Tienduizenden kisten van Rotterdam naar Duitsland
Whisky ging onder diplomatieke vlag 'zwart' over grens
(Van onze
correspondent in West-Duitsland)
Op
geraffineerde wijze zijn anderhalf jaar lang door een in Rotterdam gevestigde
handelsonderneming tienduizenden kisten whisky naar West-Duitsland gesmokkeld.
Doordat men de flessen aan
diplomaten uit Zuidamerikaanse landen in Bonn
adresseerde, kon deze whiskystroom ongehinderd de douane passeren, omdat de Westduitse douanebeambten opdracht hebben, voor diplomaten
bestemde goederen zo soepel mogelijk in te klaren.
Nadat de Westduitse douanerecherche er lucht van had gekregen dat er
onder diplomatiek etiket een enorme whiskysmokkel werd uitgevoerd, werd een
diepgaand onderzoek ingesteld, dat acht maanden duurde.
Uit dit
onderzoek bleek, dat sinds 1964 vanuit Nederland 15.000 kisten met 180.000
flessen whisky als accijnsvrije goederen in Duitsland zijn ingevoerd. Op die
manier werden de accijnzen voor een bedrag van 1,2 miljoen mark ontdoken. De
justitie in Keulen spreekt derhalve over de grootste whiskysmokkelaffiare
van na de oorlog.
De douane-autoriteiten
kwamen deze zaak In oktober van het vorige jaar op het spoor. Dat gebeurde toen
er in het douanekantoor Niehl bij Keulen een zending
van 3300 flessen whisky arriveerde, bestemd voor vijf in Bonn geaccrediteerde
diplomaten. Hoewel men grif aannam dat het whiskyverbruik van diplomaten
wellicht iets hoger is dan van normale stervelingen, leek deze hoeveelheid toch
wel iets aan de hoge kant.
Nog voordat
de recherche zelf op onderzoek uitging, meldde zich een Zuidamerikaanse
diplomaat bij de douane. Hij vertelde dat de vertegenwoodiger
van een in Nederland gevestigde sterkedrankleverancier hem 2000 mark in
contanten en 3300 flessen whisky gratis had aangeboden wanneer hij de zending
in Keulen als normale bestelling wilde accepteren.
De
nietsvermoedende diplomaat bracht een gecompliceerde affaire tan het rollen,
want al spoedig bleek dat de whiskyleveranciers in Rotterdam het adres van de
ambassade van een Zuidamerikaans land te Bonn
gebruikten als schuiladres voor de invoer van accijnsvrije whisky in West-Duitsland.
Daarvoor
vervalsten zij o.a. douanepapieren. Wanneer diplomaten in Bonn bij de
vertegenwoordigers van de Rotterdamse firma, die ook in de Bondsrepubliek
enkele filialen had, whisky bestelden, werden er veel grotere hoeveelheden
ingevuld dan waar men om gevraagd had. De zending whisky werd bij de douane
afgehaald door handlangers van de whiskyleveranciers, die zich dan uitgaven als
personeelsleden van de bewuste ambassades.
Arabieren
en Griek
Tijdens het
onderzoek is gebleken dat de whisky afkomstig was van shipchandlers
in Nederland.
Deze
leverden ze aan de firma Bajax op de Heemraadssingel
in Rotterdam, in de veronderstelling dat de whisky bestemd was voor export naar
landen in het Nabije Oosten. De firma Bajax werd
namelijk geleld door vier Arabieren en een Griek. De whisky ging echter niet
naar de
Ori‘nt, maar direct over de Nederlands-Duitse grens.
Gevlucht
Vier van de
vijf firmanten van de intussen geliquideerde Bajax-handelsonderneming
hebben voordat dl affaire helemaal was uitgeplozen, de wijk genomen naar het
Nabije Oosten. Een van de whiskyleveranciers, de Libanees E. Auad, kon nog in Keulen worden gearresteerd. Ook zeven van
zijn Duitse medewerkers bevinden zich in hechtenis.
Gebleken is
dat de whiskysmokkel ook daarom zo gesmeerd liep, omdat een inspecteur van de
douane in Keulen, wiens broer toevallig in whisky handelt, de smokkelaars
behulpzaam was. Hij waarschuwde hen wanneer de controle aan de grens verscherpt
werd.
Het Vrije Volk, 1-6-1966