Vier bejaarden door vuurzee ingesloten

 

Vier bejaarde bewoners, ingesloten door een loeiende vuurzee, zijn in een woning aan het Heemraadsplein te Rotterdam op Kerstavond om het leven gekomen.

 

Drie van hen, het echtpaar A. Spruit (81) en H.M. Spruit (85) en de 64-jarige mevrouw J.M.J. Broeze, die er op bezoek was, werden door de rook en de vlammen verrast en gedood.

De laatste was huishoudster van de 81-jarige H.A. Rothmeijer, die uit het raam sprong, met zijn hoofd op de stenen viel en gisteren in het Dijkzichtziekenhuis overleed.

De bewoner van de beletage, de heer Spruit, heeft zelf de brandweer gebeld, maar zag na dit telefoontje geen kans meer de woning te verlaten.

De brand was, vermoedelijk door kortsluiting, ontstaan in het souterain van het pand, waar een groothandel in uurwerken en elektrotechnische artikelen is gevestigd. Het vuur trok door het trappenhuis naar boven.

De brandweer slaagde er niet in tijdig de kamer met de ingeslotenen te bereiken. De bewoners van de hogere verdiepingen (grotendeels voor het vuur gespaard) konden zich, deels via het dak, in veiligheid stellen.

Een autospuit botste bij de Lage Erfbrug tegen een tram van lijn 17 en bereikte de brand niet. Deze botsing had overigens geen nadelige invloed op het blussingswerk.

Inmiddels had de brandweer – die overstroomd werd door brandmeldingen – vrijwel meteen middenalarm gemaakt.

 

  

 

Vier bejaarden bij brand omgekomen

 

(vervolg van de voorpagina)

 

Twee bluseenheden, een gereedschapswagen, een ladderwagen en een zware Ahrens-Fox-autospuit werden naar het Heemraadsplein gedirigeerd. De autospuit bereikte de brand niet: bij de Lage Erfbrug botste de wagen tegen een tram van lijn 17. Er was vrij veel materiële schade, maar er werd niemand bij de botsing gewond.

 

Ter vervanging van de autospuit die van de post Westzeedijk kwam, werden toen spuiten van de Zaagmolenkade en van het Kleinpolderplein gestuurd.

 

Zeven stralen

 

De botsing had geen invloed op het blussingswerk. Met zeven stralen (waarvan drie nevelstralen) poogde de brandweer – eerst onder leiding van brandmeester H.J. Stoopman en toen onder aanvoering van brandmeester  N. v.d. Spek – zich een weg naar de kamer met de drie ingesloten mensen te banen. Aangenomen moet worden dat zij toen al door verstikking waren gestorven.

 

De bewoners van de hoger gelegen verdiepingen van het pand hadden zich toen al in veiligheid kunnen stellen. Enkelen konden niet meer naar beneden; ze moesten over het dak klimmen.

 

Bedwelmd

 

Op de bovenverdiepingen woonden de familie Nijhof en enkele kamerhuurders. Eén van hen, de 67-jarige H. Wittebol, een doofstomme man, was door de rook bedwelmd. De brandweer hielp hem naar buiten, waarna hij naar een ziekenhuis werd gebracht. Daar was hij spoedig opgeknapt.

Ook een brandweerman, de 33-jarige D. van Willigen uit de Messchertstraat, kreeg last van de rook. Hij werd ter plaatste behandeld.

De brandweer had het vuur vrij snel gedoofd. De drie doden konden toen worden geborgen.

 

Het vuur had de voorzijde van het souterain en de beletage geheel verwoest, en de voorzijde van de eerste verdieping gedeeltelijk. Het totale schadebedrag wordt geraamd op honderdduizend gulden.

Het pas drie dagen getrouwde echtpaar Elfrig, dat op de bovenste verdieping woonde, kreeg slechts lichte schade aan zijn eigendommen.

 

Kortsluiting?

 

Een recherche-onderzoek naar de oorzaak van de brand had vanmorgen  nog niet voldoende aanwijzingen opgeleverd. Gedacht wordt in de richting van kortsluiting in de elektrische leidingen van het souterain. Dit is de afgelopen zomer bij zware regenval overstroomd en wellicht hebben de leidingen daarvan geleden.

Van de brandweer waren aanwezig: 322, G6, 321, L4, A8 en A4.

 

Tekst: Het Vrije Volk, 27-12-1962

Foto’s: Persbureau ANEFO, 24-12-1962, Beeldbank nationaal archief

 

 

VUUR VERRASTE BRIDGE-SPELERS

Vier bejaarden omgekomen bij brand te Rotterdam

 

Radeloos liet 81 -jarige man zich uit raam op straat neervallen

 

(Van onze Rotterdamse correspondent)

 

Aan de vooravond van Kerstmis zijn op een bel-etage aan het Heemraadsplein te Rotterdam vier bejaarde mensen, die zaten te bridgen, overvallen door een felle brand en gedood. De vlammen, die uit het souterrain, waar de showroom van een elektrotechnisch bedrijf was gevestigd, zowel door de vloer als langs de gevel naar de bel-etage raasden, barricadeerden de enige uitweg voor de bewoners en hun twee gasten. De bewoner, de 81-jarige A. Spruit, heeft nog zelf de brandweer gealarmeerd via de telefoon, die in een kamer aan de voorzijde van de woning stond.

 

Dichte rook sneed direct de adem af

Een dichte rook sneed de in de kamer aanwezigen de adem af. De heer Spruit, zijn 85-jarige echtgenote, H. M. Spruit-Rademaker, en de 61-jarige huishoudster J. M. G. Broeze, wonende te Hillegersberg, moeten vrij snel bedwelmd zijn geweest. Nadat de brand was geblust vond men hun verkoolde lichamen op de vloer. De 81-jarige H. A. Rothmeijer uit Hillegersberg, bij wie mej. Broeze huishoudster was, wist het raam te bereiken. Dwars door vlammen en rook liet hij zich op de straat vallen, waar hij zwaargewond werd aangetroffen. Hij werd in zorgwekkende toestand, o.a. met een schedelbasisfractuur, naar een ziekenhuis gebracht, waar hij later overleed. De 67-jarige doofstomme heer H. Wittepoei, die zich op de eerste verdieping bevond, kon nog langs de trap naar beneden worden gebracht. Hij had een rookvergiftiging opgelopen, waartoe hij in het ziekenhuis werd behandeld. Een jong echtpaar, dat op de tweede etage kamers had gehuurd. heeft zich met kennissen, die op visite waren, langs het dak in veiligheid weten te stellen. Bij de blussing werd de brandwacht D. van Willigenburg onwel door rook. Ook hij werd in het ziekenhuis behandeld.

 

Brandspuit botste

Op de Lage Erf-brug is een brandspuit, die op weg was naar het Heemraadsplein, met grote kracht tegen een motorwagen van tramlijn 17 gebotst. Zowel tram sis brandweerauto werd zwaar beschadigd. Ernstige persoonlijke omgelukken hebben zich daarbij niet voorgedaan. De spuit kan voorlopig niet meer worden gebruikt. Volgens het rapport van de brandweer was het op de 24ste december om 20.18 uur, dat een bijna niet verstaanbare stem door de telefoon zei, dat er brand in zijn huis was. Tegelijkertijd kwamen meer meldingen binnen over brand in een pand aan het Heemraadsplein, vlakbij de Nieuwe Binnenweg. Terwijl de brandweerwagens naar het opgegeven adres ijlden, waren de drie mensen, die op zo'n jammerlijke wijze in vuur en rook zijn omgekomen, waarschijnlijk reeds bedwelmd.

 

Vlammen loeiden

Een jongen, die in de nabijheid van het pand liep, zag vlammen en plotseling viel vlak voor hem de heer Rothmeijer op het trottoir. Ziekenauto's, politie-auto's en politie te paard werden naar het Heemraadsplein gedirigeerd, toen bleek dat er mensenlevens in gevaar waren. De hoofdbrandmeester Nic. van der Spek, die de leiding over de brandweerlieden had, concentreerde dan ook in eerste instantie alle aandacht op de redding. In allerijl werd de man, die op het trottoir voor het brandende pand lag, weggehaald. De meterslange vlammen schoten loeiend over hem heen.

 

Op het dak

Terwijl zich dit op straat afspeelde, stonden op het dak van het pand enkele mensen in de snijdende vrieskou. Met de hulp van buren zijn zij naar beneden gebracht. Het was het jonge echtpaar, dat op de tweede verdieping kamers had gehuurd van de bejaarde mevrouw en meneer Nijhof, die op de eerste, tweede en zolderverdieping tal van onderhuurders hebben. Bij het jonge echtpaar bevonden zich enkele kennissen. Op het moment, dat de brand uitbrak, bevonden de heer en mevrouw Nijhof zich elders in de stad.

 

Water bevroor

Het bluswater, dat op straat liep en direct bevroor, maakte, dat de brand-

weerlieden zich niet gemakkelijk konden bewegen. Het souterrain en de bel-etage zijn aan de voorzijde uitgebrand. Ook de eerste verdieping liep brand- en waterschade op. De oorzaak van de brand was nog niet bekend. In verband met gevaar van instorting is op last van de politie het gehele pand ontruimd, waardoor de vele bewoners elders onderdak moesten zoeken. De materiële schade wordt op een ton geschat.

 

Nieuwsblad van het Noorden, 27-12-1962