Spijkers op laag water ROTTERDAMSCHE
PRIKKEL-IDYLLEN. XXIII. Hevig avontuur met den Nieuwen Tijd.
Zij waren met eere oud
geworden. Netjes waren zo altijd geweest, netjes en fetsoendelijk.
Maar dat ze oud geworden waren, dat beseften ze niet. Hetgeen verklaarbaar, ja
zelfs alleszins begrijpelijk wordt als we verklappen dat we hier te doen hebben
met twee alleenwonende — of liever samenwonende — dames van
middelbaren leeftijd. Haar gemeenschappelijk heiligdom was gelegen, waar de
Heemraadsingel ophoudt deftig te zijn, afzwenkend naar complexen moderne karbonade-woningen. De twee dames woonden daar, omdat ze
dit als een noodzakelijke maar lastige verplichting aan haar stand voelden.
Immers, deze moderne huizenblokken hebben
gemeenschappelijke entrŽe's tot wel 'n stuk of zes
woningen en dames die samen-alleen zijn en naar den
middelbaren leeftijd zijn ontvoerd, hebben een moreele
afschuw van alles wat naar het begrip ,gemeenschap" zweemt Op 'n Paaschavond was het niettemin laat geworden. Het liep naar
middernacht toen de dames samen-alleen voor de deur
aanlandden,
die toegang zou verleenen tot
een andere deur, die dan eindelijk de dames zou vergunnen haar eigen dierbare,
door geen mannelijk wezen ontwijde heiligdom binnen te stevenen.
Doch hier wordt het Noodlot grillig als een dame van
middelbaren leeftijd. Een der appartementen van boven aangeduide
gemeenschapsvilla werd bestreken door een socialist van weliswaar innemende
manieren, doch niettemin behept met alle kwade neigingen en harsttochten, die
nu eenmaal een noodzakelijk gevolg zijn van het Marxisme. Daarom had bedoelde
socialist een congresafgevaardigde bij zich in de kost genomen en deze laatste
had het noodig geoordeeld zijn diepere beginselen eenigzins opvallend in uiterlijk en kleeding
te demonstreeren. Tenslotte zij vermeld dat het
individu des nachts om twaalf uur opdook voor de deur, waardoor de twee fetsoendel•jke dames samen-alleen
wilden binnengaan. Uiterlijk beperkte de ramp zich tot het zŽŽr
hard dichtslaan van een deur. Doch de huiveringwekkende gruwelen die er in twee
gemoederen moeten hebben gespookt, laten zich alleen vermoeden.... geenszins
omschrijven. Ook werd er gelachen, maar dat konden de dames niet.
Voorts is het ondoenlijk, haar verbazing te schetsen toen
ze, nog rillend maar gelukkig veilig in de hall, de buitendeur hoorden
openmaken en den roover zagen doen of hij thuis
was....
We verzekeren onzen lezers plechtig dat er nachten zijn,
waarin geschokte menschenkinderen zich slapeloos,
omwoelen op haar legersteden. De congres-afgevaardigde
deelde ons evenwel mee, dat hij goed gemaft had en niet door visioenen was
gekweld. Hij heeft dus van zijn eigen indruk op deftige dames zelfs geen flauw
vermoeden gehad.
We spreiden den mantel der naastenliefde over deze
misverstanden en vertellen evenmin of de dames gaan verhuizen.
Maar er blijft — ook in 't hartje van een
wereldstad — nog wel altijd een stukje Aarlanderveen
zitten waaraan de Nieuwe Tijd zich niet straffeloos in zijn kenmerkende en dus
vreesaanjagende vormen toont. Mr. P.