'Wandelclub' waakt over rust Heemraadssingel

Bewoners gaan de straat op om heroïne-prostitutie aan banden

Door Donald Bax

Rotterdam - Een slonzig type onverzorgde haardos, ingevallen gezicht, ultrakort zwart rokje, zwarte kousen met de nodige ladders, zilver gekleurde gymschoentjes maakt halverwege de Pieter de Hoochbrug het bekende gebaar. Uit de gebalde vuist steekt de duim omhoog. De route van deze 'liftster' voert via een klant en vervolgens een bezoekje aan haar eigen drugsdealer onherroepelijk naar de goot. Of de automobilisten nu richting Heemraadssingel dan wel richting Pieter de Hoochweg rijden, dat is haar om het even. Tippelen mag niet, lijkt haar naïeve gedachtegang te veronderstellen. Maar tegen een gratis ritje naar 'ergens' kunnen toch moeilijk bezwaren worden gemaakt.

De heroïne-prostitutie heeft andermaal stevig de kop opgestoken op de Heemraadssingel. Welgeteld drie dagen lang, zegt 'boze bewoner' Erie Beenker, is het hier een paradijs geweest. Vlak na de opening van de gedoogzone aan de Keileweg, begin november vorig jaar. Daarna is het weer van kwaad tot erg(er) geworden. De situatie stevent ditmaal rechtstreeks op het onhoudbare af. De Heemraadssingel, tussen Nieuwe Binnenweg en Coolhaven, geldt allerminst als een doorgaande route. Het aanbod van auto's van goedkope Japannertjes tot immense vrachtwagencombinaties is niettemin overweldigend. Ze draaien bij HoteI Waldor ,de Heemraadssingel op, slaan linksaf de Binnenweg op, rijden twintig meter verder weer de Heemraadssingel op en vervolgen die 'toeristische route' tot in den treure. Op zoek naar de drie 'essen': seks, spanning en sensatie.

Het eerste onderdeel is op zich te billijken. De vraag naar betaalde seks zal immers altijd blijven bestaan. Maar onder de invulling van spanning en sensatie wordt gewoonlijk toch iets geheel anders verstaan. Het gros van de heroïne-hoeren ziet er in goed Rotterdams echt niet uit. Volgens Beenker vertonen zij vrijwel zonder uitzondering de uiterlijke kenmerken van een Aids-patiënt. Hij spreekt van jammerlijke karkassen'. "Meestal", zegt Beenker, “gaat het om meisjes van veertien, vijftien jaar die veel ouder lijken. Je, ziet het heel duidelijk aan hun ogen. Daar zit geen enkel teken van leven meer in. Alsof de stekker er al is uitgetrokken. Ik kan de mannen die die vrouwen oppikken ook niet begrijpen. 's Avonds komen de vrouwen. massaal naar buiten. Dan zien de klanten niet zo goed wat ze eigenlijk meenemen."

Zeshonderd kentekens

 

Een aantal danig verontruste bewoners heeft de dagelijkse gebeurtenissen uitgebreid vastgelegd op foto en video, en in de computer. Henk van der Kooi, bijvoorbeeld, heeft liefst zeshonderd kentekens van 'vaste' klanten opgenomen in zijn computerbestand. Vorige week nog, zegt hij, besmuikt glimlachend, betrapte hij een man die een hoertje oppikte in z'n bedrijfswagen. Het bedrijf werd per fax geïnformeerd en een dag later werd Van der Kooi door de directie van dat bedrijf gebeld met de mededeling dat de bewuste werknemer met onmiddellijke ingang was ontslagen. Volgens de bewoners frequenteren tussen de honderd en honderdvijftig verslaafde prostituées dit pittoreske stukje Rotterdam. Met pooiers, huisdealers en, dergelijke op kleine afstand.

"De gemeente," trekt Beenker een mooie vergelijking, “voert een hardware-beleid. Er wordt driftig gewerkt aan de skyline van Rotterdam. Er worden mooie gebouwen neergezet, maar men vergeet de software. De mensen die er wonen." Hij heeft wethouder Hans den Oudendarnmer al diverse keren laten weten, dat de fraaie woonomgeving ronduit wordt verziekt door de prostituées en hun aanhang. De politie boekte onlangs een piepklein succesje door een dealpand aan de Heemraadssingel te sluiten. De druppel verdampte echter terstond op de gloeiende plaat. Het is vechten tegen de bierkaai, dweilen met de kraan open. Maar stoppen met deze ogenschijnlijk ongelijke strijd, neen, daar willen de bewoners niets van weten. Ze blijven hoop houden op de goede afloop.

De 'wandelclub' gaat dagelijks de straat op om prostituées en prostituanten (klanten), tot de orde te roepen. Enige lef kan hen daarbij niet worden ontzegd. Zodra zij een dame van uiterst dubieuze zeden zien instappen" schromen zij niet de automobilist aan te spreken. Zoals de bestuurder van een bordeaux-rode BMW ondervindt. De man moet noodgedwongen stoppen voor een verkeerslicht op de kruising van Heemraadssingel en Coolhaven. Beenker brult hem het een en ander toe, maar op het moment dat het licht op groen springt, wordt het gaspedaal ingetrapt diep, heel diep. Later op de avond dient een bewoonster zich spontaan als 'lokhoertje' aan. Zij zondert zich wat af van de 'wandelclub' en geeft iedere geïnteresseerde automobilist prompt de volle-laag. "Ik woon hier. Ik heb last van je en daar baal ik van. Ik wil je hier nooit meer zien," ontsteekt zij in oprechte toom.

Uitwaaiering

De ontwikkelingen rond de Heemraadssingel, waar uit een klein parkje inmiddels de als afwerkplekken gebruikte bankjes zijn verwijderd, zijn vorig jaar al geschetst door De Bulldog. De strakke openingstijden van de gedoogzone, van zes uur's avonds tot zes uur 's ochtends aan de Keileweg, die in november vorig jaar de plaats innam van de G. J. de Jonghweg, zouden volgens Diek Vogelezang van deze drugshulpverlenende instantie tot uitwaaiering leiden. Ook zou de Keileweg te ver zijn verwijderd van het uitgaansleven. Met andere woorden: een verslaafde prostituée zou er weinig voor voelen om vier kilometer te moeten wandelen om haar dosis verdovende middelen te kopen. De gevolgen zijn inderdaad navenant: door de uitwaaiering valt de sociale en medische controle weg en verloederen de vrouwen nog meer.

 

De activiteiten op en rond de Heemraadssingel kunnen in drie 'spitsuren' verdeeld worden. In de vroege ochtenduren, nadat aan de Keileweg de smeedijzeren hekken zijn gesloten, denderen vooral vrachtwagens over de straatstenen. De hydraulische remsystemen zorgen voor een geweldige geluidsoverlast. Tussen de middag gaat het om personenwagens uit de duurdere prijsklasse. Jaguars, Mercedessen, BMWs. En later op de middag, vanaf half vier, toert menigeen na beëindiging van de dagelijkse werkzaamheden eerst nog eventjes over de Heemraadssingel. In de late avonduren is het werkelijk een komen en gaan van allerlei auto's. De prostituées weten dat de bewoners hen op de korrel hebben, maar trekken zich daar niets van aan. Zodra de 'wandelclub' opduikt, trekken zij zich eventjes terug, om vervolgens ongegeneerd uitdagend iedere passerende automobilist indringend aan te kijken.

De bewoners van de Heemraadssingel, De Vliegerstraat, Hondiusstraat en Lieve Verschuierstraat hebben zich verenigd in de ‘wilde actiegroep Nimbu (Not In My Buurt). Zij willen hun gevoel van machteloosheid en anoniem individueel gemor omzetten in een strijdbare instelling. De buurt moet heroverd worden en de verloedering moet op alle mogelijke manieren worden tegengegaan. Uiterlijk begin oktober dient de buurt weer leefbaar te zijn, resulterend in een groot feest om de 'herovering' te vieren. De acties zijn gericht tegen het tippelen en tegen de automobilisten. Daartoe zal de wandelclub worden uitgebreid. Even is overwogen om een particuliere bewakingsdienst in te schakelen, maar die kosten (14.000 gulden per maand voor een dagelijkse surveillance van 00.00 tot 06.00 uur) schrikken de bewoners vooralsnog af.

Oudere dames

Zelfs een groepje oudere dames (55 +), dat een serviceflat bewoont aan de Heemraadssingel, is bereid de barricade te beklimmen. Zij hebben nog maar kort geleden hemel en aarde moeten bewegen om een dealende leeftijdgenoot te laten verwijderen. Zij willen overdag dolgraag patrouilleren op hun eigen stukje grond. Zij kunnen kentekens van stilstaande auto's noteren, signalementen optekenen van prostituées en de tijdstippen waarop ze worden gesignaleerd. Die gegevens zullen vrijwel direct aan de politie worden overhandigd. De bewoners hebben tevens een pamflet opgesteld, dat aan iedere onbekende automobilist wordt overhandigd dan wel achter de ruitewisser wordt gestopt. 'Klanten' die meermaals worden betrapt op het oppikken van een prostituée lopen de kans het fotografisch bewijs daarvan op hun huisadres te ontvangen.

Eric Beenker wordt klaarblijkelijk door hoeren en hoerenlopers als kwade genius gezien achter deze ideeën. Het is eerder regel dan uitzondering, dat hij 's ochtends de nodige injectiespuiten en gebruikte condooms achter de ruitewisser aantreft. Hem gaat evenwel geen berg te hoog. Hij weet dat hij er voor heeft gekozen om in een grote stad als Rotterdam te wonen. Dus neemt hij een aantal problemen voor lief. Maar tegen deze overlast zal hij en met hem een allengs groeiend aantal laaiende buurtbewoners zich te vuur en te zwaard blijven verzetten. "Aan de aanduidingen op de achterkant van de auto kun je vaak zien waar ze vandaan komen,” vertelt Beenker. “De meeste klanten komen van buiten Rotterdam. Dan zeg ik tegen zo'n man: 'Het moet heel mooi zijn waar u woont'. Hij schrikt dan meestal -en knikt bevestigend, waarop ik zeg: 'Dat willen wij hier ook graag zo houden'. Het is de moeite meer dan waard om voor dit stukje Rotterdam te vechten..."

 

Rotterdams Dagblad, 10-6-1995