Verdachte vergreep zich in ‘flash’ aan vrouw (72)

 

Door Donald Bax

Rotterdam Het vermoeden van de verdachte nog geen half uur later zonder plausibele reden door hem veranderd in een absolute zekerheid werd door het Openbaar Ministerie zonder dralen naar het land der fabeltjes verwezen. Officier van justitie mr. G. M. Munnichs wilde noch kón geloven dat Delano S. (26) een 72jarige vrouw had verkracht, beroofd en mishandeld nadat enkele vrienden eerder op die avond een of andere drug in zijn biertje hadden laten vallen. Ofschoon een flink deel van die lezing gisteren ter terechtzitting werd bevestigd door een zus van de verdachte - de getuige had dat van derden vernomen - was S. volgens de aanklager verward geraakt in zijn eigen fictie. "Een indianenverhaal," schamperde mr. Munnichs.

S. was op 22 augustus vorig jaar gaan stappen. Hij was in de buurt van de Nieuwe Binnenweg een paar vrienden tegengekomen. Eén van hen moet terwijl S. even naar het toilet was 'iets' in het biertje van hun makker hebben gedaan.

De verdachte zei gisteren dat hij plotsklaps bevangen was door een 'flash'. "Ik voelde dat ik iets geks moest gaan doen," had hij aan de politie verklaard. Maar gisteren trok hij die woorden in. Hij had die verklaring slechts van zijn krabbel voorzien omdat hij was gezwicht voor de immense (verhoor)druk van de politie. Op de vraag van de rechtbank wat er dan wél was gebeurd, gaf het geheugen van S. niet thuis.

Aan het einde van dat stapavondje drong hij de (aanleun)woning van de 72-jarige vrouw aan de Heemraadssingel binnen. Het was een warme nazomeravond en het slachtoffer had de tuindeuren' nog wijd open staan. De vrouw zat op de bank naar een tv-programma te kijken naar, oh, ironie, de verdwijning en de gewelddadige dood van de Belgische meisjes An en Eefje.

Ineens plofte S. naast haar neer op de sofa. Hij sleurde haar mee naar de slaapkamer waar hij zich aan haar vergreep. 'Na die verkrachting moest de vrouw hem geld geven. S. deed een greep in haar portemonnee en ging er vandoor met een bedrag van 450 gulden.

Rechtbank-president mr. C. G. Nunnikhoven, de officier van justitie en ook zijn raadsman mr. P. J. de Bruin gaven S. diverse malen de gelegenheid om de namen te noemen van de vrienden die hem met opzet 'verdoofd' zouden hebben. Opnieuw gingen de lippen van S. muurvast op elkaar'. Dat zeg ik u niet. Zodra ik vrij ben, zijn ze voor mij," sprak S. Het argument van de rechter dat het gebruik van geweld alleen aan de overheid is voorbehouden, bracht hem niet van zijn stuk. "Dit kan ik niet aan de overheid overlaten."

Ook al zouden de door S. geschetste gebeurtenissen op waarheid hebben berust, dan nog, zo meende het Openbaar ministerie, was S. verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag. "Dat S. zo slecht geslapen heeft, komt niet doordat de politie hem 's nachts uit zijn cel zou hebben gehaald voor een verhoor, maar omdat meneer een slecht geweten heeft," opperde mr. Munichs. "De verklaringen van het slachtoffer geven duidelijk weer hoe de verdachte te werk is gegaan. Ik acht alle feiten verkrachting, mishandeling en beroving wettig en overtuigend bewezen. Daarom eis ik een gevangenisstraf van zes jaar."

In zijn pleidooi ontlokte mr. De Bruin de officier van justitie een allerminst gespeelde woede uitval. De advocaat suggereerde dat de eerste verklaring van het slachtoffer niet serieus genomen mocht worden omdat zij die avond enkele borreltjes had gedronken. "Zij dronk een halve liter jenever per week. Dat is heel wat," constateerde de raadsman.

Hij adviseerde de rechtbank om, alvorens tot een. vonnis te komen, een nader onderzoek te doen naar de werking van de drugs die in het biertje van zijn cliënt waren gedaan. "Daar komt de advocaat veel te laat mee," aldus nir. M14nnichs.

De rechtbank doet donderdag 20 februari uitspraak.

Rotterdams Dagblad, 7-2-1997