Heemraadssingel 299-301: van dagverblijf naar luxe-appartementen

 

Medio 1997 wordt begonnen met de verbouwing van de panden Heemraadssingel 299 en 301 tot negen appartementen, waaronder een penthouse. De prijzen van te woningen, waarvan er twee een tuin hebben belopen gemiddeld 330.000 gld. De panden krijgen hun karakter van afzonderlijke herenhuizen terug. Elk pand krijgt weer een eigen opgang, één met lift, de ander met de authentieke marmeren hal en trappenhuis. Ook in de gevels wordt het karakter van afzonderlijke panden zoveel mogelijk hersteld. De woningen zijn ruim 16 meter diep en 7,5 meter breed. De woonkamers zijn ongeveer 50 vierkante meter groot met een hoogte van 3,5 meter. Deze herontwikkeling vindt plaats door de N.V. Stedelijk Wonen Rotterdam (SWR). De SWR is in 1988 opgericht door de gemeente Rotterdam en het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. Het doel van de NV is het ombouwen van kantoren tot luxewoningen. De aandacht richt zich daarbij vooral op voormalige herenhuizen aan singels. Zo kan kantorenleegstand worden voorkomen en wordt de oorspronkelijke woonfunctie van deze singels hersteld. Erg succesvol is de NV daarbij niet. In de eerste vier jaar van haar bestaan heeft de NV niet meer dan 60 woningen aan de kantorenmarkt onttrokken. De kantoorpanden blijken vaak te duur om rendabel te kunnen ombouwen en ook is er concurrentie van de Stichting Studentenhuisvesting, die vergelijkbare panden zoekt en waarvoor ruimere subsidiemogelijkheden gelden. Naast de panden 299 en 301 hebben ook Heemraadssingel 134, 191, 287 (1994) en 93, 118, 231 (1996) op initiatief van SWR een woonbestemming gekregen.

 

Voorheen waren deze panden in gebruik als dagopvang voor verstandelijk gehandicapten van de Stichting Pameijer. De Pameijer Stichting (tegenwoordig PameijerKeerkring) was in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de grootste eigenaar van onroerend goed aan de Heemraadssingel. Zij bezat en exploiteerde daar maar liefst acht panden op vijf locaties.

Deze stichting is voorgekomen uit de in 1926 opgerichte Rotterdamse Vereniging ter Behartiging van de Maatschappelijke Belangen voor Zenuw- en Zielszieken. Oprichter was de directeur van de Psychiatrische Inrichting Maasoord (het tegenwoordige Delta-ziekenhuis). Doelstelling was om door ambulante psychiatrische hulp en maatschappelijke ondersteuning opname in een psychiatrische inrichting te voorkomen (preventie) dan wel ontslag daaruit te bevorderen (reclassering). Het aantal psychiatrische patiënten dat voor rekening van de gemeente Rotterdam in gestichten werd verpleegd steeg in die tijd zeer snel: van 723 in 1908 tot 2831 in 1925.

De vereniging richtte zich op arbeidsbemiddeling, werkverschaffing in werkinrichtingen, het verlenen van financiële steun, bemiddeling bij het verkrijgen van huisvesting en verlening van onderdak in eigen woonvoorzieningen. In 1970 worden de werkinrichtingen onderdeel van de gemeentelijke sociale werkplaatsen. De Pameijer Stichting concentreert zich dan op woon-, dagbestedings- en werkbegeleiding zonder therapeutische begeleiding voor personen die niet in aanmerking komen voor plaatsing in een sociale werkplaats. Voor verstandelijk gehandicapten kwamen dagverblijven tot stand en voor psychiatrische patiënten beschermde woonvormen. Deze wooncentra waren huizen in de stad waar begeleiding en beschermde huisvesting word geboden aan mensen die door psychosociale problematiek tijdelijk of blijvend niet in staat zijn tot zelfstandig wonen in de maatschappij. Men kon er tijdelijk wonen maar indien dat gewenst was ook voor altijd. In wooncentra konden mensen terecht die geen eigen thuismilieu hebben of zich daar niet prettig voelen en die zonder veel hulp of direct dagelijks toezicht in staat zijn voor zich zelf te zorgen. Als voorwaarde voor toelating werd gesteld dat men in staat moest zijn de eigen kamer te onderhouden en privacy en persoonlijke levenssfeer van anderen moet kunnen respecteren.

Het beleid was om de dagverblijven niet al te groot te maken teneinde de huiselijke sfeer zoveel mogelijk te benaderen (max 18 personen) en om deze over de gehele stad te spreiden om de pupillen in de nabijheid van het natuurlijke milieu te laten verkeren en het dagverblijf die manier tevens een wijkfunctie te laten vervullen.

     in maart 1970 wordt de tweede dvo (dagverblijf voor oudere verstandelijk gehandicapten) opgericht aan de Heemraadssingel 295, ("Singelzicht") in 1980 verhuisde dit naar Heemraadssingel 299-301. In 1996 verhuisde het dagverblijf naar een andere locatie.

     In Heemraadssingel 295 werd in 1980 het dagactiviteitencentrum ‘Bijna Alles' opgericht, speciaal bestemd voor (ex-)psychiatrische patiënten Hier konden mensen aan de gang die meer wilden doen dan praten en spelletjes doen. Zo langzamerhand groeide het grote pand vol met bijvoorbeeld een fietsenwerkplaats, een meubelproject, een ruimte met tweedehands (huishoudelijke) spullen, een timmerwerkplaats, een atelier waar men kan tekenen, pottenbakken, bloemschikken, en verder is er een ruimte voor naailessen en een doka. En dan is er ook nog een gezellige huiskamer waar men ook gerust niets kan zitten doen.

     in 1972 werd het particuliere verpleegtehuis ‘Rusthuis Mathenesse’ op de Mathenesserlaan overgenomen, dat tot die tijd beheerd werd door een heuse Zuster. Deze beschermde woonvorm is later verhuisd naar de Heemraadssingel 297

     in 1976 werd een groot wooncentrum in gebruik genomen op de Heemraadssingel 113-117. In december 1989 verhuisde een gedeelte van deze groep naar de Kapiteinsbuurt en in 1991 vertrok de rest naar de Kelloggsplaats in Ommoord.

     Vanaf 1978 werd het beheer gevoerd over een echt bejaardenoord. Dat was ‘Huize Astrid’, Heemraadssingel 249. Een bejaardenoord, maar het werd altijd een wooncentrum genoemd, en sinds 1988 heet het, net als alle andere woonvoorzieningen in de sector psychiatrie, een beschermde woonvorm. Sinds 1990 is het gevestigd op de Guido Gezelleweg

 

Daarnaast was in 1993 op de Nieuwe Binnenweg 348-b  (aan het Heemraadsplein) ’t Sjoppie gevestigd. Dit werkervaringsproject van de Pameijer Stichting, waar opgeknapte tweedehands kleding werd verkocht, bood plaats aan zeven mensen in de winkel en acht in het bijbehorende atelier. Naar verluid zou overlast door verslaafden hebben bijgedragen aan sluiting van ‘t Sjoppie.