P A R K

 

RIEN VROEGINDEWEIJ

 

Twee jaar geleden werd er op de singel bij mij in de buurt een aantal houten banken geplaatst. Ze staan er nog, zij het enigszins toegetakeld. Toch heeft het nog lang geduurd voor de vandalen er vat op kregen, maar nu is het zover. Ze zijn begonnen

met de spijltjes van de rugleuningen. Die zijn er nu uitgesloopt. Nog niet bij alle banken, maar het begin is er en een slecht voorbeeld doet slecht volgen. De onttakeling zal nu, vermoed ik, met rasse schreden voortzetten en het zal niet lang meer duren of de eerste bank ligt bij de fietsen in het water. Bijna had ik geschreven: bij de vissen. Maar ik geloof dat er nog één levende vis in die singel zit. Zelfs de onverwoestbare stadseenden moeten het vaak tegen het van gemeentewege onbestreden blijvende botulisme afleggen: dan zie je er weer eens eentje levenloos met zijn pootjes naar boven in dat vieze water drijven.

Toen die banken er pas stonden dacht ik: wat een lef om die hier neer te zetten. Maar ik had natuurlijk moeten denken: wat dom. Op de rugleuningen staat de naam van de goede gever: Robeco 1933-1983. Het geschenk van een jubilaris. Het zijn mooie banken, made in England, door Barlow Tyrie Ltd., Springwood industrial estate, Braintree, Essex. Maar dat heeft ook al niet geholpen. In mijn Engels woordenboek staat niet wat "springwood" betekent, vrij vertaald zou je zeggen "lentehout", maar de banken zien er stevig uit. Als je erop zit heb je niet het idee dat je erdoor zal zakken.

Het zijn qua vorm een beetje voorname banken, ze horen eigenlijk in een stille laan te staan, waar uitsluitend hele kleine kinderen en krachteloze ouden van dagen verpozen, en niet op een singel in een afbraakbuurt waar een bank van gewapend beton amper tegen de vernielzucht bestand is.

De singel waar ik het over heb is de Heemraadssingel. Een brede laan. Echt Parijsbreed, ik denk de breedste en misschien ook wel de langste van Rotterdam. Er zijn vier rijbanen, parkeerstroken, zes ruime trottoirs, bomen, water en bruggen, pisbakken, telefooncellen en taxistandplaatsen, kortom het hele openbare voorzieningenpakket die een straat of laan levendig en bovenal leefbaar maken. Er staan uiteraard ook huizen, grote ouderwetse herenhuizen, waar de "heren" wegens te hoge stookkosten en bediendenlonen uit vertrokken zijn en die nu helaas voor een groot deel door kantoren worden bezet, en voor de rest een kleurrijke verscheidenheid aan bewoners huisvesten. Maar wat wil de projektgroep met het "gebied", dat van de Coolhaven tot de Diergaarde loopt? De projektgroep wil er een park van maken. Een park! Weet u wat een park is? Een park midden in de stad, in een buurt waar een mooie Engelse bank het nog geen twee jaar uithoudt? Juist. Een park is een hondenschijtplaats, een openluchtbordeel, een exhibitionistenmuseum, een achter-de-boom-rukkers-bos, dus een gevaarlijk en ontoegankelijk oord voor vrouwen en kinderen.

De Heemraadssingel is lang niet meer de rustieke laan voor de gegoede burgerij, maar er is nu nog een zekere controle op wat zich daar allemaal in het openbaar afspeelt. Wat is dat toch voor een krankzinnig gedoe in deze stad om het weinige dat er na de bomen van mei 1940 nog over is af te breken? Waarom laten ze dat in ieder geval niet gewoon voor wat het is? Die Heemraadssingel is een prachtige, grootsteedse laan die af en toe een opknapbeurt moet hebben. Ik denk dat de gemeente blij is met de plannen van de projektgroep, want een park kan je laten verwaarlozen zonder dat iemand het merkt, of denkt dat het.zo hoort. Bovendien is de Heemraadssingel wel breed, maar voor een park te krap. Het Vondelpark in Amsterdam bijvoorbeeld is in de breedte ook niet om een marathon te lopen. Maar dat is altijd nog twee keer zo breed als ons geplande Heemraadsparkje. En waar moet het verkeer heen? Er zijn huizen, kantoren en zijstraten en die moeten toch minstens voor brandweer en ambulances bereikbaar blijven. Verkeer is als water, sluit je ergens een weg af dan gaat het ergens anders heen.

Dus dat komt straks allemaal bij mij door de straat. En waar moet ik dan heen. Op een kapotte bank in een onveilig donker park gaan slapen?

 

Het Vrije Volk, 19-4-1985