het weggaan van veel inwoners naar den Haag hieraan toe, dat de
straten niet glad genoeg zijn, de ander weer aan wat anders; ik geloof echter
niet, dat daarvoor één bepaalde reden te vinden is. Maar wel zeker is, dat hoe
aangenamer, flinker, prettiger wij de stad maken, dat zeker wel voor de
bewoners een reden kan zijn om hier te blijven. Wanneer men de kaart van de
stad voor zich neemt, dan ziet men, dat de terreinen ten Oosten en ten Westen
van den Heemraadsingel door een aantal straten doorkruist worden waar zeer
velen dagelijks zullen moeten wezen, en al zijn ze nu wel niet zoo onaangenaam
als de Zaagmolenstraat, het worden toch geen vroolijke straten. De vele
menschen, die daar wonen, moeten een gelegenheid hebben om eens adem te
scheppen en te wandelen, en dat kunnen zij, wanneer zij een wandeling hebben
als deze, afgescheiden van de rijtuigen, die tusschen de wetering en het
plantsoen zullen gaan.
Ik
geloof dus, dat deze uitgaaf in alle opzichten verantwoord is; waar wij zooveel
uitgaven moeten doen ook voor nuttige doeleinden, maar die niet bepaald
strekken tot veraangenaming van het leven, geloof ik, dat wij een dergelijk
offer mogen brengen om den uitleg van de stad een flink aanzicht te geven. Het
plan, dat hiervoor opgemaakt is, wekt algemeen bewondering; wanneer men met
een vreemdeling in dat gedeelte van de stad komt, begrijpt men, dat daar iets grootsch
gaat gebeuren. In dat plan nu moet men niet ingrijpen en daarvan een gedeelte
afnemen, dat daarin behoort. Juist te midden van zooveel lange stratenmoeten
wij noodzakelijk hebben eene ruime flinke plek, die tot veraangenaming van het
leven der burgerij kan strekken. Ik zou het daarom zeer jammer vinden, wanneer
de Raad niet met dit plan mede ging.
De
heer van Mierop. Mijnheer de Voorzitter! Ik heb met zeer veel genoegen
de redevoering van. den vorigen geachten spreker gehoord. Dat ik echter zijn optimisme,
dat de uittocht naar den Haag op deze wijze zal kunnen worden tegengegaan, niet
deel, heb ik reeds in de sectie-vergadering aangetoond, en zal dan ook nu
slechts een paar punten uit zijn rede trachten te weerleggen.
In de
eerste plaats de vergelijking tusschen Eendrachtsweg, Mauritsweg en
Westersingel eenerzijds en den Heemraadsingel anderzijds. Ook in de stukken
wordt die vergelijking gemaakt, maar zij gaat m. i. niet op, en wel hierom
niet, omdat de Heemraadsingel een breedte zal krijgen, ook wanneer het ontwerp
van Plaatselijke Werken niet wordt gevolgd, van 85 M., terwijl de breedte
tusschen de huizen van Mauritsweg, Eendrachtsweg en Westersingel niet meer
bedraagt dan hoogstens 75 meter, terwijl op enkele plaatsen de breedte minder
is dan 60 meter; ik wijs b.v. op het gedeelte bij de Binnenwegsche brug, en op
het gedeelte tusschen de Aert van Nesstraat en de Kruiskade. Die vergelijking
gaat dus niet op, daar ook wanneer de Heemraadsingel wordt aangelegd, gelijk de
Commissie voor de financiën dat wil, hij nog 10 tot 25 meter breeder wordt.
In
de tweede plaats heeft de heer Droogleever Fortuyn er reeds op gewezen,
dat, wanneer het voorstel van Burg. en Weth. wordt aangenomen, een belangrijke
hoeveelheid grond voor straataanleg wordt gebruikt, die anders voor bouwterrein
kan worden bestemd. De heer Hudig heeft dat tot kleiner afmeting
teruggebracht, maar ook ik heb den duimstok eens ter hand genomen, waarbij ik
tot de overtuiging ben gekomen, dat na aftrek van wat aan straten wordt
verloren van de Mathenesserlaan tot aan Beukelsdijk aan bouwgrond overblijft
+ 775 meter in de lengte met een diepte van ongeveer 27 1/2 meter,
alzoo een oppervlakte van ongeveer 21000 M2. Die grond zal kunnen worden
verkocht tegen f 20.--, maar rekenen we uit voorzichtigheid slechts 1 15.-, dan
wordt dus op die wijze aan bouwterreinen verloren een som van 3 ton gouds. En
wat betreft de kwestie van het verkrijgen van diepere perceelen, ik geloof, dat
met een beetje goeden wil door eene andere verkaveling aan dat bezwaar
uitermate goed kan worden tegemoet gekomen.
Tenslotte
nog eene andere kwestie. Wanneer men ziet, hoe roijaal de Heemraadsingel is
aangelegd ten zuiden van den Binnenweg, waar niet dat plantsoen is, dan zal
zeker allerminst ons het verwijt van schrielheid treffen. En daarbij zou ik de
vraag wenschen te stellen: Toen voor eenige jaren het
gedeelte van den Heemraadsingel werd geprojecteerd bezuiden den Nieuwen
Binnenweg, is het bezwaar, dat de aanleg niet ruim genoeg zou zijn, uitgemaakt;
toen meende men, dat 85, meter voldoende was, en nu vraag ik, waarom die
breedte ook verderop niet voldoende zal zijn?
De
heer van Beers. Ik wenschte even eene kleine opmerking te maken naar
aanleiding van de berekening door de heeren Droogleever Fortuyn en van
Mierop gemaakt. Waar die heeren dezen bouwgrond
zijn gaan prijzen en daarvoor hebben gesteld f 10.-, f 15. - of f 20.-,
daar gaat die berekening niet op, want van die som moet worden afgetrokken het
renteverlies over den tijd, waarna eventueel die grond pas zal zijn verkocht,
zoodat het wel degelijk in het belang van de gemeente is om dien aanleg zoo
goed te maken, dat die bouwgrond veel spoediger za1 verkocht zijn en het geld
dus veel spoediger in kas zal zijn, waardoor een zekere winst aan rente wordt
gemaakt. Wanneer men dat gaat uitrekenen, dan geloof ik, dat de balans in
andere richting zal overslaan, terwijl het daarbij op zichzelf reeds een
groot belang is, om dien verkeersweg zoo wijd mogelijk te maken. Het is U
bekend, mijnheer de Voorzitter, dat ik met het uitbreidingsplan, wat de breedte
van de straten betreft, niet precies ben ingenomen, maar hoofdverkeerswegen
moet men zoo ruim en breed en mooi mogelijk maken. Ik geloof niet, dat, wanneer
deze singel zooveel smaller zou worden gemaakt, de grond zoo gauw verkocht zou
wezen. Het heeft mij dan ook gefrappeerd en aangenaam aangedaan, dat er reeds
een aanbod voor dat hoekje is gekomen, en ik ben overtuigd, dat die is gekomen,
omdat zoo'n mooie aanleg is geprojecteerd. Ik geloof dus, dat de Raad heel
verstandig zal doen met het voorstel van Burg. en Weth. aan te nemen.
De
heer Verheul. Mijnheer de Voorzitter, ik zou ook gaarne eene kleine
opmerking willen maken naar aanleiding van hetgeen de heer van Hierop zooeven
heeft gezegd.
Waarom,
vroeg hij, is ook bij den aanleg van den Heemraadsingel bezuiden den Nieuwen
Binnenweg indertijd niet die breedte geprojecteerd als nu voor dit gedeelte van
den Heemraadsingel ?
Ik
voor mij kan mij echter best voorstellen wat daarvan de reden is, en ik had gedacht,
dat ook de heer van Mierop dat kon, want ik meen, dat hij toentertijd
lid was van de Commissie voor de plaatselijke werken waar zulks behandeld is
... Is dat het geval niet geweest, dan vraag ik excuus. Toen indertijd de
Heemraadsingel bezuiden den Binnenweg werd geprojecteerd, geloof ik niet, dat
de algemeene uitbreidingsplannen der Gemeente, nu voorgeschreven door de
Woningwet, reeds onderhanden waren; men had dus toen niet dien
allesoverzienenden blik van thans gelijk wij allen weten, zijn die plannen nu
gereed, en al zijn zij hier nog niet vastgesteld inzage ervan hebben wij gehad. Bij de verklaring der plannen heeft de Directeur der
gemeentewerken ons medegedeeld, dat het een hoofdgedachte was om den
Heemraadsingel als een grooten gordel rond de stad te brengen. Wanneer men nu
een weg projecteert van zulk eene importantie, moet de breedte niet afhankelijk
worden gesteld van een klein gedeelte, maar onbetwistbaar van de geheele
lengte, welke die weg kan krijgen. Gaat men nu na, dat die weg eenige
kilometers lang kan worden, dan moet de breedte, daarmede in overeenstemming,
die maat hebben, zooals nu ook gedacht is. Vroeger, Mijnheer de Voorzitter, heb ik wel eens aangedrongen,
naar aanleiding van aanhangige bouwgrondexploitatieplannen, om de breedte van
enkele straten, voor een zeker gedeelte dier plannen, te verminderen, maar
ditmaal zou ik gaarne willen uitspreken, dat ik het in dit bijzondere geval zou
bejammeren, wanneer van dezen ruimen en goed geproportionneerden weg slechts
een meter werd afgenomen. Ik acht derhalve het handhaven van de breedte van 115
M. van zeer groot belang. Ik wijs niet alleen op het aangegeven voorbeeld in
Den Haag, maar ook op den weg langs de Nieuwe Plantage, die ons, vooral aan de
Oudedijkzijde, eveneens als voorbeeld kan strekken en welke met de Plantage er
bij eene breedte heeft van ongeveer 100 meter, terwijl hij slechts een
Kilometer lang is; zou dus de Heemraadsingel, die in de toekomst Kilometers
lang kan worden, niet die breedte mogen hebben? Mij dunkt van ja en in verband
hiermede zou ik den leden van dezen Raad stellig willen afraden, het advies te
volgen van den heer Droogleever Fortuyn. Ik meen, dat, zooals
Plaatseliike-Werken het voorstel heeft gedaan" het wel is overwogen en
allen steun verdient.
De
heer Dutilh. Van harte gaarne
zal ik mijne stem geven aan het voorstel van Burg. en Weth.; ik zal mij dan ook
niet in détails daarvan begeven en met groot genoegen zien, dat daar komt een
ruime en in alle opzichten onze stad waardige verkeersweg. Maar ik zou gaarne
een vraag willen doen aan Burg. en Weth., die wellicht door den wethouder van
publieke werken kan worden beantwoord. Wij allen weten, dat het gouvernement
van publieke werken een zeer vooruitzienden blik heeft, en wij hebben zooeven
van den geachten wethouder gehoord, dat de Heemraadsingel in het vervolg zal
zijn bestemd tot verkeersweg naar het noorden. Ofschoon ik hoop, dat dit niet
zal zijn de verkeersweg, maar een van de groote verkeerswegen naar het noorden,
wensch ik gaarne te vernemen, of deze aanleg van den Heemraadsingel eenigszins
praejudicieert de zoogenaamde halve kegelplannen ?
De
heer Hudig. Mag ik dan beginnen met op de laatste vraag te antwoorden,
dat dit plan in het minst niet praejudicieert op de zoogenaamde kegelplannen.
Tevens
wensch ik den heer van Nierop te beantwoorden, ofschoon, na hetgeen de
heer Verheul heeft gezegd, daarover niet veel meer te zeggen valt. Ik wensch er
echter nog wel op te wijzen, dat men toch vooral zorge de verkeerswegen niet te
smal te maken. Afgezien van het plansoentje, zal men toch moeten zorgen, dat
hier een weg is van minstens veertig meter; dus wanneer het plan van den heer Droogleever
Fortuyn of van den heer van Mierop zou doorgaan, dan sechiet er dus,
zou ik zeggen, niets anders over dan het verlies van die 12 1/2 meter
breedte over een lengte van 800 meter, dat is dus een oppervlakte van 1 H.A. En
ik heb daar straks reeds gezegd en neem daarvan niets terug, dat van die waarde
door eene betere verkaveling en gemakkelijker verkoop van den grond tegen hoogeren
prijs veel in de kas van de gemeente zal terugkomen. Ik moet dus den Raad ten
sterkste
De
heer Droogleever Fortuyn. Na den steun, dien ik van den heer van
Mierop heb ontvangen, heb ik eigenlijk niet veel meer te zeggen. De
wethouder van publieke werken heeft eene nadere berekening gemaakt, waardoor de
waarde van den grond, dien wij zullen verliezen volgens het aangeboden plan,
wordt gereduceerd tot f 200000.-. Hij heeft gezegd, dat het plantsoen heel
eenvoudig zal worden aangelegd; maar, waar voor straataanleg wordt gerekend f 5.-
?er M2, kan plantsoen toch zeker niet minder kostbaar worden
gemaakt.
De
heer van Beers heeft gezegd, dat het kapitaal waarschijnlijk zoo
goed als geheel zal worden genivelleerd door renteverlies; maar ik begrijp
niet, dat die grond niet zou kunnen opbrengen f 25.- per cA., wanneer daar werd
gemaakt een aanleg als van den Westersingel en den Eendrachtsweg, en daarbij
nog gezorgd is voor een breederen verkeersweg. Natuurlijk, gelijk de wethouder
heeft gezegd, het is een subjectieve opvatting of dat breed genoeg is, maar
wanneer twee tramwagens en twee rijtuigen naast elkaar kunnen gaan, meen ik,
dat de verkeersweg voldoende is.
Verder
geloof ik niet, dat er iets meer over te zeggen is; mijn argumenten zijn op
geen andere wijze bestreden, en ik meen dus nog, dat het voorstel van Burg. en
Weth. niet behoort te worden aangenomen.
De
heer Robertson. Mijnheer de Voorzitter, ik zal niets zeggen over het
plan zelf, dat ik hartelijk toejuich en waaraan ik gaarne mijne stem zal geven.
Vroeger heb ik wel eens de opmerking gemaakt, dat men aan Plaatselijke Werken
te weinig aandacht scheen te schenken aan wat tot verfraaiing der gemeente kon
bijdragen, er zich althans geen offers voor wou getroosten, maar ik zie tot
mijne vreugde, dat zulks thans niet meer 't geval is.
De
opmerking, die ik wilde maken, is echter deze. Nadat ik het vorige jaar de
vrijheid had genomen er op aan te dringen, dat ons bij belangrijke plannen van
stadsuitbreiding, stratenaanleg en grondverkoop een afdruk der teekening bij de
stukken zou worden voorgelegd, heb ik met genoegen gezien, dat thans voor het
eerst hieraan gevolg is gegeven, zoodat wij het debat thans eens goed hebben
kunnen volgen. Ik breng U daarvoor mijn dank en vertrouw, dat op dezen goeden
weg, evenals ten aanzien van het andere wat ik noemde, zal worden voortgegaan.
De
Voorzitter. Wanneer thans niemand meer het woord verlangt, dan wensch ik
tenslotte nog een enkele opmerking te maken.
De
heer van Mierop heeft gevraagd: waartoe
deze breedte, waar toch aan den Heemraadsingel bezuiden den Binnenweg die
breede aanleg niet noodig geoordeeld is. De opmerking is juist, maar daardoor
is niet het bewijs geleverd, dat een breedere aanleg ook daar niet zou zijn
gewenscht. De Heemraadsingel bezuiden den Binnenweg is aangelegd op terreinen,
die niet aan de Gemeente toebehoorden. Het uitsparen van de ruimte tot
doortrekking van de wetering, gevolg van onderhandelingen, was wel het meeste
wat toenmaals kon verkregen worden. Bovendien mocht daarin worden berust, omdat
die grootere breedte daar ook minder noodzakelijk scheen, wijl een weinig meer
zuidelijk de Coolhaven is geprojecteerd, en dientengevolge zich daar
vermoedelijk een ander soort stadsuitbreiding zal ontwikkelen. Dat die breedte
daar niet is, is dus niet, omdat men die niet gaarne zoude wenschen maar wijl
men zich bij de onderhandelingen met de betrokken bouwmaatschappij met een
eenvoudige singelwetering heeft moeten tevreden stellen.
Voor
liet overige hoop ik, dat de Raad aan dit voorstel zijne goedkeuring zal kunnen
verleenen. Waar de grondprijzen zoo hoog zijn, is er niet aan te denken groote
parken of plantsoenen aan te leggen, en wil het mij eene goede oplossing
voorkomen door op deze wijze, door den aanleg van met beplanting voorziene
ruimere verkeerswegen aan het grootst mogelijke stadsgedeelte ruime en schoone
wandelingen met de minst mogelijke kosten te verschaffen. Daarmede wil ik
geenszins zeggen, dat, door dit voorstel geen belangrijk offer wordt gevraagd.
Welke berekening men ook volgt, die van den heer Droogleever Fortuyn, of
die van den heer Van Hierop, of die van den heer Hudig -
zeer zeker vordert het een belangrijk geldelijk offer, hetgeen niet kan worden.
ontkend. Maar ik ben van meening, dat een breede aanleg hier noodig, nuttig en
het offer ruim waard zal zijn.
De
beraadslaging wordt gesloten.
Het
voorstel van Burg. en Weth., in stemming gebracht, wordt aangenomen met 31
tegen 7 stemmen.
VOOR
stemmen de heeren: Koch, Visser, Halbertsma, van de Graaf, Ledeboer, van
Citters, Dutilh, Moll, Spiekman, van der Vijver, Smalt, van Rossem, Nolst
Trenité, Hudig, Ver-hey, van Aalten, van Beers, van der Held, Vaillant,
Verheul, van Dorp, van Gilse van der Pals, Gerretson, Robertson, van Stolk, den
Held, Rombach, Ferares, Mulder, de Jong en Burger.
TEGEN
stemmen de heeren : de Geer, Mees, van Mierop, Roest van Limburg, Muller,
Havelaar en Droogleever Fortuyn.