Een dag later verwoord Heijkoop dit gesprek in een socialistische
vergadering als volgt: ‘We hebben een onderhoud gehad met Paul Nijgh, het bleek
ons dat hij en de klasse die hij vertegenwoordigt, vreest dat hier ook wat zou
gebeuren en dat de bourgeoisie de hoop had, dat wij de leiding hadden, niet
zooals in Rusland; de bourgeosie is genegen tot buitengewone concessies; is dat
zoo, dan moeten wij het nu doen. Nijgh
zou Dinsdagavond de Transportkapitalisten bij elkaar roepen en daar
verschillende concessies voorstellen.’