Jongetjes gaan op stap met vaders geld
(Van een
onzer verslaggevers)',
Op de Heemraadssingel te
Rotterdam heeft de politie in de nacht van vrijdag op zaterdag twee Schiedamse jongetjes, vier en acht jaar oud, omstreeks ŽŽn
uur aangetroffen.
Ze werden
sinds vrijdagmiddag omstreeks een uur vermist. De vader van de jongens had omstreeks
zeven uur 's avonds de politie gewaarschuwd met de mededeling dat zijn zoontjes
spoorloos waren en dat een bedrag van 120 gulden was verdwenen.
ãWe weten
nergens van", zeiden de jongetjes, maar nadat zij even aan de tand waren
gevoeld, "kwam het eruit. Nadat ze geld hadden weggenomen, waren ze samen
op stap gegaan.
In enkele
winkels j werden snoepgoed en snuisterijen ingeslagen en vervolgens ging het
tweetal met de bus rijden. Ten slotte, ze hadden toen al ongeveer dertig gulden
opgemaakt, kwamen de jongens bij het Schiedamse
station en vervolgens gingen ze met de bus naar Rotterdam.
Het Vrije
Volk, 25-4-1966
Spreeuwenpraat
Pieter kreeg gisteren een teleurgestelde
mejuffrouw J. Visser uit de Rotterdamse Pupillenstraat op bezoek. Maandag had
zij in de krant een bericht gelezen over twee Schiedamse
jongetjes, vier en acht jaar oud, die met vaders geld op stap gingen.
Vrijdagavond heel laat werden ze aangetroffen op de Heemraadssingel in Rotterdam.
Door de politie, zo stond er in het bericht.
Dat laatste
nu had mej. Visser erg teleurgesteld, zei ze tegen
mij. Een beetje begrijpelijk, als je haar verhaal hoort.
ÒMet mÕn broer was ik vrijdagavond naar een concert geweest in
de RivierahalÓ vertelde mej.
Visser, Òen toen we naar huis wandelden, zagen we twee kleuters lopen. Niemand
keek naar ze om, maar ik vond het wat vreemd. We hebben gevraagd waar ze
vandaan kwamen en waar ze woonden.
Van onze
tante, zeiden de jongens en we gaan naar huis, daar om de hoek en dan het
tweede huis. We zijn er achteraan blijven lopen, maar de kinderen gingen een
heel andere kant op. Nog een paar keer hebben we gevraagd waar ze heen gingen
en ook probeerde de oudste jongen verschillende keren ons kwijt te raken.
De hele Mathenesserweg zijn we afgelopen, totdat de oudste jogen ergens aanbelde op het Mathenesserplein.
Er kwam een man aan de deur in pyjama, Hij was nogal boos. Hij kende de
kinderen niet. Die liepen toen weer verder.
Ten slotte
hebben we ze naar het politiebureau Marconiplein
gebracht. We waren toen met zÕn vieren, al bijna een uur onderweg. Een
brigadier van politie zei dat de jongens thuisgebracht zouden worden en we
hebben er verder ook niets meer van gehoord.
Toen lazen
we in de krant dat bericht, waaruit bleek dat de kinderen van thuis honderdtwintig gulden hadden meegenomen en waren
weggelopen...
Vreemd, zegt
mej. Visser. ÒDe politie vraagt altijd medewerking
van het publiek, en als ze die eens krijgen, wordt er helemaal niet over
gesproken. Als er nu in dat bericht zou hebben gestaan dat de kinderen Òdoor
voorbijgangersÓ bij de politie waren gebracht, had ik niets gezegd, maar dit
vond ik toch wel teleurstellend.Ó
Pieter heeft
er bij de Rotterdamse politie eens naar ge•nformeerd en toen bleek dat de
jongens aan de Schiedamse politie zijn overgegeven.
Die heeft het, in Schiedam dus, aan de pers verteld. En zo is het in de krant
gekomen.
Het zou
aardiger zijn geweest als er toen ook gerept was van deze ÒvoorbijgangersÓ.
Maar ik weet zeker dat er in Rotterdam, in Schiedam of waar dan ook geen enkele
politieman te vinden is, die de hulp van het publiek zou willen missen.
Het Vrije
Volk, 26-4-1966