De heer H. Krijnen bewijst: Borduren is niet
alleen vrouwenwerk
(Van een onzer verslaggeefsters)
Borduren is niet alleen vrouwenwerk. Zo denkt ten minste de heer Krijnen erover. Toen hij hoorde dat het Studenten Corps
uitschreef voor de burgerij, greep hij enthousiast een tafelkleed, kleurige
draadjes en een naald om met een waar Jobsgeduld peuterige steekjes te zetten.
Het resultaat: een mooi tafelkleed, waarvoor hij een eervolle vermelding kreeg.
Want deze man slaagde er (gelukkig voor de deelneemsters) in om 169 dames te
erg af te zijn.
Als haringen in een ton luisterden dinsdagochtend ongeveer tachtig
deelneemsters, leden van de senaat, vrouwelijke studenten en de jury raar
mevrouw mr. J.M. van Walsum-Quispel, die staande op
een houten tafeltje in het gebouw van de RVSV aan de Heemraadssingel na een
geestig speechje negentien prijzen aan de allerbeste
borduursters.
ăToen ze mij als voorzitster van de jury vroegen, zei ik: Ik borduur
nooit. Ik heb er echt geen verstand van. Maar nu ik een tijdje samengewerkt heb
met de dames van de Stichting Goed Handwerk zie ik de dingen met andere ogen.
Ik heb het gevoel dat ik een lacune aan het overbruggen ben," zei mevrouw
Van Walsum.
De voorzitster van de jury deelde tal van (figuurlijke) pluimen uit. Allereerst aan het RSC omdat het
volmaakt onbaatzuchtig te werk is gegaan. Ik kon me bij vroegere lustrumvieringen
nooit van het idee losmaken: ze gooien een visje uit om een grote vis te vangen.
Bij de dingen die voor de burgerij werden georganiseerd behoorden meestal
prijsvragen voor middelbare
scholieren. Die scholieren werden later op de soos ontvangen en verwend
met het idee dat ze later hopelijk zouden gaan studeren. In dit geval geloof ik
niet dat de studenten de poorten open willen zetten voor vrouwen, die bovendien
boven de leeftijd zijn.
De eerste prijs ging naar mevrouw E. 't Jong-De
Waal die een prachtig wandkleed, dat op het beste plaatsje van de twee
vertrekjes hangt, heeft vervaardigd. Een moeilijkheid was dat mevrouw,'t Jong
assistentie had gekregen van mevrouw Van Tienhoven die Mari-10-tje, de haven en
de Euromast getekend heeft. Mevrouw 't Jong die twee weken aan het kleed
gewerkt heeft, wilde dan ook dat haar vriendin zou delen in de eer.
De tweede prijs was voor mevrouw Heuff-Van Breen voor haar schitterende wandkleed Spes
Corporis: vijf sluipende jongetjes met kaarsen in hun
hand. Een fraai Perzisch tafelkleed van mevrouw Van Hoorn-Holtgrefe
verwierf de derde prijs. Het was opvallend hoeveel deelneemsters zich hadden
laten inspireren door de gracieuze zeemeermin Mari-10-tje, het symbool van de
studenten. Bijzonder origineel; was het j handwerk van mej.
L. de Boer die de handtekeningen van vorige lustrumpresidenten en die van de
heer J. Wertheim had geborduurd op een groen kleed. Haar moeder nam voor
haar de extra-prijs, een beker, in ontvangst. De
Jongste deelneemsters, twee meisjes van acht en een van elf gingen ook met
prijzen naar huis. Een lieve oma van 85 jaar, de oudste deelneemster ontving
voor haar wandkleed eveneens, een prijs.
Alle ingestuurde borduurwerken hebben met heel veel moeite een plaatsje
gevonden in de vertrekken, ervaren , borduursters in staat zijn. Een
deelneemster had - eens geteld hoeveel kruisjes ze gezet had: het bleken er
meer dan 20.000 te zijn! Behalve Mari-10-tje hadden 1000-en1 voorwerpen en
dieren model gestaan.
Alle werken, van heel abstract tol en met de traditionele bloemen op
tafelkleden en smokjurkjes zijn nog tot en met vrijdag te bewonderen.
Openingstijden van het RVSV-gebuw, - Heemraadssingel
329: 10—2, 12—17 en 19.30—21.30.
Het Vrije Volk,
19-11-1963
ROTTERDAMSCHE
VROUWELIJKE STUDENTEN-VEREENIGING BESTAAT EEN HALVE EEUW
De vrouwelijke studenten in de Maasstad gaan
feestvieren ter gelegenheid van het feit dat de Rotterdamsche
Vrouwelijke Studenten Vereniging op 12 februari precies vijftig jaar bestaat.
BVPSHB Er is een feestprogramma ontworpen dat de haam Illustrum
draagt en dat duurt van 8 tot en met 11 februari.
Illustrum begint met een intocht van RVSV-leden,
bestuursleden van andere vrouwelijke studentenverenigingen en renisten van het
Centraal Station naar het clubgebouw aan de Heemraadssingel, muzikaal
opgeluisterd door de politieharmonievereniging
Hermandad, dinsdag 8 februari om 11 uur. 's Middags volgen o.a. de officile
opening in de aula van de NEH en een receptie. Woensdag 9 februari geeft het
Rotterdams Studenten Muziekgezelschap 's middags een concert in de
repetitiezaal van De Doelen, 's Avonds is er een ontvangst ten stadhuize door burgemeester Thomassen en een feest aan
boord van de Erasmus.' Donderdag 10 februari is een ăbuitendag". De
feestgangers trekken naar het fort Prins Willem Prederik
in Ooltgensplaat, o.a. om er te kijken en te
luisteren naar het RVSV-cabaret In de Gauwe Gheit. Dit evenement is er
n in middeleeuwse stijl. > Vrijdag 11 februari opent Pierre Janssen 's
morgens om 11 uur de tentoonstelling ăKunstenaressen van vandaag" in
museum Boymansvan Bevninjen.
Deze tentoonstelling is te bezichtigen tot 7 maart en bevat werk van Jenny
Dalenoord, Ruth Fischer, Wil Fruytier,
Lotti van der Gaag, Lies Guntenaar,
Frieda Hunzlker, Renske Morks, Helga Ottenheim, Theresia
van der Pandt, Marte Rling, Trees Suringh en Ans Wortel. 's Avonds in de Grote Schouwburg een
galavoorstelling van het toneelstuk Bestseller door Basil
Thomas, ten slotte gevolgd door een galabal in De Ridderhof,
Maassluis.
„ Een groepsfoto van de RVSV uit een
lang vervlogen jaar: 1919.
RVSV legt nog steeds accent
op gezelligheid
(Van een onzer
verslaggeefsters)
De Rotterdamsche
Vrouwelijke Studenten Vereeniging anno 1966 heeft een
kleine tachtig leden. Het grote merendeel van de vrouwelijke studenten aan de
NEH doet mee. In de nabije toekomst komen er weer wat leden bij: door de start
van de medische faculteit.
De RVSV gaat een nieuw
clubgebouw openen. Ze heeft al een pand in Kralingen in gedachten. Volgende
week wordt het tiende lustrum gevierd met een klinkend feestprogramma. De RVSV
1966 steekt solide af tegen de bescheiden meisjesclub, die zij vijftig jaar
geleden is geweest. Het tegenwoordige clublied getuigt van vertrouwen in de
toekomst: ăKomt, zingt nu allen mee, studenten/van de Rotterdamsche
VSV/het lied dat altijd door zal klinken/Dat brengt gewenschte
stemming mee." Aan de andere kant is er iets van vroeger hetzelfde
gebleven. De RVSV is nog steeds een vereniging met het accent op de
gezelligheid van meisjes-onder-elkaar, de
gezelligheid die ook de oprichtsters van vroeger zozeer begeerden.
Onmisbaar
De meubeltjes, de
schemerlamp, de theepot en de fluitketel, die vroeger het hele bezit van de
vereniging uitmaakten, zijn ook nu nog onmisbare
eigendommen. Het centrum van de activiteiten is de clubkamer, al is die niet
meer, zoals vroeger, te vinden boven een corsetttenwinkel,
maar in een statig gebouw aan de Heemraadssingel 329 b. ăWaar of wanneer wij met ons allen zullen
toeven/wat ook op ons programma staat/gezelligheid, de ziel van allen/zij heerscht er steeds, 't zij vroeg, 't zij laat," zegt
een andere strofe van het clublied. , . Gezelligheid en onderling contact
hebben de leden op verschillende manieren. Om te beginnen kunnen zij altijd
terecht in het clubgebouw, ook zonder dat daar iets bepaalds georganiseerd
wordt. In de clubkamer op de benedenverdieping troont Club-Betje
op haar stoel. Club-Betje is een pop. Zit zij op haar
plaats, dan is de clubkamer alleen toegankelijk voor leden. Maar Club-Betje kan bij allerlei gelegenheden-onttroond
worden, zodat er ook anderen dan leden kunnen worden ontvangen. Elke
woensdagavond is er clubavond en dan wordt er meestal gezorgd voor een
programma in de vorm van een lezing, een rondleiding of iets dergelijks. Elke avond kunnen de leden een hapje
eten in de mensakamer. En er zijn andere, bepaalde bijeenkomsten, onder meer
ter viering van de dies natalis: 12 februari.
Dispuut
De
verschillende activiteiten van de RVSV ressorteren onder een aantal
subverenigingen en commissies. Er zijn o.a. subverenigingen voor toneel, muziek
en sport, er is een dispuutvereniging. De bloei van de verschillende takken van
activiteit wisselt. Het ligt eraan, of er talent voorhanden is. Een van de
commissies is de St.-Nicolaas-commissie. Deze zorgt er elk jaar voor dat
Sinterklaas op bezoek komt in telkens een andere Rotterdamse school. Het
bestuur, dat de RVSV door dit lustrumjaar heen loodst, word gevormd door mej. H. D. van der Harst, praeses,
mej. M. Th. Weseman en mej. H. R. Brouwer.
Van zeven tot tachtig leden:
Mevr. Van Koldam eerste vrouwelijke drs. economie
(Van een onzer verslaggeefsters)
De Rotterdamse Vrouwelijke Studenten Vereeniging van een halve eeuw geleden telde zeven leden.
Dat was overigens bijna de gehele vrouwelijke bevolking van de toenmalige
Nederlandse Handelshoogeschool in Rotterdam. De leden
hielden club in het ouderlijk huis van een van hen, later achtereenvolgens op
verschillende voor dat doel gehuurde kamers, waaronder er een, in de buurt van
het station DP, schilderachtig was gelegen boven een korsettenwinkel.
De stoffelijke bezittingen van de RVSV
bestonden uit een enkele stoel, een schemerlampje, een theepot, een
fluitketel.. niet veel meer. En men had een clublied, dat als volgt aanhief:
Meisjesstudenten van- Rotterdam — zingt allen nu dit lied — toen
onze club in het leven kwam — berouwde ons dat niet. Te zingen op de wijs
van ăWie met ons wil naar buiten gaan."
Mevrouw, S. E..A.-.F. van Kodam- Prins.
Erelid
Een bescheiden . begin. Mevrouw. 8. E.
A. P. van Koldam-Prins, woonachtig in Apeldoorn,
erelid van de RVSV, destijds een van de oprichtsters, heeft een paar
herinneringen voor ons opgehaald aan die tijd van de korsettenwinkel, de
fluitketel en het eerste clublied. ăHet maakt nu een beetje een kinderlijke
indruk," zegt zij. ăDe tegenwoordige vereniging lijkt mij veel groter,
vrijer en meer volgroeid." Maar om met de dichteres van het eerste
clublied te spreken, het heeft mevrouw Van Koldam niet berouwd, ădat onze club
In 't leven kwam." ăIk onderhoud nu nog vriendschapsbanden die mede een
gevolg zijn van de vereniging." Mevrouw Van Koldam die afkomstig is uit Gorkum, heeft van 1914 tot 1922, met een onderbreking van
enige jaren, in Rotterdam gestudeerd, eerst voor het diploma
handelswetenschappen, daarna voor het doctoraal examen in de economie. Zij
slaagde in '22 voor dat examen als eerste vrouwelijke student in Nederland. Zij
was in 1916 een van de oprichtsters van de RVSV. ăDe eerste presidentewas
Jenny Catz," herinnert zij zich. ăBij het begin
van mijn tweede studieperiode in Rotterdam, in 1917 of 1918, ben ik zelf
presidente geworden." De clubleden hebben in die eerste jaren bij hun
streven naar gezelligheid, contact en vriendschap een hele reeks vergaderplaatsen
ăversleten."
Theezetten
Mevrouw Van Koldam: ăDe eerste
bijeenkomsten werden gehouden ten huize van de familie Catz.
Daarna hebben we er een kamer voor gehuurd. We hebben er achtereenvolgens
verschillende gehad, al of niet met de mogelijkheid om thee te zetten. In 1932
kregen we ten slotte, met steun van de heer A. G. Kruller, de beschikking over
het gebouw aan de Heemraadssingel
[329b], dat nu nog wordt gebruikt. Ik heb dat nog voor elkaar
kunnen maken." Omstreeks 1920 was het ledental inmiddels gegroeid tot
enige tientallen. De activiteiten bestonden niet alleen meer uit praten en thee
zetten: de leden deden aan toneel — bij opvoeringen werd er, bij gebrek
aan chte mannen, maar in travesti
gespeeld — en aan muziek, er waren lezinkjes. De traditie van het sinterklaasfeest vieren met de
kinderen van telkens een andere Rotterdamse school, die de vereniging nu nog
steeds voortzet, is in die jaren begonnen. Mevrouw Van Koldam is niet lang na
haar doctoraal examen in het huwelijk getreden. Zij heeft zich gewijd aan haar
gezin. Sinds het overlijden van haar man woont zij in de verzorgingsflat De Arendsburght aan de Soerenseweg
in Apeldoorn. ăWij doorworstelden crisisjaren en oorlogstijd," schrijft
zij nu in het programmaboekje van de gouden RVSV, ,;maar; wij vonden begrip en
medeleven bij de oude vriendinnen uit de Rotterdamse tijd, steun in de
vriendschap op de club gesloten, een vriendschap bij elk lustrum weer
vernieuwd."
Het Vrije Volk, 2-2-1966
Klachten over nachtfeesten vrouwelijke
studenten
(Van een onzer verslaggevers)
Een aantal bewoners van de Heemraadssingel en de daarachter gelegen Schoonebergerweg in Rotterdam hebben een brief geschreven
aan de curatoren van de Economische Hogeschool om zich te beklagen over de
geluidshinder die de vrouwelijke studenten zouden veroorzaken in sociteit. Ook
de politie heeft een dergelijke brief gekregen.
De sociteit
van de Rotterdamse Vrouwelijke Studenten Vereniging is gevestigd
Heemraadssingel 329 b. In de afgelopen weken zijn er, volgens de brief van de
bewoners, enkele nachtfeesten gegeven die af en toe tot zes uur in de ochtend
duurden en waarbij, in tegenstelling tot het gebruik in vorige jaren, ook de
mannelijke studenten toegang hadden.
Het daarbij
veroorzaakte lawaai en het daarmee gepaard gaande alcoholgebruik zouden zoveel
hinder hebben veroorzaakt dat de politie enkele malen moest ingrijpen. De
politie maakte, aldus de bewoners, de vorige week een eind aan een feest door
de stoppen van platenspelers uit de stopcontacten te halen. Dat geschiedde om
drie uur.
Informatie bij de Rotterdamse politie leerde ons dat er
n maal ingegrepen is. Er is toen een platenspeler in beslag genomen; tegen de
verantwoordelijke studente zal proces-verbaal worden opgemaakt. Die bewuste
avond hadden bewoners om elf uur 's avonds geklaagd over de herrie, waarna
enkele politiemannen tot rust aanmaanden. De klachten van buren bleven echter
komen, zodat men tegen n uur nog eens een kijkje nam in de sociteit. Daarbij
zijn de genoemde maatregelen genomen.
Bij het
curatorium van de NEH had men de brief juist ontvangen. Een onderzoek is er nog
niet ingesteld. Dit zal wel gebeuren. Men wilde voor het zover is liever geen
commentaar geven al kreeg men het gevoel dat de klachten enigszins overtrokken
waren.
Het Vrije Volk,
26-10-1966