HET DURE BEGRAVEN (II)
,Doden-provisie' voor bosbode moreel
absoluut ontoelaatbaar
Ook
cošperatieve vereniging in 't geweer tegen wantoestanden
(Van een onzer
verslaggevers)
Het is inderdaad moreel
absoluut ontoelaatbaar, dat de verzekeringsagent ofwel hosbode provisie krijgt
uitbetaald voor het aanbrengen van een begrafenis. Dat is — kort en
krachtig—de mening van de heer W. v. d. Verk,
voorzitter van het bestuur der Cošperatieve Vereniging voor Uitvaartverzorging
te Rotterdam. Hij reageerde met deze uitspraak op een publikatie
in onze krant van donderdag 25 februari jl. waarin wij de 29-jarige P.
Steehouwer, begrafenisondernemer in deze stad, aan het woord lieten over
ăexploitatie van menselijk leed .
Samen met de heren J. Andeweg, penningmeester van het bestuur en P. Buisman,
secretaris, heeft de heer Van der Vlerk in het gebouw van de Cošperatie aan de Heemraadssingel nr 278 tegenover
ons het standpunt van deze vereniging uiteengezet. Dit standpunt komt in grote
trekken overeen met wat de jonge, fel agerende heer Steehouwer ons vertelde.
Volgens de Cošperatie wordt
in veel gevallen het begraven oncontroleerbaar duur gemaakt. Juist om
winstbejag tegen te gaan, is indertjjd deze
vereniging opgericht, ăeen vorm van sociaal werk".
Enkele tientallen jaren
geleden kwamen overal in het land mensen uit de vakbeweging en de partij in het
geweer tegen wantoestanden in de uitvaartverzorging; in een folder van de
Rotterdamse vereniging staat te lezen hoeveel misbruik werd gemaakt van ăde
verslagenheid, die veelal in een sterfhuis heerst" (....) ăalle mensen
zijn in beginsel in de dood gelijk; daarom hebben zij en wij gebroken met de
uitvaartverzorging naar welstandsklassen."
Meer dan 265.000 gezinnen
werden intussen in het hele land lid van de cošperaties. De Rotterdamse heeft
er nu ongeveer 15.000. In de leiding zijn de vakcentrales alle drie
vertegenwoordigd.
De heer Van der Vlerk: ăVaak zeggen de mensen bij een sterfgeval: het is 't laatste wat we voor hem of haar kunnen doen — en van die stemming maken nog te veel begrafenisondernemers gebruik.
Er zit veel waars in wat de
heer Steehouwer zegt. Wij verspreidden eens een pamflet waarin we ongeveer
hetzelfde betoogden, maar dat kostte ons een kort geding dat de Algemene Bond
van Begrafenisondernemers tegen ons aanspande.
Onder geen voorwaarde
willen we meedoen aan wat vele ondernemingen in Rotterdam blijkbaar
onvermijdelijk vinden: 25 of 50 gulden betalen (of nog meer) aan
verzekeringsagenten, alleen omdat zij hun een uitvaart bezorgen. De
verzekeringsmaatschappijen zijn er niet gelukkig mee, maar ook zij kunnen het
kwaad niet uitroeien."
Voorbeelden
Volgens hem loopt iedereen
de kans veel te hoge kosten te betalen als hij de begrafenis of crematie door
particulieren laat' verzorgen. Hij noemt drie gevallen uit de praktijk, waarmee
de Cošperatie kortgeleden nog te maken had: '
■ Een familie van een
in Engeland overleden man belt op met de vraag: ŇMoet het transport van een
stoffelijk overschot vanuit Engeland naar Nederland inderdaad Ä 3000 kosten?
Een ondernemer in Rotterdam heeft ons dit tarief opgegeven." Wij hebben de
familie onze eigen kostenberekening voorgelegd: we konden dit transport doen
voor minder dan de helft!
■ een gepensioneerde
onderwijzeres wil met ons haar crematie bespreken. We vertellen haar dat de
totale kosten Ä 750 zouden belopen. ăHoe kan dat?" vroeg . zij, ăeen
vriendin van mij is onlangs begraven voor Ä 800, dat zou dan toch veel minder
moeten zijn" (cremeren is op dit moment nog honderden guldens duurder dan
begraven). Wel, was ons antwoord (aldus de heer v. d. Vlerk), w ij hadden
diezelfde! begrafenis kunnen uitvoeren voor Ä 500.
■ derde geval: wij
krijgen contact met een weduwe hier in Rotterdam; brengen haar het bedrag dat
haar polis aanwijst. Zij en haar plotseling overleden man waren lid van de Cošperatie,
maar haar zoon had alles geregeld, ging aan dit lidmaatschap voorbij en deed
aan een bode mededeling van het sterfgeval: een particuliere, grote
begrafenisonderneming hier in de stad regelt de uitvaart. Het was een gewoon
arbeidersgezin. Wij zagen dat de nota honderd gulden lager zou zijn geweest bij
inschakeling van de Cošperatie.
U ziet: drie gevallen uit
de praktijk, en dit komt vaker voor!
Statusgedoe
En dan: al dat statusgedoe.
Er zijn nog genoeg begrafenisondernemers, die speculeren op het standsgevoel B
familie van een in Engeland overleden man belt op met de vraag: ăMoet het
transport van een stof - van de mensen, ze zeggen: een derde klas begrafenis?-
Is voor u veel te armoedig,
neemt u een tweede of-eerste klas.
En het verschil? Beter gerei,
meneer, een duurdere auto en dergelijke. Wij hebben alle klassen afgeschaft,
maar de kwaliteit van onze uitvaarten is in alle opzichten te vergelijken met
die van de concurrentie.
Verleden jaar hadden wij
900 uitvaarten te verzorgen .in Rotterdam en omgeving. Dit alleen al toont aan
dat de mensen de Cošperatie waarderen. We hebben hier in het, gebouw zes
rouwkamers. En — wat je elders ook niet vindt — een koffiekamer
waar men eventueel een goedkope lunch kan gebruiken.
De mensen, die hier
begrafenissen meemaken, zijn altijd zeer tevreden. Meestal komen uit een
uitvaart nieuwe leden voort. En het feit dat wij bestaan, werkt al corrigerend
op de andere ondernemingen.
Het is bij de anderen niet de ăgewoonte, een gespecificeerde nota te geven, wij doen dat wel. Maar het is wel logisch dat de particulieren hogere tarieven maken, zij moeten er aan verdienen en ervan leven. Maar in de Cošperatieve verenigingen, waar een bestuur volkomen pro deo de zaken behartigt, behoeft geen ondernemersloon te worden verdiend."
Hoe kunnen sommige
aannemers de kosten dan drukken tot wel Ä 250, zoals in bepaalde circulaires
die nu door Rotterdam gaan, wordt beweerd?
De heren van het bestuur
menen, dat men voor zon bedrag ăvan de armen" wordt begraven: de kist en
toebehoren zijn van slecht materiaal, er is ŽŽn volgauto, vier bedienaars lopen
maar mee en de rouwcirculaires hebben een zeer lage kwaliteit. ăNeen, dat mag men de mensen niet
aandoen."
ăKijk maar hoe goed hier
alles is geregeld, hoe keurig koffiekamer, aula en rouwkamers j zijn
ingericht," zegt de heer v. d. Vlerk als hij ons meeneemt door het gebouw.
Dodelijk automatisch. ritselt;. het elektrische gordijn, open voor de deuren,
waarachter op dit moment, een dode ligt opgebaard. De voorzitter van het
bestuur demonstreert de verlichting links en rechts van de kist. Rechts in de
aula bevinden zich de bedieningsknoppen, ook voor de muziek waarvan de folder spreekt:
ă.. :.Op waardige wijze op te baren en onder de tonen van gewijde orgelmuziek
op pi‘teitvolle wijze uit te dragen."