Grote mensen houden niet van jongens die kastanjes knuppelen

 

KASTANJES KNUPPELEN noemden wij dat vroeger. Een flink stuk hout was overal te vinden en dan ging het er om wie de meeste groene en stekelige vruchten naar beneden wist te halen. Soms lukte het, vaak gingen wij mismoedig naar huis met een paar kastanjes in onze broekzakken. De volgende dag waren wij weer op pad, net zo lang tot er geen kastanje meer te vinden was.

 

Er is veel gebeurd in de wereld sinds die dagen. Een oorlog kwam en ging, de kastanjes bleven. Nog altijd lopen er in de zomer kleine jongens rond de kastanjebomen, al smijten zij nu wel eens met stukken ijzer. Dat is de vooruitgang, die ook bij het kastanjemeppen merkbaar is.... Maar hout of ijzer, het spel is gelijk gebleven en nog altijd dien je op je hoede te zijn.

Neem nu gistermiddag op het Heemraadsplein. Natuurlijk, de kastanjes waren nog klein en onooglijk, maar ze waren er dan toch. Een stuk ijzer ontbrak ook al niet. En toen knuppelen, jongens. Het ging allemaal best, totdat die oude meneer roet in het eten dreigde te gooien. Hij wandelde daar wat rond en keek af en toe eens angstig naar boven. Hij hief zelfs zijn hand

op om het gegooi te laten ophouden.... En toen geloof ons, het was niet de bedoeling dat er t—ch een stuk hout op de hoed, van die meneer terechtkwam. Hoe het gebeurde weet niemand precies meer, alleen zagen we op een gegeven ogenblik de meneer gebukt over zijn hoed staan. Met een zakdoek werd het stof er af gewreven.

Een paar jongens liepen weg, maar het gros bleef. Wie gooit moet de bal verwachten en het gebeurde ten slotte niet expres. Die meneer deed een beetje boos, maar . zijn vriendelijke ogen glinsterden achter zijn brilleglazen en zijn woorden klonken vermanend en niet woedend. En ja, het is ook wel een beetje gevaarlijk om in zon park met stukken ijzer te gaan gooien. Enfin, morgen zullen we wel weer eens zien. Want de kastanjes blijven lokken....

 

Het Vrije Volk, 6-7-1951