In de ochtend van 23 oktober 1996 wordt een familie aan de Heemraadssingel op gewelddadige wijze beroofd van een auto. Het gezin wordt overvallen door een gewapende man die aanbelt en daarna dreigt met een vuurwapen. Hij bemachtigt een bankpasje, cheques en de sleutels van de Mercedes en gaat er met het voertuig vandoor. Later wordt de auto teruggevonden in de Heemraadsstraat, niet ver van de plek waar de diefstal plaatsvond. Het gezin is volgens een slachtoffer erg geschrokken door de overval. "we zijn er erg conlfuus van."
Voor de politie is de
overval aanleiding om onderzoek te doen naar de mogelijke samenhang met twee
andere gevallen van autoroof die zich de laatste weken in Rotterdam hebben
voorgedaan Twee weken eerder werd aan de ‘s-Gravendijkwal ook al iemand het
slachtoffer van autoroof. Onder bedreiging met een vuurwapen maakte de
overvaller toen een Saab buit.
Ook in Rotterdam Noord werd
iemand door een afperser beroofd van zijn auto. Deze Renault Megame werd later
gebruikt voor een overval op een apotheek aan de Statensingel. Daarna werd de
wagen teruggevonden in het centrum van de stad.
Een dag later, op de avond
van 24 oktober 1996 probeert een man opnieuw op de Heemraadssingel om een
automobilist van zijn luxeauto te beroven. Het 34-jarige slachtoffer wordt door
de rover met een vuurwapen bedreigd. Als de automobilist zich verzet ontstaat
een vechtpartij waarbij één schot valt. Vermoedelijk raakt de rover daarbij
gewond. De rover gaat er vervolgens vandoor.
Op 26 oktober tracht een man
tegen twaalf uur een garagebedrijf aan de Aelbrechtskade te overvallen. De
overvaller komt het pand binnen met een zwarte koffer en eist geld. Op het
moment dat de roofoverval dreigt te mislukken slaat de indringer een medewerker
van de garage neer en laat de koffer achter. Als de politie een gevaarlijk ogend
apparaat in de koffer ontdekt, wordt alarm geslagen. Iedereen moet de garage
verlaten en er vindt een beperkte evacuatie van de omgeving plaats. Een gedeelte
van de Aelbrechtskade is tussen half twaalf en half vier afgesloten voor het
verkeer. Ca. 40 woningen in de omgeving en een verpleeghuis worden ontruimd.
Nadat twee bommenverkenners van de politie de inhoud van de koffer hebben
geïnspecteerd, wordt het Explosieven Opruimingscommando (EOC) ingeschakeld in om
het namaak Explosief te ontmantelen.
De explosievendeskundigen
van de Koninklijke Landmacht zijn pas om halfdrie ter plekke, omdat ze eerst een
klus in Nijmegen moesten klaren.
De drie EOCers gaan na
overleg met de politie meteen aan de slag. Eén militair in een speciaal
beschermend pak gaat vier keer het pand binnen. De eerste keer rnaakt hij een
gewone foto van het gevaarlijke voorwerp, de tweede keer wordt er een
röntgenfoto gemaakt. De derde keer onderwerpt het 'maanmannetje' het apparaatje
in de garage aan een inspectie. Als hij na zijn vierde bezoek aan het pand
onmiddellijk zijn pak afwerpt, weten de massaal toegestroomde nieuwsgierigen dat
het gevaar geweken is.
Tot dan toe heerste er veel
spanning onder de mensen. Het gerucht ging dat de militairen grote moeite hadden
om te ontdekken wat er nu in de koffer zat. Het personeel van het verpleeghuis
Rustenburg had handenvol werk aan de evacuatie van een deel van het pand,
waarvan de achterzijde grenst aan de garage waar de nepbom lag.
Alle 126 patiënten van het
verpleeghuis aan de Samuel Mullerstraat werden uit hun kamers gehaald en
tijdelijk aan de voorzijde van het pand gehuisvest. Volgens directeur J. C. van
Dijk is de Ontruiming rustig verlopen. "Het was vervelend," licht hij toe. Voor
een aantal mensen kwamen de herinneringen aan de jaren '40-'45 weer terug Maar
alles is onder controle."
Het verpleeghuis heeft al
het personeel dat vrij was onmiddellijk opgeroepen om te komen werken.
Verpleegkundig coördinator F. J. Benning van de Rustenburg zegt dat er geen
Paniek is geweest onder de patiënten. “Het hangt ook af van de manier waarop je
het vertelt," zegt hij. "Het hoort tot het vak van de verpleegkundige om dit
rustig aan de mensen over te
brengen.”
Op 27 oktober houdt de
politie een 22-jarige man als verdachte aan op basis van het signalement. In
zijn woning vindt de politie drie vuurwapens en 80 gram heroïne. Na een
uitgebreid verhoor bekent de verdachte acht overvallen. Het gaat om de vier
eerder genoemde autoroven waarvan er één mislukt, de overval op de apotheek aan
de Statensingel, de overval op de garage en twee overvallen waarvan geen
aangifte bij de politie is gedaan.