In de nacht van zaterdag 11 op zondag 12 mei - eerste
Pinksterdag - worden de bewoners van dit stadsdeel rond 12 uur opgeschrikt door
een geweldige klap. Een vliegtuig heeft bommen afgeworpen boven de
Heemraadssingel. Er breekt brand uit die echter in korte tijd kan worden
geblust.
De
huizen Heemraadssingel 254, 256 en 275 zijn geheel verwoest, evenals de panden
Schietbaanlaan 91, 116 en 118. Andere panden aan Schietbaanlaan en
Schonebergerweg zijn gedeeltelijk vernield. Er zijn veertig doden, de meesten
in hun slaap verrast. F.J. van Zonneveld:
De gehele nacht zijn groepen
van de luchtbescherming in de weer, bijgestaan door militairen en burgers.
Tegen de ochtend zijn veertig doden geborgen en is een groot aantal gewonden
naar diverse ziekenhuizen afgevoerd. Enkele R.E.T. bussen, daags tevoren
voorzien van een rood kruis op het dak, nemen deel aan het gewondenvervoer.
Maar tevens brengen zij slachtoffers, sommige met enige inderhaast uit het puin
geredde schamele bezittingen, naar familie of vrienden. Tientallen geredden in
deze rampnacht vinden onderdak in de remise op de Nieuwe Binnenweg, waar de
hulpverleners zich inzetten om het leed en de ontzetting op enige wijze te
verzachten.
Enkele van de overlevenden
hebben, in een fractie van tijd, alles verloren! Hun dierbaren en hun
bezittingen.
In het dienstlokaal van de
remise Delfshaven wordt brood klaargemaakt en melk geschonken. De meesten die
het noodlottige bombardement van vannacht hebben mogen overleven, zijn
inmiddels naar elders vervoerd. Enkelen moeten nog even geduld hebben en
trachten, nog vervuld van de emoties, een boterham weg te krijgen. Ook de
bewoners van dichtbij gelegen panden, waar bijna alle ruiten zijn gesprongen,
hebben hier even een dak boven hun hoofd gevonden. Hulpverleningsploegen, maar
ook conducteurs en bestuurders, zijn onvermoeibaar in de weer geweest (...).
Inmiddels is duidelijk geworden, dat in de remisehal, die slechts voorzien is
van een golfplaten dakbedekking, de enkele schuilplaats onvoldoende is om aan
een groter aantal personen enige bescherming te bieden. Bij het luchtalarm
vluchten ook vele omwonenden de remise in. Een simpel idee brengt echter
voorlopig uitkomst. Door de tramwagens zodanig op te stellen, dat de toegangen
naar alle werkputten bereikbaar zijn, kunnen grotere groepen personen enige
dekking vinden onder de tramrijtuigen.
De
geruïneerde woningen, de eersten buiten het eigenlijke oorlogsgebied, maakten
op de inwoners van Rotterdam West veel indruk. Naar de achtergrond van de
luchtaanval kan slechts worden gegist. Buurtgenoten dachten destijds dat
scholen waarin Nederlandse militairen gelegerd waren het doelwit van deze
Duitse aanval vormden. Dit waren in deze omgeving de enige objecten met
militaire betekenis. Toch is deze verklaring niet erg plausibel.
F.J.
van Zonneveld oppert de mogelijkheid dat de piloot de Coolhaven heeft aangezien
voor de Schiehaven en dat de Marinierskazere en omgeving het doelwit vormden.
Maar was het eigenlijk wel een Duitse aanval? K. Mallan stelt dat gedurende de
vijf oorlogsdagen door de Luftwaffe boven Nederland in het geheel geen
nachtelijke aanvallen zijn uitgevoerd. Bij de Britse RAF lag dat anders. Op 10
mei verloor de RAF bij de eerste aanval op Duitse troepen bij het vliegveld
Waalhaven 5 van de 6 ingezette toestellen. Vanaf dat moment zijn door de RAF in
deze omgeving alleen nog nachtaanvallen uitgevoerd. In de nacht van 10 op 11
mei werden daarbij bijvoorbeeld per ongeluk panden tussen de Blaak en de
Wijnhaven getroffen, welke aanval jarenlang ten onrechte aan de Duitsers is
toegeschreven. Het is niet onwaarschijnlijk dat dit ook geld voor de aanval die
een nacht later in de omgeving van de Heemraadssingel plaatsvond.
Bronnen:
Gemeentelijke Technische
Dienst, afdeling IV, Woningtoezicht juni 1940, 'Opgave van woningnummers en
aantal verwoeste woningen' (Gemeente-archief Rotterdam).
H. de Goede, brief van
18-5-1944, GAR verzameling WOII, inventarisnr. 1429
Rotterdam 1940-1945; Tram
en autobusdienst tijdens de bezettingsjaren, F.J. van Zonneveld Rotterdam 1995
p. 55 en 56
Mallan, K. Als de dag van
gisteren; Rotterdam 10-14 mei 1940, Weesp 1985, p. 157