PER
TAXI OP HET DIEVENPAD?
De
27-jarige schilder, metselaar en rookverdrijver F.J.V. heeft tot taak een
leegstaand pand aan den Heemraadsingel te Rotterdam op te knappen. In verband
hiermee is hij in het bezit van de sleutel van de straatdeur. Zaterdagavond
laat toen hij in zijn werkpakje in de binnenstad liep kreeg hij een inval. Hij
riep een taxi aan en liet zich naar het pand rijden. Bij aankomst vroeg hij de
chauffeur even te wachten. Hij haalde den sleutel voor de dag. Opende de
straatdeur en verdween in het huis. Toen de chauffeur geruime tijd gewacht had,
besloot hij eens te bellen. Maar op zijn herhaald gebel verscheen niemand. De
chauffeur, denkend dat hij erin gelopen was, begon groot misbaar te maken,
waarop tal van belangstellenden voor het huis te hoop liepen. Eindelijk
ontdekte men V. die rustig op het dak zat. De politie werd gewaarschuwd en deze
haalde de man naar beneden.
Op
het politiebureau verklaarde V. dat hij dronken was en niet wist wat hij gedaan
had, noch waarop hij op het dak was gaan zitten. De politie geloofde evenwel
niets van deze dronkenschap. Aangezien tal van huizen in deze omgeving in deze
vacantietijd tijdelijk onbewoond zijn, is het niet onmogelijk, dat V. aan een
van deze huizen een bezoek heeft willen brengen. Het onderzoek wordt
voortgezet.
V.
is opgesloten.
Het
Vaderland, 24 augustus 1926