Zeventig jarige spraakleraar:
,Stotteren is 't moeilijkst'
Van nee-mannetje tot ja-mannetje bij G. M. Dersjant
(Van een onze verslaggeefsters)
ROTTERDAM — 'Het moeilijkste is iemand van het
stotteren af te helpen. Ja, dat is wel het moeilijkste, omdat het een
psychische zaak is. Je moet de mensen binnenstebuiten keren, je, moet overwicht
hebben om ze ervan te overtuigen dat ze er vanaf kunnen. Ik zeg altijd: Vroeger
heb je geprobeerd het heel goed te doen. Het is met stotteren net als met iets
de trap aflopen bij voorbeeld. Als je dan naar je voeten gaat kijken lig je.
Wit-grijs haar,
wat lang op de oren, heel opvallend licht-blauwe
ogen, een jong rossig gezicht en een druk bewegende mond, zo is de nu
zeventigjarige Gojardus M. Dersjant.
Het is dat hij zijn diploma's laat zien, waarop zijn geboortedatum staat, men
zou ze hem niet geven, die zeventig jaren.
In zijn huis vol boekend en vooral vol grammofoonplaten en
muziek, geeft hij, dag-in-dag-uit, lessen aan mensen
met spraak- en stemmoeilijkheden. Vier ochtenden in de week gaat de heer Dersjant bovendien naar Rotterdamse lagere scholen, waar.
alle kinderen met spraakmoeilijkheden uit de omliggende scholen bij elkaar
komen om van hem les te krijgen.
G.M. Dersjant: Ik laat de mensen
ook altijd zingen."
De
kunst van 't spreken
ROTTERDAM — Vijftig
jaar bij het Rotterdamse onderwijs is de heer G. M. Dersjant
in september. Een koele mededeling, die veel meer in zich bergt dan men op het
eerste gezicht denkt. In 1919 gediplomeerd onderwijzer (In Nijmegen, omdat in
Rotterdam in 1914 nog geen kweekschool was") en in 1920 benoemd tot
onderwijzer bij de gemeente Rotterdam. Al in die tijd leefde hij zich na
schooltijd uit in zijn hobby: de kunst van het spreken. In de Van Speykstraat haalde hij alle kinderen met spraakgebreken bij
elkaar en leerde ze de fouten af. Hij studeerde intussen door; hij behoorde
tot, de eerste groep onderwijzers die in 1926 een getuigschrift haalde voor het
spraakonderricht aan kinderen. In '28 volgde het echte, diploma voor
spraakleraar.
Intussen was de Vereniging
voor logopedie en foniatrie opgericht, die tweejarige
cursussen gaf. De heer Dersjant volgde de cursus en
kreeg het diploma logopedie en foniatrie. Bij de
gemeente Rotterdam was hij jarenlang hoofd van de afdeling logopedie, tot die
werd ingedeeld bij het Gemeentelijk Pedologisch Instituut.
De studie is nooit
voltooid: tot de dag van vandaag worden (vooral Amerikaanse) studieboeken
gekocht en gelezen. En dat tussen het schrijven van muziek-kritieken
voor het dagblad De Rotterdammer, het vioolspelen, het luisteren naar alle
muziek, behalve moderne", en het opzoeken en leren van oude onbekende
zangmuziek; door. En niet te vergeten het geven van spraaklessen aan kinderen
en aan vele volwassenen.
Tekort
Nog steeds actief in gemeentedienst hoewel er nu een
achttien logopedisten - zijn, moet de heer Dersjant
wel blijven. Er is steeds een tekort aan logopedisten. Veel meisjes gaan snel
na de opleiding trouwen, en dan ben je ze kwijt. En de cursus kan niet meer
opnemen dan nu het geval is.
De heer Dersjant
praat veel en heel makkelijk over alles wat hem interesseert — en dat
eigenlijk telkens terugvalt op dat ene: de menselijke stem. Vroeger zong hij
graag, en je dacht al gauw een tweede Caruso te zijn,
dus nam je zangles. Ik heb van heel goede leraren les gehad. Van die zang kwam
ik bij de spraakles. Branco van Dantzig
hoorde mij eens zingen, en zij vroeg of ik geen spraakleraar wilde worden. Zij
is mede-oprichtster geweest van de Rotterdamse
Vereniging voor logopedie en foniatrie, die
opleidingen in het hele land organiseert. In Rotterdam wordt de cursus aan de
Baan gegeven. Hobby, en beroep zitten bij de heer Dersjant
sterk verweven: hij is onderwijzer, geeft dus spraakles, maar daarnaast houdt
hij van zingen, van muziek. En volgens hem is een van de belangrijkste
componenten van het spreken de melodie.
Ik laat de mensen ook altijd zingen, als ze
de stem kwijt zijn, of wanneer ze stotteren. Het lijkt gek, maar, stotteraars
kunnen j meestal prachtig zingen,, voordragen en toneelspelen. Zodra ze op het
toneel staan en Julius Caesar zijn, gaat het praten zonder mankeren. Maar als
ze weer Piet Jansen zijn, gaat het fout.
'Daarbij komt, dat een volwassen stotteraar,
nog dit tegen heeft, dat hij het al jaren doet; het stotteren is een deel van
zijn persoonlijkheid geworden. En dat wil je toch niet kwijt?".
Huilbuien
Het geeft soms huilbuien in huize Dersjant aan de Heemraadssingel [339-b], als een
(volwassen) leerling zegt het.' toch " niet; te kimmen." *Ja, dan
moet je ze er overheen helpen, je moet ze het lef geven om te durven —
van een Nee-mannetje moet je een; Ja-man,netje
maken".
Het lesgeven aan kinderen is het begin van
alle sprekerij geweest. Nog steeds doet de heer Dersjant dat met groot plezier. In 1963 verscheen er zelfs
een boekje met Soefehdngen uitgeverij Wolters, dat door hem is geschreven. De S is die
moeilijkste klank, daar worden de meeste fouten in gemaakt. Ik ben uitgegaan
van een natuurklank: psss" zeggen we van
nature, en de combinatie p-s is het uitgangspunt in
het boekje."
Elk schooljaar na de herfstvakantie gaan de
gemeentelijke logopedisten de lagere scholen af om te kijken welke kinderen van
de eerste klas er geholpen moeten worden. Waar de heer Desjant
over klaagt is vooral de geringe belangstelling van de ouders. 'En ze moeten
het juist thuis leren,' almaar oefenen,', vindt hij.
Er zijn opvallend weinig mannelijke
logopedisten; bij de gemeente Rotterdam werken er drie, tegen 15 vrouwen.
'Jongens hebben veel minder! belangstelling voor het vak, wat wel jammer is.
Want wanneer je je boterham ermee moet verdienen bijt
je je er meestal meer in dan wanneer je, zoals zoveel
meisjes zeggen: 'Ach ik trouw toch al over een jaar.' .
Zangers, dominees, sperkers, kinderen,
huisvrouwen, alles vindt — vaak via de keel-,
neus- en oorarts — zijn weg naar logopedist Dersjant.
'Het is jammer,' zegt hij dat een arts vaak heel lang zoekt naar de oorzaak van
een kapotte stem, en hij ziet niet dat het eenvoudig een functiefout is. Met
oefening is het dan altijd te genezen.
Het Vrije Volk, 19-08-1970
Gemeentebibliotheek krijgt historische platen
ROTTERDAM
(Van een onze
verslaggevers)..
De Gemeentebibliotheek krijgt
een grote s collectie historische 78- toerenplaten, maar de schenker, de muziekcrittcus en logopedist G. M. Dersjant
- (70), wt niet' - hoeveel het er precies zijn. 'We
hebben opgemeten hoeveel ruimte ze in beslag nemen en de bibliotheek heeft
hetzelfde aantal strekkende meters " kastruimte"' besteld,' zegt' de
j man, die zonder vl verdriet afscheid neemt van
zijn collectie, omdat hij nu weet dat de platen een goed tehuis krijgen.
Bovendien staan in de
woonkamer van de heer Dersjant aan de Heemraadssingel
[339-b]; nog grote aantallen moderne langspeelplaten
Muziek zal er genoeg blijven.
Waarom gaan de oude schellakplaten (minstens 2000) de deur; uit? De
verzamelaar: 'Je': bent niet z Jong meer, n dan
denk. Je: 'hier; moet niet hetzelfde mee gebeuren, als waarvan ik zelf
geprofiteerd heb: het weggooien vaneen collectie, waar nabestaanden van de
verzamelaar niets meer in zien. Ik zelf heb veel op de markt gekocht. Dat waren
van die weggegooide partijen. En keer heb ik 140 'platen' tegelijk .;' , Het
was bij een weduwe, ze had ze uit de tijd dat haar man elke maand een plaat
kocht. Dat deed mijn vader ook in 1910 al.
De heer Dersjant
wil het plezier dat hij gehad heeft aan het vergelijken van verschillende
uitvoeringen van n compositie, nu tot een voor iedereen toegankelijk plezier
maken. Hij zegt daarover: 'In de Gemeentebibliotheek kun je bladmuziek lenen,
om thuis te doen. Dit kun je op duizend-en-een
manieren spelen. Wat is het nu aardig, als je ook nog kunt horen hoe een Paderewski Chopin heeft
gespeeld.'.
Maar voor de logopedist Dersjant, die zoveel verkeerd gebruikte stemmen weer heeft
opgelapt, blijft de menselijke stem het meest interessant. De grote zangers uit
de decennia van deze eeuw zijn dan ook goed vertegenwoordigd in zijn collectie.
Hij heeft de oude zangplaten dikwijls gebruikt bij zijn lessen. . ...
'Nu gaan,, ze — als de
gemeenteraad de geschenken donderdag "aanvaardt' — naar de Niuwemarkt kostelijke documentatie. Men zal er Richard Strauss vinden die zelf zijn Alpensymfonie dirigeert,-Rachmaninoff die zijn eigen pianoconcerten speelt, de Mathaus- Passion onder Willem Mengelberg (16 platen). Maar ook: Paul Huf
die - gedichten declameert, Speenhoff, Pisuisse en zelfs de Rotterdamse komiek Albert Mol.
Grootste zeldzaamheid, die
dan ook waarschijnlijk niet in de Gemeentebibliotheek zal blijven, is een
aantal glasplaten met toespraken die in Tweede Wereldoorlog via Radio Oranje
zijn uitgezonden, drie van koningin Wilhelmina, n van Churchill.
Ze moeten zijn gesneden door een particulier, die de radio-uitzendingen ontving
en wilde vastleggen, de bandrecorder was er nog niet.
Het Vrije Volk, 15-02-1971
Lijnbaanring
voor oprichter 'vliegende taalbrigade'
ROTTERDAM — Wat wij in
, Rotterdam doen gebeurt nergens in de wereld. Onderwijskrachten uit het hele
land en uit de buurlanden komen bij mij vragen hoe ze de taalbarrire bij
buitenlandse kinderen weg moeten nemen". Aan het woord is G. M. Dersjant (72 jaar, Rotterdammer), onderscheiden met de
Lijnbaanring 1972. De heer Dersjant is leider van een
team onderwijzers. dat zich met behulp van de methode Nou jij" inzet voor
taalonderwijs van kinderen van buitenlandse werknemers. Er zit natuurlijk wel
een commercieel tintje aan zon prijs van een winkeliersvereniging, maar ik
ben' toch blij met dit stukje waardering van buitenaf", zegt hij. Vorig
jaar kwam de Rotterdamse onderwijsinspecteur H. de Boer hem vertellen dat er
een groot zwart gat was waar nodig eens iemand in moest springen. De heer Dersjant, gepensioneerd maar onaflatend,
actief, waagde de sprong. Na een jaartje praktijk is hij wild enthousiast over
de resultaten. Met zeven jonge gasten vormde ik een vliegende
onderwijsbrigade. In een jaar tijds hebben we toch
zeker 1300 jonge buitenlandertjes bereikt. Kinderen
die voor spek en bonen op school zaten, omdat ze geen woord verstonden".
De Nou jij"-methode is een vorm van audio-visueel
onderwijs. Een basiskennis van 200 woorden is toereikend om de meest
elementaire aanspreekbaarheid te bereiken. De gewone", onderwijzers
hebben geen tijd om de buitenlandse kinderen deze 200 woorden bij te brengen.
Vandaar die vliegende brigade.' De heer Dersjant:
Het is natuurlijk maar een begin. We moeten toe naar een grotere woordenschat.
Naar volwassen onderwijs. Er zijn op het ogenblik boekjes in de maak waarin de
basiskennis verbreed wordt.' Ik ben echt optimistisch. Het blijkt in de
praktijk dat wanneer een onderwijzer van een willekeurige school een dag ziek
is de buitenlandse kindertjes op de stoep zitten. Ze zijn enorm leergierig.
Door die leergierigheid vormen ze een voorbeeld voor Nederlandse kinderen. Je
hoort soms zelfs van onderwijzers dat de sfeer in de klas verbeterd is na de
komst van buitenlandse leerlingen". De orde in de klas verbeterd omdat
bijvoorbeeld Turkse kinderen erg disciplinair zijn ingesteld. Ze hebben een
heilig ontzag voor de meester". Sommigen van hen hebben dan ook nog de in
hun moederland opgelopen littekens van zweepslagen op hun handen zitten. Niet
dat dat nu zulke goede dingen zijn, maar toch kan dat
gevoel voor verhoudingen in Nederland een positieve uitkering hebben". De
heer Dersjant kan voorbeelden te over noemen uit ,de
praktijk. Een Turks meisje wan elf jaar zat in november in vijfde. klas, kwam
in aanraking met onze leermethode en ging in december over naar de zesde. Ze
wil nu pers in Nederland blijven om verder te
studeren. 'En dat kind staat niet alleen". Hoewel de heer Dersjant een gelukkig en optimistisch man is heeft hij toch
ook negatieve zaken te melden. Hij betreurt het ten zeerste, dat maar drie
procent van de volwassen buitenlanders in Nederland deelneem aan de cursussen
die voor hen ontworpen zijn. Een andere doorn in zijn oog is de geringe
bezetting (zeven man) van de vliegende brigade". ,We hebben nu alleen
maar in de zogenaamde Rotterdamse concentratiewijken" kunnen werken. Met
een paar meer zouden we ook naar buitenkant van de gemeente kunnen
trekken". De 72-jarige heer Dersjant, naast zijn
onderwijstaak ook een logopediepraktijk voor b*' dagen heeft blijft vechten
voor zijn idealen. Als je geest inslaapt ga je ook gauw dood" Op 13
november wordt hem de Lijnbaanring 1972 uitgereikt.
Het Vrije Volk, 7-11-1972
Lijnbaanring voor C. N. Dersjant
De achtste Lijnbaanring is gisteren uitgereikt aan logopedist C.N. Dersjant, leider, van het team dat zich bezig houdt met
onderwijs Nederlands aan kinderen van gastarbeiders. Dat gebeurde door de heer'H. P. de Boer (links), gemeentelijk inspecteur bij het
onderwijs in Rotterdam. De onderscheiding, een ring met erin gegraveerd de twee
beertjes, handelsmerk van de Lijnbaan, wordt jaarlijks uitgereikt aan
verdienstelijke Rotterdammers.
Het Vrije Volk, 14-11-1972
Erasmus-speld voor Dersjant
(Van een onzer verslaggevers)
Als blijk van waardering voor alles wat hij voor de beiaardmuziek In Rotterdam
heeft gedaan, is de heer G. M. Dersjant onderscheiden
met de Erasmus-speld van de gemeente Rotterdam.
Da heer Derejant
trad vorig jaar, nadat hij tachtig jaar was geworden, af als voorzitter van de
Rotterdamse Beiaard Commissie. Hij heeft die functie bijna tien jaar vervuld.
Tot nieuwe voorzitter is
benoemd de heer P. Brussee. directeur van het
Kerkelijk Bureau van de N.-H.-Gemeente. De Rotterdamse Beiaard Commissie
organiseert de
bespelingenen en concerten op de
carillons van de St.-Laurens en de stadhuistoren.
Het Vrije Volk, 21-1-1982