Langs naakte neonmeisjes

 

Door Jeannette Rotteveel

 

Rotterdam - Luxe panden, toko's, een Hollandse slager en junkies. Straten rond de Heemraadssingel zijn een curieuze smeltkroes van mensen, winkels en huizen. In de nieuwe dichtbundel Boulevard in de Poëzie staan 29 gedichten over deze buurt. Wandel en waan je in toen en nu.

 

Coffeeshops, mooie cafés, mensen uit diverse lagen van de bevolking, platanen, condooms op straat. Dat is ' Halte Heemraadssingel, Ondergronds, tram 1 of lijn 4', uit het gedicht Halte Heemraadssingel van Marga Zwirs. Straten rond deze singel zijn een smeltkroes van culturen. Een inspirerende buurt voor dichters die er dan ook in grote getalen wonen of woonden. Bedenker en regisseur Pieter Loef van de nieuwe bundel Boulevard in de PoLszie, die 29 gedichten bevat over straten rond de Heemraadssingel, voegde er een wandelroute bjj. Die neemt je mee van panden waar dichters woonden, naar plaatsen uit de gedichten.

 

De dichters laten hum licht schijnen over de tijd waarin de Heemraadssingel thuisbasis was van maatschappelijk geslaagden, over de verloedering die volgde en over de culturele mix die nu in de buurt is te vinden. De dichtbundel is het werk van bewonersorganisatie Boulevard die acht jaar geleden werd opgericht. Haar doel is paal en perk te stellen aam de verpaupering en sociaal contact te bevorderen. Loef staat al te wachten achter zijn hoge raam op de Heemraadssingel. Hij kijkt uit over een lange singel die veel wegheeft van een park. Voor Loef waren do dichtregels van Jules Deelder over die singel dé inspiratie om de bundel samen te stellen. “Ik keek een keer uit het raam toen het zonlicht door de bomen over de singel scheen. Ik voelde toen wat Deelder bedoelde met de regels: 'altoos breed en statig lag te blinken in een licht dat nergens viel zoals het daar valt of het zou op ansichtkaarten moeten zijn'."

 

Loef loopt de wjjk in. Prachtig vind hij het gedicht 'Aankomst in Rotterdam' waarin de regel 'de Moordenaar was van de straat gelicht/de reus van Rotterdam allang vergaan', voorkornt. “Een Rotterdamse reus van 2 meter 37, die doodongelukkig was, vanwege zijn lengte en omdat mensen bang voor hem waren. Hij kwam de deur niet meer uit. Bij zijn overlijden is hij uit huis getakeld."

 

Loef raakte ook geïntrigeerd door de plaatsen waar de dichters wonen of woonden. Hij laat, met route en bundel in de hand, Anna Blamans huis zien in de Vliegerstraat, Riekus Waskowskys pand in de Zwaendeckersstraat, Elsschots adres in de Snellinckstraat. “Te beseffen dat hier zo'n gedicht is ontstaan. Elsschot die op een zolderkamertje ' Het Huwelijk' zit te schrijven."

 

Op het kruispunt Nieuwe Binnenweg en 's-Gravendijkwal houden we halt. Auto's razen in een tunnel onder ons door en verschillende mensen passeren ons. Loef zegt ' kijk’ en dicteert uit de bundel: 'Langs naakte neonmeisjes langs dure Bunninghbanken en bepiste platanen'. Een regel van Marieke van Leeuwen. “Het is magie. Om zo'n beeld om te zetten in woord. Een gedeelte stad gevat."

 

Bij de dichter Rien Vroegindeweij belt Loef aan. Ze praten over waarom veel dichters zich in dit gebied vestigden. Vroegindeweij weet het wel. “Dit vind je nergens. Het is gemengd en schilderachtig." Inderdaad. Om elke hoek een ander tafereel uit de maatschappij. Alles is te vinden in de straten rond de Heemraadssingel. Als ik later in tram 4 terug zit, wordt uit een bordeel een matras gesjouwd. De ‘elite’ loopt erlangs en zoekt een plekje om te lunchen. In de coffeeshops staren glazige ogen door de ramen naar buiten. Dat alles op ‘Heemraadssingel, ondergronds, tram 1 of lijn 4’.

 

AD, 28-02-2003