Directeur Afrika Instituut verdacht van oplichting
Laurent van Ham en het Afrika Instituut aan de Heemraadssingel
In 1956 richt pater Jac. Sol (dan 52-jaar) van de
Soci‘teit van
Missionarissen van Afrika (Òwitte patersÓ) het Afrika
Instituut op aan de Heemraadssingel 133. Het Afrika Instituut organiseert
verkooptentoonstellingen van etnografische maskers, beelden, fetischen en rituele gebruiksvoorwerpen uit Afrika. Het
instituut houdt deze tentoonstellingen in het eigen pand maar ook in
expositieruimten die door het hele land worden gehuurd. De kunst wordt
ingekocht bij de Tanzaniaanse staatscošperatie
ãTanzania Arts" en bij vergelijkbare instellingen in andere Afrikaanse
landen. Het Afrika Instituut presenteert zich graag als een van de laatste
particuliere musea in Nederland, maar is eigenlijk meer een reizende galerie.
In
verschillende krantenberichten valt te lezen dat Jac. Sol het Afrika Instituut
samen met Laurent van Ham heeft opgericht. Dat lijkt
te veel eer voor Van Ham, die in het oprichtingsjaar 1956 pas 9 jaar oud is.
Van Ham treed in elk geval vanaf begin jaren tachtig wel op als directeur van
het Instituut.
Zo verschijnt in 1980 het boek Afrikaanse kunst uit Opper Volta, samengesteld door Laurent van Ham en Robert van Dijk, waarbij hun functies
worden omschreven als respectievelijk directeur en wetenschappelijk medewerker
bij het Afrika Instituut.
Laurent van
Ham noemt zich cultureel
antropoloog, maar een afgeronde universitaire studie ligt hier niet aan ten
grondslag.
Pulchri Studio dreigt met faillissementsaanvraag
Het particuliere museum annex handelshuis aan de
Heemraadssingel leidt een betrekkelijk rustig bestaan totdat directeur Van Ham
in 1983 de publiciteit zoekt in verband met een dreigend faillissement. Op
straffe van een faillissementsaanvraag eist de gerenommeerde Pulchri Studio in Den Haag dat het Afrika Instituut binnen
enkele dagen de gehuurde expositieruimte aan de Lange Voorhout
vult met Afrikaanse Kunst, of een bedrag van 35.000 gulden op tafel legt.
De te exposeren voorwerpen liggen echter op de bodem van
de oceaan. Directeur Van Ham licht toe: ãVorig jaar juli was onze
basiscollectie met het vrachtschip de Bonsu op weg
van Rotterdam naar Afrika, waar hij, aangevuld met enkele particuliere
kunstvoorwerpen, zou worden tentoongesteld in Ghana, Opper Volta en Togo.
Tijdens het transport, dat via een bevriend reder was geregeld, kwam het schip
terecht in een zware storm, die onze container met 150 voorwerpen op 21 juli
1982 voor dŽ West-Afrikaanse van dek blies en naar de kelder joeg."
De collectie bestond onder meer uit een zeldzame
stofgoudpot, vijf spijkerfetisjes van de Besong-stam uit Za•re en gebruiksvoorwerpen, beelden en
sieraden van de Lobibevolking uit Opper Volta. Na de
rondreis over het Afrikaanse continent zou de collectie in december terugkeren
naar Nederland om te worden ge‘xposeerd in de Pulchri
Studio.
De kunstschatten in de container waren niet alle
eigendom van Van Ham zelf. Hij had voor 300.000
gulden kunst van particulieren geleend, die hij moet vergoeden. En omdat het
Afrika Instituut uit eigen middelen al 160.000 gulden zou hebben betaald aan
particuliere schuldeisers, betekent de vordering van de Pulchri
Studio het vermoedelijk onafwendbare einde van het Afrika Instituut.
Penningmeester W. Ciereraans
van de Pulchri Studio spreekt de lezing van Van Ham tegen: ãAls wij een faillissementsaanvraag zouden
indienen, is dat niet omdat het Afrika Instituut zijn huidige verplichtingen
niet nakomt. Van een vorige, expositie staat nog een aanzienlijke schuld open.
Verder hebben wij niet al te beste ervaringen met het Afrika Instituut. In
augustus van het vorig jaar heeft Van Ham hier een vijfjarig contract
afgesloten, terwijl hij op dat moment wist dat zijn collectie letterlijk naar
de haaien was. Hij heeft daarover met geen woord gerept.Ó.
Van Ham eist uitbetaling schadeclaim door
verzekeraars
Het Afrika Instituut verzekerde haar collectie bij de
maatschappijen Delta Lloyd en Orobio Mees Herman,
voor een totaalbedrag van 1,1 miljoen gulden. Hoewel in augustus van het vorig
jaar al een schadeclaim is ingediend, heeft het Afrika Instituut tot dusverre
geen cent gezien. ÒNa uitbetaling zouden we vervangende stukken kunnen kopen en
aan onze verplichtingen" tegenover de Pulchri
Studio kunnen voldoen," aldus Van Ham. Hij hekelt de opstelling van Delta
Lloyd in niet mis te verstane bewoordingen: ãDie verzekeraars zijn een
stelletje verschrikkelijk rechtse geldwolven. Zij voeren een politiek die erop
is gericht zoveel mogelijk vette premies binnen te halen, maar zodra het op
uitbetalen aankomt geven ze niet thuis. Ze hebben ons de afgelopen tijd al
bestookt met uiterst irrelevante vragen, en verzinnen steeds nieuwe. Het enige
dat voor hen telt zijn de centen," aldus Van Ham. ÒDie mensen hebben
totaal geen verstand van Afrikaanse kunst en willen dat ook niet hebben. Niet
voor niets beledigt men mij constant met de kreet aapjescultuurÓ.
Om die reden sleept de Rotterdamse museum-directeur
via zijn advocaat W. Verhoeven de verzekeraars in een kort geding voor de
rechter.
Advocaat mevrouw mr. Wildeboer
van Delta verklaarde dat aan dit schadegeval zoveel onduidelijke kanten zitten,
dat uitbetaling niet op zijn plaats is. Van Ham is mededirecteur geweest van de
Afrikaanse scheepvaartmaatschappij Continental African Maritime Company, die als
verscheper optrad voor de container. Ook was hij mede-eigenaar van het onder Ghanese vlag varende schip Bonsu,
dat de container vervoerde. Hij zou persoonlijk opdracht gegeven hebben de
container met kunstschatten niet in het ruim te laden maar, aan dek te sjorren.
Hoe indertijd die ene container van het vrachtschip de Bonsu kan zijn gewaaid, terwijl de rest van de lading gewoon
gespaard bleef, kan Van Ham niet verklaren. Ook de vraag waarom een
kunstverzameling met een waarde van 1,1 miljoen gulden op het dek in plaats van
in het ruim geplaatst kon worden, blijft door Van Ham onbeantwoord.
ÒHoe en
waar die container is gestuwd is niet mijn zaak. Het interesseert mij ook niet,
feit is dat het gebeurd is en dat ik schade heb geleden waarvoor ik verzekerd
benÓ, zegt de directeur meermalen. ÒEr is niets onrechtmatigs gebeurd en dus
moet ik gewoon uitbetaald krijgenÓ.
De rechtbank is echter niet overtuigd en wijst de eis tot uitbetaling
van de schadeclaim op 20 september 1983 af. Laurent
van Ham is dan echter al niet meer op vrije voeten.
Van Ham gearresteerd wegens
verzekeringsbedrog
De Rotterdamse rivierpolitie arresteert de 36-jarige
directeur Van Ham op 19 september 1983 op verdenking van verzekeringsbedrog,
valsheid in geschifte en oplichting. De rivierpolitie stelde in mei van dat
jaar een onderzoek in, nadat men in een andere zaak informatie kreeg over
mogelijke fraude.
Het Afrika-Instituut aan de
Heemraadssingel is inmiddels gesloten. De kans dat het ooit nog open zal gaan
lijkt zeer onwaarschijnlijk, omdat ook de bank beslag heeft gelegd op de
bezittingen van het noodleidende instituut. Vrijwel alle personeelsleden zijn ontslagen,
alleen de directeur en een secretaresse zijn nog in dienst.
Eind september wordt Van Ham, na afronding van het vooronderzoek, weer
op vrije voeten gesteld in afwachting van de rechtszaak.
Op 8 en 9 oktober 1983 worden in het Afrika Instituut
verkoopdagen van Afrikaanse kunst gehouden. Er wordt een collectie aangeboden
waaronder originele en moderne houtsnijwerken van de Makondestam
en ook traditionele kunst zoals maskers, beelden, vruchtbaarheidspopjes, weefprodukten en zilver. Het resultaat van de verkoopdagen
moet er toe bijdragen het Instituut door ernstige liquiditeitsmoeilijkheden te
helpen.
Ontdekte Laurent
van Ham Afrika's vroegste cultuur of is hij een
fantast?
In september 1984, wanneer Laurent
van Ham nog in afwachting is van zijn strafzaak, komt hij opnieuw in het
nieuws. Deze keer zou hij een spectaculaire ontdekking hebben gedaan die moet
leiden tot een herziening van de geschiedenis van Afrika.
Van Ham zegt tijdens
antropologisch onderzoek in het praktisch ondoordringbare noorden van Ghana te
zijn gestoten op beelden en sieraden, die volgens hem tussen de 1500 en 3000
jaar oud zijn. Een regelrechte geschiedkundige sensatie, want geen enkele
historicus heeft er ooit rekening meegehouden, dat Afrika's
beschaving z— ver teruggaat.
Van Ham
vertelt dat een aantal inwoners van de ongeveer 500 zielen tellende Afrikaanse
nederzetting Yikpabongo nabij de Sisili-rivier
hem de weg heeft gewezen naar een zeventig centimeter hoge sculptuur in welks
directe omgeving hij tot zijn verrassing in onderaardse graven talloze terracotta-beelden en bronzen sieraden aantrof.
De
vondsten kenmerken zich door een grote verscheidenheid, en hebben volgens Van
Ham onmiskenbare invloeden van onder andere de Romeinse en Griekse cultuur. Het
zou hier gaan om een unieke vondst, die volgens hem in geld uitgedrukt vele
tientallen miljoenen guldens waard moet zijn en die daarom angstvallig zou
worden bewaakt door het Ghanese leger.
Van Ham,
die zich ervan bewust is, dat de nog niet afgedane strafzaak tegen hem zijn
reputatie niet ten goede is gekomen, beschouwt zijn Ghanese
ontdekking als een regelrechte rehabilitatie. Het feit, dat hij in
wetenschappelijke kring desondanks een omstreden persoonlijkheid zal blijven,
doet hij af met de opmerking: ãEr is in dit vakgebied nu eenmaal erg veel
afgunst."
De
bijzondere waarde van die oudheidkundige vondsten is vooralsnog niet
aangetoond. Uit onderzoek in Nederland is voorlopig gebleken dat de daar
gevonden beeldjes wel echt zijn, maar zeker niet 1500 tot 3.000 jaar oud. Voor drs. R. Munneke, conservator van de Afrika-afdeling
van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden is hier sprake van een opgeklopt
verhaal, dat niets te maken heeft met een herziening van de Afrikaanse
geschiedenis.
De strafzaak
tegen de directeur van het Afrika Instituut
De verdwenen kunstcontainer
De
strafzaak tegen Van Ham vindt plaats op 19 juni 1985 en wordt op 28 juni
voortgezet omdat enkele getuigen de eerste keer niet zijn komen opdagen.
De Rotterdamse rivierpolitie heeft een imposante bewijslast tegen Van
Ham verzameld:
á
Van Ham heeft in Rotterdam aanvankelijk geprobeerd om
de container onder valse naam te kopen.
á
De kunstvoorwerpen, bezit van het Afrika Instituut, van Van Ham privŽ en twee andere particulieren, werden
verscheept ten behoeve van drie verkoopexposities in Afrika. Wanneer de eerste
tentoonstelling zou worden gehouden kon Van Ham echter niet zeggen.
á
Bij het laden van de container had een ex-medewerkster van het
instituut geholpen en deze had later verklaard dat zij als duurste object een
beeld van Ä50.000 had genoteerd, terwijl op de uiteindelijke lijst zeker drie
objecten voorkwamen met een waarde van een ton elk.
á
De omschrijvingen van de kunstschatten op deze lijst waren zeer vaag.
Dat had het voor deskundigen onmogelijk gemaakt te controleren of de opgegeven
waarden klopten. Ze konden juist zijn, maar ook volstrekt onjuist. Zo had een
expert van het Amsterdamse Tropeninstituut objecten op de lijst aangetroffen,
die voor tachtig mille waren gewaardeerd, terwijl zijn instituut dezelfde
voorwerpen voor ruim tweeduizend gulden had verworven.
á
De container werd tegen het advies van het overslagbedrijf Vijfwinkel
niet in het ruim, maar op aanwijzing van Van Ham op
het dek geplaatst.
á
Van Ham verklaarde dat de container op het dek moest staan in verband
met de geringe kraancapaciteit in de haven van aankomst. Onderzoek daar had
echter uitgewezen dat de container best vanuit het ruim gelost had kunnen
worden.
á
Van het schip, de Bosnu, was Van Ham
overigens mede-eigenaar en van de rederij, Camco,
mededirecteur geweest.
á
Zowel het expertisebureau Kiewit, als de
Rotterdamse rivierpolitie, als ook het KNMI te De Bilt hadden uit verschillende
bronnen achterhaald dat op die bewuste 21ste juli 1982 op de plaats waar de
container over boord zou zijn geslagen slechts een zwoele zeebries was gemeten
van 4 tot 5 Beaufort. Het logboek van de Bosnu maakt
echter melding van windkracht 9 tot 10.
á
Het is daarnaast opmerkelijk dat van de negen containers die op het dek
stonden, uitgerekend die ene van Van Ham overboord
zou zijn geslagen.
á
Bovendien verklaarden de scheepkok en een machinist later tegenover de
recherche dat de railing van de Bonsu
nergens was beschadigd en dat zij de stalen sjordraden ordelijk opgerold hadden
aangetroffen op de voorplecht.
á
Ook hadden enkele getuigen verklaard Van Ham met de container in de Ghanese havenstad Takoradi te
hebben gezien, terwijl de container toen al overboord geslagen had moeten zijn.
á
Een bemanningslid had verklaard dat hij de container in het water had
zien dobberen en de scheepskok zou hebben gezien dat de container overboord was
gezet.
á
De kapitein maakte pas op 17 augustus per telex melding het overboord
slaan van de container op 21 juli en Van Ham claimde de schade pas daarna bij
de verzekering.
Op 19
juni wordt word Van Ham bijna drie uur achtereen aan de tand gevoeld en na een
korte pauze nog eens anderhalf uur, waarbij hij erin slaagt op iedere vraag van
de rechtbank naar een eenvoudig ja of nee, te reageren met breedvoerige
betogen, die meer mist dan klaarheid lijken te beogen, en en
passant zijn opinie over allerlei mensen te ventileren: de officier van
justitie sprong slordig met de stukken om, Nederlandse museumconservatoren
waren incompetent en een verbaliserend politieagent kon geen fatsoenlijk Nederlands schrijven.
Intussen
zet hij zichzelf neer als de vermoorde onschuld, die zijn vermogen ergens bij
Afrika teloor had zien gaan, zijn reputatie bezoedeld had zien worden en het
slachtoffer was van een onwillige verzekeraar, die verzekeringspenningen
achterhield, waarop hij recht had.
De inbraak in de Dominicaner Kerk in Maastricht
De Afrika-affaire is niet
de enige kwestie, waarvoor hij zich moet verantwoorden. Van Ham staat ook
terecht omdat hij in april 1981 valse aangifte zou hebben gedaan van een
inbraak in de Dominicaner Kerk in Maastricht, waar door het Afrika Instituut
Afrikaanse kunst werd ge‘xposeerd, en hij aldus Ä90.000 aan
verzekeringspenningen heeft ge•ncasseerd.
Van HamÕs ex-verloofde
verklaarde dat het bij de Maastrichtse expositie de gewoonte was om aan het
eind van de dag de vier kostbaarste stukken uit de kerk mee te nemen en elders
veilig op te bergen. Op een dag was zij met Van Ham uit de kerk vertrokken en
eenmaal buiten realiseerde ze zich dat ze haar portemonnee binnen had laten
liggen. Samen gingen ze terug de kerk in en daar ontdekten ze dat de
portemonnee verdwenen was. ãToen zei hij: Als die portemonnee nu toch weg is,
laten we het dan nog een beetje erger maken." Hierop zou Van Ham zelf
sporen van een inbraak hebben gecre‘erd en de kostbare stukken hebben
meegenomen. Vervolgens deed hij aangifte bij de politie, waarbij overigens de
ex-verloofde ook aanwezig was.
De voorwerpen die in Maastricht ontvreemd waren, zijn
tijdens een huiszoeking bij zijn broer in Rotterdam boven water waren gekomen.
De ex-verloofde is zeer stellig in haar onder ede
afgelegde verklaring dat het om dezelfde zaken ging, terwijl Van Ham's broer, de 33-jarige loodgieter B. van Ham, eveneens
onder ede verklaart dat de bij hem gevonden spullen tussen 1980 en 1982 niet
zijn huis hadden verlaten en dus niet in 1981 in Maastricht ge‘xposeerd konden
zijn geweest.
Van Ham ontkent dat het om dezelfde voorwerpen ging.
Dat de in Rotterdam gevonden objecten dezelfde nummers hadden als de in
Maastricht als gestolen aangegeven voorwerpen, moet volgens hem worden gezien
als een gebruikelijke wijze van administreren en zijn ex-verloofde zou uit
rancune hebben gehandeld omdat hij haar met andere vrouwen had bedrogen.
Andere frauduleuze zaken
Tijdens en rond de rechtszitting blijkt dat Van Ham nog meer op zijn
kerfstok heeft. Zo sierde hij zich ten onrechte met de titel van doctor, ook op
zijn briefpapier. Daarnaast heeft de Fiscale Inlichtingen en opsporingsdienst (Fiod) onderzoek verricht naar de 'zwarte' verkoop van
Afrikaanse kunst en was er ook overigens sprake van frauduleuze administratieve
handel en wandel.
Zo gaf hij in het verleden aan de Rotterdamse
Ontsmettingsdienst vaak kunstvoorwerpen om die te gassen, opdat houtworm of
andere levende aantasting werd gedood. Dat duurde tot 1983. Toen stond er f 800
open; De toenmalige bedrijfsleider hield — volgens het recht van retentie
— een Afrikaanse trommel achter om Van Ham te dwingen te betalen. Waarop Laurent van Ham persoonlijk naar de Ontsmettingsdienst kwam
en telefonisch die Ä800 overmaakte. De bedrijfsleider gaf hem de trommel mee.
Later bleek dat Laurent van
Ham een spelletje had gespeeld. De 800 gulden werden nimmer betaald.
Vermoedelijk heeft hij een kennis gebeld, of een personeelslid van het Afrika
Instituut.
Ook op 28 juli wijdt de rechtbank ruim vijf uur aan
de zaak. De officier van justitie mr. Lo Sm Sjoe
stelt: ÒDeze man heeft de karaktertrekken van een typische oplichter. Hij wekt
niet alleen de schijn 'doctor' te zijn, maar hij is er zelf in gaan geloven. En
dat terwijl wij anders weten en hij wŽŽt, dat wij
anders weten." Hij eist twee jaar gevangenisstraf. De officier acht
bewezen dat Van Ham een verzekeringsmaatschappij voor 1,1 miljoen heeft gepoogd
op te lichten en een andere assuradeur voor 90.000 gulden daadwerkelijk heeft
opgelicht.
Op 12 juli 1985 veroordeeld de Rotterdamse rechtbank
de voormalige directeur van het Afrika Instituut in Rotterdam tot 2,5 jaar
gevangenisstraf. De rechtbank acht oplichting en poging tot oplichting van
verzekeringsmaatschappijen met zogenaamd gestolen Afrikaanse kunst bewezen. De
rechtbank legt een zwaardere straf op dan de twee jaar die de officier van
justitie had ge‘ist, omdat er gevaar voor herhaling bestaat en uit oogpunt van
normhandhaving. Van Ham gaat tegen deze uitspraak in hoger beroep.
Presentatie van de vondsten in Komaland,
van een boekje daarover en van een hospitaalproject ter plaatse.
De vondsten die Van Ham in 1984 in Ghana heeft gedaan
worden eind juli 1985 in de artiestenfoyer van De Doelen gepresenteerd.
Bijzonder fraai ogende beeldjes (soms met de handen armloos aan het lijf) en
gebruiksvoorwerpen van een primitieve schoonheid. Twee professionele
instellingen, Clamart in Frankrijk en het Max Planck instituut in Duitsland, kwamen los van elkaar tot de
conclusie dat de beeldjes en voorwerpen authentiek zijn en ongeveer 500 jaar
oud.
Daarnaast wordt op een persconferentie op 26 juli een
boekje gepresenteerd over de vondsten: Discovering The Forgotten ÔCivilizationÕ of Komaland, Northern Ghana. De 48 paginaÕs tellende brochure is
geschreven door Laurent van Ham en professor James Anquandah van de universiteit van Ghana. Deze
laatste stelt dat voor het eerst in dit deel van Afrika beeltenissen
zijn gevonden van kamelen, wat kan duiden op een eeuwenoude handelsroute met Noord-Afrika.
Financier Paul A. H. Schršder brengt het boekje via
de Ghames Foundation in de handel voor Ä30.-. om aan
geld te komen voor verdere opgravingen en voor uitbreiding van het
veldhospitaaltje voor de bevolking aldaar. Van Ham verschijnt zelf niet op de
persconferentie, volgens Schršder om niet de aandacht af te leiden van de twee
projecten waarom het hier gaat. Het ene project is
de opgraving in Komaland, het andere de bouw van een veld-hospitaal met zestien kamers, zestig bedden voor
volwassen en acht voor kinderen, in het opgravingsgebied.
Via Nederlandse giften zal dit ziekenhuis er komen, opdat de bevolking niet
alleen ten tijde van de opgravingen vriendelijk wordt bejegend. Naaste
medewerkster van professor Anquandah, mevrouw Nana Apt licht dit toe: ÒVoor de kunstschatten zullen we in
Ghana en in Nederland een museum zien te vinden waar deze schatten kunnen
worden tentoongesteld. Ze blijven eigendom van Ghana. Aan de andere kant kun je
niet, als je ergens bezig bent met opgravingen, je ogen sluiten voor de
bevolking, zeker niet als ze in een zo ge•soleerd gebied wonen. Vandaar dat we
blij zijn dat een aantal Nederlanders dit veldhospitaal heeft willen
bekostigen." Voorzitter Schršder van de Stichting Ghana Medical Support: ãOp dit moment is het hospitaal in twee
vrachtwagenladingen en een container op weg naar het betreffende gebied.
Iedereen die wil meebetalen aan dit Arme Goderie Hospital kan dat doen met giften via de ABN Rotterdam
nummer 50.07.96.009. Bedoeling is dat het ziekenhuis door ons wordt onderhouden
en dat het ook kan groeien. Overigens is de stichting die zich hiermee
bezighoudt los te zien van het opgravingsproject en
heeft Laurent van Ham met dit hospitaalproject in Komaland niets te maken. Om echter aandacht te vestigen op
het gebied, hebben we dit boekje over de opgravingen uitgegevenÓ.
Van Ham in hoger beroep opnieuw veroordeeld
In hoger beroep mag Van Ham van het gerechtshof in
Den Haag zeventien getuigen onder ede laten verhoren bij de onderzoeksrechter
in Rotterdam. Een ongebruikelijk verzoek dat Van Hams
raadsman mr. G. Szegedi toch ingewilligd kreeg. ÒDe
getuigen zijn onder te verdelen in vijf categorie‘n. Een groep die kan
verklaren welke waarde de collectie van Van Ham had
en een groep die kan bevestigen dat die collectie daadwerkelijk in de container
was verpakt. Daarnaast enkele getuigen die iets kunnen vertellen over de onvoorspelbare
weersomstandigheden in het gebied waar De Bonsu de
container verloor. Dan nog een groep die een verklaring kan afleggen over de
betrouwbaarheid van het logboek van De Bonsu. En
tenslotte getuigen die een verklaring zullen afleggen over de diepgewortelde
rancune Van Hams ex-vriendin, mede op grond waarvan
hij is veroordeeld wegens verzekeringsfraude.
Op de terechtzitting op 20 mei 1987 houd Van Ham gloedvolle betoog over
zijn persoonlijke verdiensten voor Afrika, toont hij met veel omhaal enige
vruchtbaarheidspoppen uit Za•re en leest hij ontlastende verklaringen voor.
De Haagse procureur-generaal mr B. de Hoogh is hiervan niet onder de indruk: ãEen spannende avonturenroman
over het Afrika Instituut, met als titel 'De Verdwenen Kunstcontainer', zou
naar mijn idee beslist de moeite waard zijn. De vermoedelijk ziekelijke
fantasie van de verdachte, de ge‘nsceneerde inbraak in de Maastrichtse Dominicanerkerk, de mysterieuze verdwijning van 150
Afrikaanse kunstvoorwerpen, gevolgd door een poging de verzekering voor 1,1
miljoen gulden op te lichten het vormen de ingredi‘nten voor een scenario
iedere schrijver zijn vingers aflikt." In zijn requisitoir vraagt hij de
president van het gerechtshof mr G. Ch. Kok het vonnis van de rechtbank in Rotterdam te
bevestigen.
Van HamÕs raadsman mr G. Szegedi wijst op de volgens
hem veel te zware gevangenisstraf die de rechtbank had opgelegd. Szegedi haalde recente gegevens aan van het Centraal Bureau
van de Statistiek, dat heeft becijferd dat aan verdachten van soortgelijke
fraudes doorgaans veel mildere gevangenisstraffen worden opgelegd dan de twee‘neenhalf jaar cel waartoe zijn cli‘nt is veroordeeld.
Op 2 juni 1987 veroordeeld het gerechtshof in Den
Haag Laurent van Ham tot een gevangenisstraf van twee
jaar, met aftrek van het voorarrest. Daarmee wordt het vonnis van de rechtbank
vernietigd. Van Ham krijgt ondanks een verzoek daartoe de Afrikaanse religieuze
gebruiksvoorwerpen, die de politie in beslag heeft genomen bij een huiszoeking,
echter niet terug.
Van
Ham vindt eeuwenoude geheime stad in het noorden van Ghana
Begin augustus 1988 maakt Laurent
van Ham bekend dat hij in het noorden van Ghana, een wat hij zelf noemt,
'eeuwenoude geheime stad' heeft ontdekt die hij in de komende maanden wil
opgraven.
Over deze laatste ontdekking wil Van Ham slechts
kwijt: ãDe opgravingen moeten nog beginnen, ik kan onmogelijk iets over de lokatie vertellen. Vast staat dat het om een 'vergeten'
civilisatie gaat die van grote archeologische waarde is. Bij mijn laatste
vondst, de grafheuvels in Komaland, ontstond een
illegaal circuit van opgravingen en verkopingen. Samen met medewerkers van 'The
University of Ghana' stel ik alles in het werk om
deze illegale praktijken te voorkomen."
Ondanks zijn veroordeling, die Van Ham veel schade
opleverde in de kleine internationale antropologenwereld, is hij door de
Universiteit van Ghana recentelijk weer benoemd tot voorzitter van 'Koma-research-project'. Momenteel is hij daar bezig met de
opgravingen van achthonderd jaar oude grafheuvels.
Laurent van Ham: ãIn
oktober hoop ik met mijn nieuwe opgravingen te beginnen, gevolgd door verdere
exploraties in januari en maart volgend jaar waarvoor ik reeds toestemming heb
van de Ghanese regering en de Universiteit.
In de nieuwe vindplaats verwacht ik bronzen
voorwerpen te ontdekken die mogelijk kunnen teruggaan tot enkele eeuwen voor
onze christelijke jaartelling. Het project zal mogelijk mijn vorige opgravingen
overtreffen."
In de loop van volgend jaar hoopt hij hier voorwerpen
ten toon te stellen van dit nieuwe opgravingsproject
in de recentelijk ontdekte oude stad.
Intussen blijkt hij toch betrokken bij de Nederlandse
stichting 'Ghana medical support' die bezig is met
een actie om in het noorden van dit Afrikaanse land een veldhospitaal te bouwen
van 60 bedden. Dit ziekenhuis, waar Van Ham voor de stichting projektleider van is, moet in oktober 1989 worden geopend.
De voorzitter van de stichting Ghana Medical Support,
P.A.H. Schršder in Rockanje, zegt nu: ãHet is voor ons van groot belang dat Van
Ham ons in de laatste fase van dit project weer van hulp kan zijn. Zonder zijn
aanwezigheid, zijn kennis van de lokale talen, werkomstandigheden en transport,
kan ons ziekenhuisproject niet worden voltooid."
Over zijn spontane terugkeer naar Ghana, die na de 'containeraffaire'
in het antropologenwereldje verbazing heeft gewekt, zegt van Ham: ãEr is een
oud Afrikaans spreekwoord dat zegt 'een goede kikker keert altijd naar zijn
moeras terug'. Ik ben een goede kikker en mijn moeras is Afrika." Bij zijn
terugkomst in Nederland, aan het einde van deze maand, hoopt Van Ham uitvoerig
verslag te kunnen doen over de ontwikkelingen in zijn nieuwe archeologisch
ontginningsgebied.
Ten slotte
Zes jaar later, In 1994, verschijn in Ghana nog het boekje ÒGhana
pottery : handbook to the expositionÓ waarvan Laurent van
Ham samen met Pons de auteur is. Daarna wordt het definitief stil rond Van Ham.
De bouw van het hospitaaltje in Yikpabongo
in Komaland was de eerste activiteit van de Stichting Ghana Medical
Support. Deze kleine stichting bestaat nog en richt zich nog steeds op
het ontwikkelen van Komaland.
Bronnen:
1.
Nederlands Dagblad, 15-3-1980: Verkoopexpositie Afrikaanse kunst
2.
Het
Vrije Volk, 22-4-1981: Diefstallen bij Afrika-expositie
3.
Het
Vrije Volk, 14-12-1982: Kunst uit Sahara en Sahel
4.
Het Vrije Volk, 26-4-83: Brandende vragen rond scheepsongeval; Moet het
Afrika Instituut een rituele dood sterven?
5.
Het Vrije Volk, 26-4-83: Container aan dek— waarom?
6.
Rotterdams Nieuwsblad, 20-9-1983: Directeur verdacht van oplichting
7.
Rotterdams Nieuwsblad, 21-9-1983: Het einde van het Afrika Instituut
8.
Rotterdams Nieuwsblad, 8-10-1983: Afrikaanse kunst in de verkoop
9.
De Telegraaf, 13-9-84: Ontdekte Laurent van
Ham Afrika's vroegste cultuur of is hij fantast?
10.
Het Vrije Volk, 19-11-84: Vondst is toch niet zo opzienbarend
11.
Het Vrije Volk, 20-6-1985: Directeur Afrika Instituut voor de rechter;
'Doctor' ontkent fraude
12. Het Vrije Volk,
28-6-1985: Twee jaar ge‘ist in zaak Afrika Instituut; 'Doctor heeft alles van
een typische oplichter'
13.
De
Waarheid, 13-7-1985: Afrika Instituut
14.
Het
Vrije Volk, 27-7-1985: Veldhospitaal 'als dank' voor opgravingen in Ghana
15.
Het
Vrije Volk, 3-8-1985: De buitengewoon unieke zaken van Afrikakenner
Laurent van Ham
16.
Het
Vrije Volk, 5-3-1987: Nieuw onderzoek naar vermiste container; Afrika Instituut
slaat terug met 17 getuigen
17.
Het
Vrije Volk, 19-5-1987: Opnieuw celstraf ge‘ist tegen ex-directeur; 'Oplichting
van Afrika Instituut 'n spannende avonturenroman'
18.
Het
Vrije Volk, 3-6-1987: Container overboord gezet tijdens rustig weer ; Afrikakenner krijgt minder straf voor oplichting van
verzekering
19.
Het
Vrije Volk, 9-8-1988: Antropoloog claimt vondst eeuwenoude stad in Ghana; Laurent van Ham is — na zijn veroordeling in 'de zaak
van de vermiste kunstcontainer' — weer bezig met een opgravingsproject