Enkele passages uit:

 

CIRCUIT-DOSSIER

HEEMRAADSSINGEL

 

verslaggeving:

LOUIS GEVEKE, INGRID SMITS,

ALEX TIMMERMAN, MINKE WEEDA

 ‘Voor een buitenstaander lijkt het misschien niet zo erg, maar voor mij is deze vorm van overlast te vergelijken met de middeleeuwse martelmethode waarbij met een zekere regelmaat een druppel water op het hoofd van het slachtoffer valt. Eerst stelt het niet zo veel voor, maar de laatste druppels komen als mokerslagen aan. De constante druk van die overlast is om gek van te worden.'

Bewoner Erik Beenker over de prostitutieoverlast op 'zijn' Heemraadssingel. Samen met zijn buurman Hans Flier werd hij laatst door de politie opgepakt omdat hij een tippelaarster voor zijn deur wilde verwijderen. Haar aanwezigheid was voor Beenker een van die mokerslagen. Flier en hij hebben meer dan een uur in een politiecel doorgebracht. Die ervaring heeft hen bepaald niet ontmoedigd, nee, juist áángemoedigd om actief iets te gaan doen aan de overlast in hun straat, ooit een van Rotterdams welvarendste dreven. Waaruit bestaat die overlast? Hans Flier: 'De Heemraadssingel wordt gedomineerd door hoeren en alle daarbij behorende randverschijnselen. je moet je voorstellen dat er elke dag een grote groep automobilisten tientallen rondjes rijdt. Er worden per jaar zo'n honderdduizend bezoekjes gebracht aan het openluchtbordeel dat deze singel zo langzamerhand is geworden. Honderdduizend. Dat is meer bezoekers dan het Scheepvaartmuseum trekt. De geluidsoverlast is dus enorm.'

Dat levert bovendien problemen op waarvan iemand die hier niet woont geen weet heeft. Flier: 'Vrachtwagenchauffeurs die van ver komen, lossen hun lading in de haven en rijden, zonder achtersten, langs de singel heen en weer om iemand op te pikken. Terwijl zij worden afgewerkt, zoals dat in de vaktaal heet, laten ze gewoon hun motor draaien. Met een klein geruisloos autootje zou dat nog niet zo erg zijn, maar met zo'n grote truck...'

Mevrouw Hartog kwam een kwart eeuw geleden in de buurt van de Heemraadssingel wonen. 'Het was hier prachtig. Kennissen zeiden tegen ons dat we echt 'op stand' zouden gaan wonen. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Toen was alles groen. In de winter schaatsten kinderen op de singel en 's zomers ging je 's avonds lekker een blokje om, een frisse neus halen na het eten. Tegenwoordig ga ik overal met een taxi heen. Ik durf zelfs niet meer met de metro.'

Ze heeft al jarenlang last van hoeren die voor haar huisdeur klanten bedienen. Vooral in de periode net nadat de tippelzone van de G.J. de Jonghweg naar de Keileweg was verplaatst, struikelde zij bijkans over hele horden hoerenlopers. Op straat wemelde het van de gebruikte condooms. Sinds er palen strategisch in het trottoir en wegdek werden geplaatst, waardoor de automobilisten langere lussen rond de singel moeten maken en derhalve de verkeersstroom wordt getemperd, zijn haar zorgen enigszins verminderd. 'Het is een tikkeltje afgenomen, maar de overlast blijft.'

Politie heeft voorgelogen

De geïrriteerd geraakte televisiejournalist Ronald Stevens: 'De politie heeft iedereen voorgelogen. Ik word pisnijdig als ik die hoeren en junks zie lopen. 'Stevens woont op het stuk van de Heemraadssingel tussen de Beukelsdijk en de Nieuwe Binnenweg. 'Ik woon hier nu anderhalf jaar en alles wat je aan ellende kunt bedenken, heb ik meegemaakt. Bedreigingen, inbraken in auto en huis. Nu ben ik weinig thuis. Maar als ik de straat in rijd, zie ik overal hoertjes. De politie houdt zich dus niet aan haar beloften. Zij had toegezegd dat met de verhuizing van de tippelzone de hinder zou verdwijnen.'

'De verplaatsing van de tippelzone en tegelijkertijd de ontmanteling van Perron Nul veroorzaakte een toename van criminaliteit op de Nieuwe Binnenweg', meent Jos Peters, voorzitter van winkeliersvereniging De Nieuwe Binnenweg. Hij vertegenwoordigt de detaillisten van het Eendrachtsplein tot aan de Heemraadssingel. Zijn  Drogisterij is opgericht in 1894. Peters: 'Ik ben de vierde generatie in dit familiebedrijf. Sinds 1920 verkopen wij op de huidige lokatie. Ja, ik ken m'n pappenheimers wel.'

'Volgens de politie geniet het gedeelte tussen de 's-Gravendijkwal en de Heemraadssingel absolute prioriteit. Maar volgens mij hebben ze onvoldoende ruggesteun van het Openbaar Ministerie. Er moet een speciale politieverordening komen. Ik vlucht echt niet voor de junks, maar het water staat me tot de lippen. Voor veroordeelden tot minder dan 18 maanden cel is geen celruimte. Sommige winkeldieven kan ik uittekenen. Nee, Peper dit, Peper dat, ho maar. Ik zie nog geen tastbare resultaten. Al dat gepraat moet eens tot effect leiden.'

De winkeliers hebben diverse alarminstallaties, waaronder één lijn waarop alle verenigingsleden zijn aangesloten zodat ze elkaar kunnen waarschuwen. Unaniem zwijgt men over het hanteren van vuurwapens uit zelfbescherming, men zweert bij de blote vuist of honkbalknuppel. Peters: 'Ik ben één van de weinigen die wel eens achter een boef aanrent. Andere winkeliers durven niet meer. Het vertrouwen in de rechtsstaat is zoek.'

Martin van Leeuwen 'geniet' vanuit zijn Woerdense kaashandel van een perfect uitzicht op passerend leed. 'Kijk, het is nog steeds een zootje. De algehele opinie hier is: weg met die zooi! Maar ja, dan waaiert het geboefte uit over de wijk.' Een dame aan de toonbank mengt zich in het gesprek. 'Breek me de bek niet open. De Binnenweg wordt schoner, maar moet je 's avonds bij ons in de Zwaardecroonsraat komen... Het lijkt de Bronx wel. De politie staat machteloos. Sommige junks gebruiken verfrommelde processen-verbaal als identificatie. Ze weten niet eens wanneer ze voor de rechter moeten verschijnen. Ons rechtsgevoel krijgt een knak. Junks en dealers hebben niets te verliezen. So what! Ze blijven tóch op vrije voeten. Niet de politie, maar die bloedzuigers hebben de vrije hand.' Prostituée Gerda begrijpt dat de buurt steen en been klaagt. 'Kijk, ik ben een gebruiker, maar je hebt wel verschil in junkies. Ik zal nooit in een portiek gaan zitten spuiten. Of daar m'n sokken uittrekken om m'n tenen schoon te maken. Dat gebeurt wél. Sommigen trekken hun vuile onderbroek bij mensen voor de deur uit. Of ze gaan op de mat zitten schijten.

Mij zul je dat echt nooit zien doen. Ik heb nog wel een béétje zelfrespect.' Haar stem klinkt fel en verontwaardigd. 'De meiden, die zich zo asociaal gedragen, zijn de types die vroeger op Perron Nul kwamen', zegt ze. 'Lager dan dat kan niet. Het valt me ook op, dat zij veel meer opgepakt Worden dan ik.'

Hans den Oudendammer (D66) heeft als wethouder van Onderwijs, Sport en Recreatie, Volksgezondheid, Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening ook prostitutiezaken onder zijn beheer. Als zodanig is hij het aanspreekpunt voor de zich gedupeerd voelende bewoners van de Heemraadssingel.

We vroegen hem, per fax, of sinds de opheffing van de G.J. de Jonghweg als gedoogzone het aantal tippelaarsters op en rond de Heemraadssingel inderdaad sterk is afgenomen. En: doet de reductie tot ‘een paar meiden' bij bewoners niet terecht het idee ontstaan dat aan een unieke gelegenheid wordt voorbijgegaan om de overlast 'voor eens en voor altijd' de kop in te drukken?

Den Oudendammer: 'Er is een tippelverbod dat buiten Keileweg 26/28 onverminderd van kracht is. Het is echter een illusie te menen dat de prostitutie als zodanig verdreven kan worden. Doelstelling van de gemeente is niet de prostitutie maar de overlast te bestrijden. Extra, gerichte inzet van de politie blijft derhalve noodzakelijk. Het toegenomen aantal processen-verbaal is daar een logisch gevolg van.'

Staat tippeloverlast niet te laag op de 'ergheids' schaal?

'Tippeloverlast wordt als minder ernstig gekenmerkt wanneer het gaat om een onderscheid tussen visuele overlast en feitelijke bedreigende situaties. Gemeentebestuur en politie zijn zich er echter terdege van bewust dat de scheidslijn tussen die twee verschijnselen subjectief is en zich moeilijk laat trekken.'

Op de Nieuwe Binnenweg 284 zetelt wijkagent Hans Vos. Surinamers noemen hem 'Wijkkie', junks 'Vossie' en zijn vijanden 'animal'. Vos is een rauwdauwer met een hart van goud dat voor op zijn tong ligt. Hij heeft het gevoel nog iets te kunnen betekenen voor 'zijn' mensen. En dat doet hij op zijn eigen manier. 'ik ben positief over het werk van dominee Visser, maar mag ik dan alsjeblieft voor de burger opkomen die geen overlast veroorzaakt en een normaal leven leidt?'

De hoerenlokdoos

Een van de instrumenten, die de politie in dit kat- en muisspel tussen dienders en tippelaarsters inzet, is de zogeheten hoerenlokdoos. De hoerenlokdoos? 'ja', zegt Vos. 'Eens in de zoveel tijd kopen we bij een autohandelaar een oud barrel. Een agent in burger kruipt achter het stuur en rijdt daarmee rondjes over de Heemraadssingel. Zodra hij door een tippelaarster wordt aangesproken, is zij de pineut. Dan gaat ze mee naar het bureau en wordt er proces verbaal opgemaakt. Die pv's worden fijn op een stapel gelegd en binnenkort, op 17 maart, worden de dames allemaal voor de rechter gedaagd. Dat wordt dan óf betalen óf de gevangenis in.'

De hoerenlokdoos is ook Gerda niet onbekend. 'Het is vaak zo'n stationcar, hè. Maar er lopen ook agenten in burger op straat. Zo kwam ik eens een keer uit de metro bij Coolhaven. Stond daar een vent en die riep hallo. Dus ik zei hallo terug. Koud hè, zei bij. ja, antwoordde ik, warm is anders. Maar als je wilt, kan ik je wel warm maken. Wil je met me mee? Laten we dat maar niet doen, zegt die vent. Ik ben van de politie, je bent gearresteerd. Toen moest ik dus mee en kreeg ik een boete van tweehonderd gulden. Dat vind ik dus wel uitlokking. Eigenlijk mag de politie dat helemaal niet doen. Die agent begon toch met hallo zeggen? Misschien was ik zelf ook wel naar hem toegelopen, maar misschien ook niet.'

Om de immer florerende seksmarkt op de Heemraadssingel nog verder te dwarsbomen zijn sinds enkele maanden ook hoerenlopers wat je noemt 'de lul'. Vos: 'Prostituanten die betrapt worden, gaan net zo goed mee naar het bureau en krijgen een boete van honderd gulden. Die mag niet meteen betaald worden, ze krijgen hem later thuisgestuurd. Met een duidelijke vermelding erop dat het om een overtreding van de zedenwet gaat. Het eventuele vrouwtje thuis zal dan echt niet denken dat manlief in het openbaar tegen een muur heeft staan pissen...'

Ook Gerda is wel eens met een klant betrapt, zij het niet op de Heemraadssingel. 'Ik kwam eens om kwart voor zes bij de Keileweg. Het hek was nog niet open, maar ik had al wel een klant. We zijn toen op een zijweggetje van de Keileweg gaan staan, waar verder niemand last van ons kon hebben. Die klant had betaald, ik was net met hem bezig en ja hoor, daar kwam de politie. Moesten we allebei mee.'

Sinds de betrapping bij hete daad deelt Gerda consequent waarschuwingen uit aan klanten, die ze buiten de Keileweg oppikt. 'Laten we hier ver uit de buurt gaan, zeg ik dan, want als ze ons pakken, zijn we allebei de klos. Eigenlijk is het stom van me om die klanten te waarschuwen, want ik ben er ook al een paar door kwijtgeraakt. Maar ik doe het toch.

Zelf ben ik nu in totaal drie keer opgepakt en heb ik één bekeuring thuisgestuurd gekregen. Ik moest toen ook voorkomen, maar ik ben niet gegaan. Wat zou ik bij zo'n rechter zoeken? Ik verlies het toch! Hoeveel andere tippelaarsters er binnenkort moeten voorkomen, weet ik niet. Er staan er in elk geval een hoop op de telex van de politie, omdat ze nog boetes hebben openstaan. Als die meiden gepakt worden en er is plaats in de gevangenis worden ze gelijk weggebracht. Zo niet, dan laat de kit ze weer lopen. Da’s dan een goeie leer voor de volgende keer. Dan weet je tenminste dat je gezocht wordt en moet uitkijken.’

 

Wat vindt wethouder Den Oudendammer van het beleid om zoveel mogelijk prioriteit te verlenen aan het politieapparaat terwijl het effect klein is? Honderd gulden boete? Twee dagen zitten? Het maakt de harde kern van de meiden toch totaal niets (meer) uit?

Den Oudendammer via de fax: 'Het opjagen, de Processen-verbaal en andere acties zijn bedoeld om het overlastgevende gedrag te ontmoedigen. We hebben nu eenmaal te maken met de werkelijkheid van beperkte juridische mogelijkheden in zaken als wetgeving, mankracht Openbaar Ministerie en beperkte celcapaciteit.'

Volgens wijkagent Hans Vos moet je uit het juiste hout zijn gesneden om tussen het Wetboek van Strafrecht en de dagelijkse praktijk te kunnen laveren. 'je hebt drie soorten agenten', zegt Vos, zichzelf positionerend. 'Categorie 1: het jonge pikkie, die zijn strepen moet verdienen door mij te bekeuren. Categorie 3 bestaat uit ouwe lullen. Uitgerangeerd, chagerijnig en foeterend. Ik hoor bij de groep die daar tussenin zweeft.' Vos houdt van de brede aanpak. 'Ook het vernielen van een bushokje trek ik me aan. Alle kleine dingetjes maken één verloedering. Maar ja, de politie is zwaar onderbezet. We kunnen maar op één plek tegelijk zijn. Als er relletjes met Feyenoord zijn, is het voor ons bingo. Volgt er dan nog eens een schietpartij, dan zit ik jodelend bij de telefoon.'

De wijkagent staat met beide benen stevig verankerd in de Middellandse klei: 'In de Tweede Kamer missen ze realiteitszin. Ik liep eens niet een delegatie over de Binnenweg, waarna een van deze mannen me zei: 'Heer Vos, u heeft een gevaarlijke baan. Ik heb bewondering voor u.' Ik antwoordde hem: 'Hebt u dan geen bewondering voor dat bejaarde dametje dat zich op een donkere avond na een flap uit de tap naar een mistige straat begeeft waar junks klaar staan om haar te beroven?' Nee, aan mooie woorden hebben we niets. Den Haag begrijpt er niet veel van.' Over drugsoverlast is hij duidelijk: 'Voor zielige verslaafden is er maar één oplossing: Verplicht afkicken! Gebeurt dat niet, dan gaan zij door met overlast veroorzaken. ik ben er een voorstander van om ze eens échte patiënten te laten zijn.' Vos' ogen kijken vurig, met een gebalde vuist camoufleert hij een zware kuch.

Hij is, als een van de weinigen, optimistisch: 'De neerwaartse spiraal buigt terug. Echt, het is een kwestie van tijd. Ik ben trots dat ik tussen Middellanders mag werken. We hebben bier tweeëntachtig nationaliteiten wonen. Fantastisch, dat ik op enkele incidenten na nooit iets van racisme merk.'

Maar het valt toch niet te ontkennen dat Marokkanen de straatroof domineren?

'Nee, dat is zo. Maar de Marokkaantjes, Arabiertjes, Berbertjes plus de rest die 's rnorgens de krant bezorgen, zien de mensen nooit. Dan liggen ze zelf nog op één oor. Je moet voorzichtig zijn met generaliseren. Voor je het weet ben je een racist. Daar pas ik voor.'

Op de goede weg

Vos steunt Peper in zijn beleid: 'Peper heeft buitenlandse en provinciale junks aan de zeef laten plakken. Het aantal straatovervallen is gedaald. We zijn op de goede weg.' Er zijn, zegt de wijkagent, ongeveer tweeduizend verslaafden in Rotterdam. 'Het bedrag voor het dagelijkse portie drugs stel ik zeer laag op vijfentwintig gulden per dag. De dagwaarde van de benodigde autoradio stel ik op gemiddeld honderd gulden en die van de ingeslagen ruit op vijfenzeventig. Dus tel maar na: tweeduizend maal (f 25 + f 75 + f 100)  maal 365 is 146 miljoen gulden. Dat is het bedrag dat jaarlijks alleen al in Rotterdam omgaat. Daarbij laat ik de opvang, politie en andere kosten buiten beschouwing. Tel uit je winst. Daarom ben ik voor de vrije verstrekking van heroïne, maar dan wel in heel Europa.' In een poging de hoeren de stad uit te krijgen heeft de gemeente de beruchte tippelzone aan de G.J. de Jonghweg verplaatst naar de Keileweg, midden in het westelijke Rotterdamse havengebied.

 

(…)

 

Gerda (35) hoort, met zo'n twintig andere vrouwen, bij de groep die brigadier Hans Vos omschrijft als 'de hardnekkige tantes. 'Gerda gebruikt. En Gerda tippelt. Niet alleen op en om de Keileweg, maar ook op de Heemraadssingel. Elke dag gaat ze als het pontje van drs P. heen en weer, heen en weer. Het leveren van seksuele hand- en spandiensten op louter de Keileweg levert haar niet genoeg op. 'Het is heel typisch met mij', zegt ze vanachter de derde vieux-cola die ze vroeg in de middag achteroverslaat. 'Ik krijg altijd alleen maar klanten op plekken waar ik niet mag lopen.' Vroeger stond Gerda - al twintig jaar verslaafd aan cocaïne en heroïne - op de G.J. de Jonghweg. 'Dat was een te gekke plek. Ze hadden de GJ nooit moeten sluiten. Wat hadden de mensen daar nou voor last van ons? Ja, op het laatst liep het uit de klauwen met die deaIers en zo. Maar als de politie het had gewild, hadden ze die best kunnen verjagen. Ze hebben ons toch zeker ook weggekregen daar? Het lijkt wel alsof wij nu worden gestraft voor wat de dealers allemaal hebben uitgevreten.' Gerda heeft het niet op de nieuwe plek waar geldnood en geilheid elkaar ontmoeten.

'Het is eng bij de Keileweg, omdat er helemaal geen mensen in de buurt wonen. Ze kunnen je op de verlaten weg er naar toe zo een mes op je strot zetten; geen haan die er naar kraait. Veel klanten vinden het ook niks daar. Die voelen zich begluurd door de politie en durven het hek, dat om het tippelcircuit heen staat, niet door. Ze zijn gewoon bang dat de kit de boel onverwacht op slot zal doen en dat ze er dan niet meer uit kunnen. Mij zie je niet op de Keileweg, zeggen ze dan tegen mij. Als je me als vaste klant wilt houden, zie ik je wel op de Heemraadssingel.'

Na de verbanning van de hoeren naar het desolate bedrijventerrein in Rotterdam-West zijn volgens Gerda veel heroïneprostituées uit Rotterdam vertrokken. 'Op de Keileweg staat nu voor zeker tachtig procent travestieten. Veel meer dan er ooit op de GJ hebben gestaan. Ook dat schrikt de klanten af. Denken die een lekker meid in de auto te hebben, grijpen ze haar tussen de benen en hebben ze opeens een stijve lul in hun handen. Dat zou ik ook niet leuk vinden als vent.'

Travestiet of niet, er staan tegenwoordig een hoop mooie 'meiden' in de gedoogzone, moet Gerda erkennen. 'Ze zien er goed uit. De meesten gebruiken niet en hebben dure kleren en zo. Soms ben ik daar best jaloers op, hoor, want ik vind mezelf helemaal niet zo knap. Ik zal er maar niet tussen gaan staan, denk ik dan, want dan verdien ik toch niks. Maar buiten het hek van de Keileweg heb ik zo een klant. Het is net of je jezelf daar sterker voelt. Dan loop je met je kop in de wind en kun je toch nog een béétje capsones hebben. Voor al die andere melden, die buiten de Keileweg tippelen, geldt volgens mij hetzelfde. Hoewel.... er zijn er ook wel die uit luiheid op de Heemraadssingel blijven lopen, hoor. Die vinden de Keileweg gewoon te ver. Anderen zijn al zo ver doorgedraaid, dat ze niet eens weten dat de Keileweg bestaat. Of ze vinden het er te koud. Het is ook hartstikke koud op die Keileweg. Je hebt er helemaal geen beschutting. Dan zeggen ze wel: je kunt toch schuilen bij Keetje Tippel? Maar ik kom niet om constant in die keet te zitten met een tosti en een soepie. Ik kom om te verdienen.

Op de Heemraadssingel loop je nog tussen de huizen, lekker windvrij. Mooier kun je het eigenlijk niet hebben. En de bewoners hoeven er volgens mij helemaal geen last van te hebben. Mij rijdt de politie soms wel tweehonderd keer op een dag voorbij. Ze moeten ook maar net kunnen bewijzen, dat je aan het werk bent natuurlijk. Als je niet stil staat, maar de hele tijd blijft lopen, kun je immers net zo goed onderweg zijn naar een winkel om boodschappen te doen.

Hoe het met ons verder moet nu de kit zo aan het jagen is? Ik weet het niet. Ik leef van dag tot dag, gewoon met de meute mee. Maar één ding weet ik zeker en dat heb ik ook al tegen de politie gezegd: als ik buiten het hek van de Keileweg een klant kan krijgen, pak ik 'm.'

Omdat de buurtbewoners vinden dat de gemeente niet met een passende oplossing komt, nemen zij het heft in eigen hand. 'Wij turven elke avond auto's en noteren de nummerborden', vertelt Erik Beenker. 'Hierdoor proberen we een overzicht te krijgen van de omvang van het aantal prostituanten. Met de kentekens zelf kunnen we niet veel doen. Op dit moment althans. Er is overleg met de politie om alle informatie in de publiciteit te brengen.'

Auto's op video

Eén buurtbewoner heeft zelfs een videocamera aan zijn woning laten bevestigen, waarmee hij de automobilisten filmt. Hij hoopt dat op een dag zijn videobanden van enig nut kunnen zijn in de strijd tegen de verpaupering van zijn wijk.

Beenker gaat ook regelmatig zelf de singel op om prostituanten te ontmoedigen. Zo houdt hij een man van middelbare leeftijd die in een aan de Heemraadssingel geparkeerde auto voor zich uit zit te staren scherp in de gaten. Na een half uur besluit Beenker hem aan te spreken. Wat de man hier komt doen? Vanuit de auto klinkt een heel aannemelijk antwoord: dat hij hier vroeger woonde en af en toe eens terugkomt om over vroeger te mijmeren. 'Of is dat soms verboden?'

Beenker antwoordt geïrriteerd dat iedereen vrij is om te gaan en staan waar hij wil, maar dat hij doodziek wordt van al die hoerenlopers die constant in 'zijn' buurt rondhangen. De man in de auto reageert alsof hij niet beseft waar Beenker het over heeft. De Heemraadssingel is wat hem betreft gewoon een fijne plek om lekker melancholisch in zijn auto te zitten.

Beenker maakt zich op voor een rondje Heernraadssingel-Rochussenstraat-Heemraadssingel-Binnenweg.

Als hij na nog geen tien minuten terugkomt op dezelfde plek is de auto verlaten. Een meter of tien verderop komt de man aanlopen. Met een meisje.

'Zo, gezelschap gevonden?!' vraagt Beenker spottend. 'Geen hoerenloper hè?' De man kijkt alsof hij door zijn vrouw betrapt wordt, pakt het meisje bij de arm en gebied haar op de hoek van de straat te wachten. Het meisje loopt door en de man maakt aanstalten om zijn auto in te stappen. Beenker weet dat de man nu wegrijdt om honderd meter verder die hoer weer op te pakken. 'Ik geef uw kenteken door aan de politie!' roept hij de prostituant in spe na.

Als ook die woorden geen indruk maken geeft Beenker met zijn vlakke hand een klap op de auto. Woest komt de man zijn auto uit. Beenker deinst achteruit. De man, tevreden over zijn imponerende gedrag, stapt weer in zijn auto. Hij start de motor en draait de parkeerhaven uit. Weer een klap op de auto. De man laat de wagen half op de rijbaan staan en rent Beenker, die al was weggehold, achterna. Achterop komende auto's beginnen te toeteren.

De man keert terug naar zijn auto; Beenker was hem te snel af. Maar die haalt, zodra de adspirant-hoerenloper weer achter het stuur zit, opnieuw uit. Het aantal deelnemers aan dit grotestadstafereel breidt zich uit als ging het om een Comedy Caper: zo gaat nu ook de bestuurder die op het punt staat de parkeerplaats over te nemen over de rooie. Naar zijn belaagde medeweggebruiker roept hij: 'Als jij 'm niet op z'n bek slaat doet ik 't!'

Die ziet echter zijn kans schoon en rijdt snel weg in de hoop dat ze er nog staat. De schreeuwende jongeman parkeert zijn wagen op het plekje, spring eruit en gaat Beenker te lijf. Er volgt een wilde achtervolging over de Heemraadssingel waarbij de agressieve jongeman halverwege opgeeft. Hij draait zich om en verdwijnt even later in een drugspand. Het gerucht gaat dat ook een andere 'actie' heeft plaatsgevonden: bezoekers van het café Out Of Time zouden enkele prostituées de singel in hebben geduwd. Niets van waar, volgens bedrijfsleider Rornijn: 'Wij hebben nooit problemen gemaakt, maar de verleiding om een paar van die meiden, en hun pooiers en niet te vergeten hun dealers, in het water te smijten is groot. Ik word af en toe doodziek van die gasten. Ze vallen klanten lastig die het café verlaten en ze bederven het uitzicht. Wij hebben altijd vreselijk ons best gedaan om de boel hier 'schoon' te houden. Maar ja, prostitutie trekt ook dealers aan. En die vind ik de grootste ellendelingen.'

Mevrouw Hartog heeft zo haar eigen manier van protesteren tegen prostitutie en de blijkbaar onvermijdelijke bijzaken. 'De automobilisten wenken naar alle dames die over straat lopen. Ook naar mij en mijn dochter. Afgrijselijk vind ik dat. Als mij twintig jaar geleden was gezegd dat ik iemand het vingertje zou geven, had ik hem uitgelachen. Maar nu aarzel ik niet om mijn middelvinger op te steken naar die smerige mannetjes.'

Hoeren of niet, het ergst vindt zij dat de sfeer in de wijk zo is veranderd. 'We hebben ooit wel overwogen om te verhuizen, maar we laten ons niet verjagen. Hoewel je niet kunt blijven zeuren over vroeger, kon je toen op vakantie gaan zonder bij wijze van spreken de deur op slot te doen. Nu lijkt ons huis wel een vesting. Er zitten drie sloten op de deur en nog voel je je amper veilig.

je normen worden anders. Ooit kwam je meteen uit je bed om te helpen als je 's nachts buiten iemand hoorde schreeuwen. Tegenwoordig draai je je om en denk je: ik wou dat ze ophielden, ik wil slapen. En eigenlijk moet dat natuurlijk niet, want het kan net zo goed mijn dochter zijn die om hulp brult.' 's Avonds de straat afsluiten. Een straatverbod afdwingen voor de prostituées. Brieven uitdelen aan de hoerenlopers met het verzoek in het vervolg de buurt te mijden. Dat is een greep uit de acties - naïef of niet - die Beenker en Flier overwegen om een einde te maken aan de overlast.

 

(…)

 

Circuit, maart 1995