'Zo’n vrouw zal echt niet voor een half uurtje later op de Keileweg afspreken'


Een bijeenkomst op 11 mei heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het besluit om eens een goed overzicht te maken van de logementen, sociale pensions, en dergelijke in de stad. Daaraan werd deelgenomen door onder meer burgemeester Peper van Rotterdam, voorzitter Harreman van de deelgemeente Delfshaven en de stichting Boulevard. Aanwezig was ook W. Bekenkamp, die - uitgeleend door de Wijk Ontwikkelings Maatschappij - voor de stichting Boulevard een witboek over het betrokken gebied had opgesteld.
Bekenkamp: ,,Bij de inventarisatie van wat er allemaal aan bijzondere panden is aan Mathenesserlaan, Heemraadssingel en Heemraadsplein is vastgesteld dat daar al een groot aantal logementen, opvangvoorzieningen en dergelijke bestond. Bovendien kwamen er in enkele maanden tijd nog een paar panden bij of dreigde dat te gebeuren. Tijdens dat gesprek hebben we aangevoerd dat de verhoudingen in de wijk uit balans dreigden te raken en dat het tijd werd voor een normering op dat gebied. Peper ontving dat idee enthousiast en heeft gezegd: doe maar een voorzet.''
Die voorzet heeft Bekenkamp inmiddels gegeven als projectleider Boulevard. In zijn notitie stelt hij voor eerst over te gaan tot een inventarisatie van logementen, kamerverhuurbedrijven en sociale pensions, opvangvoorzieningen, begeleide kamerwoningprojecten en tijdelijke huisvestingsprojecten. Mede aan de hand van zo'n inventarisatie kunnen maximum-percentages voor dat soort panden in een wijk worden bepaald. Vervolgens kunnen ook toelatings- en afwijzingscriteria worden vastgesteld.
Veel van de panden die geschikt zijn voor 'anders' wonen zijn in handen van particulieren en bedrijven, aan wie niet zonder meer beleid kan worden opgelegd. Invloed valt wel uit te oefenen door gemeentelijke diensten of gesubsidieerde instellingen niet langer in staat te stellen panden te kopen of te huren om daar een buiten de normering vallende voorziening in te huisvesten. Dat ontmoedigingsbeleid kan zich ook uitstrekken tot voorzieningen die worden gefinancierd uit rijksmiddelen, zoals justitiële en geestelijke gezondheidsinstellingen.

Prostituees

Dat de tijd dringt voor zo'n normering is volgens de stichting Boulevard opnieuw duidelijk geworden nu Humanitas plannen heeft om aan de Mathenesserlaan een pand in te richten als wooncomplex voor tien tot twaalf verslaafde prostituees. Bekenkamp: ,,Je kunt voorspellen dat zo'n pand overlast zal opleveren. Je kunt dan wel veronderstellen dat die vrouwen alleen op de Keileweg hun werk zullen doen, maar zo gaat dat natuurlijk niet. Als zo'n vrouw op weg daar naartoe op het Heemraadsplein wordt aangesproken, zal ze echt niet voor een half uur later op de Keileweg afspreken. Het is overigens niet zo dat de Boulevard-bewoners ongenuanceerd 'nee' zeggen tegen alles. Maar dat wordt nu wel gedaan tegen de overkill en de ongewenste bij-effecten.''
Deelraadsvoorzitter Harreman verwacht dat het Humanitas-pand juist zal bijdragen aan het oplossen van de overlast die nu nog ontstaat doordat de vrouwen buiten de gedoogzone aan de Keileweg tippelen. Voor het overige deelt hij de mening dat de druk op de deelgemeente groot is: als je op een kaart rode vlaggetjes zou neerzetten bij iedere dag- en crisisopvang en iedere voorziening voor begeleid wonen en dergelijke, dan zou centrum-west er behoorlijk rood uitzien.
Harreman: ,,Er is nu een aanzet gegeven voor de discussie wat je in en met dit gebied wil. Je moet je afvragen wat we kunnen hebben aan woonvoorzieningen en of die niet meer moeten worden gespreid. We hebben nu in feite geen beleidsinstrumenten in handen. Als een instelling een woonvoorziening in zo'n groot pand wil beginnen hebben we geen enkele toetsingsmogelijkheid behalve het bestemmingsplan. Wanneer er een normering komt, kunnen we op een gegeven moment 'nee' zeggen tegen bepaalde woonvormen omdat we aan een maximum zitten.''
Om te komen tot een 'spreidingsbeleid' voor dit soort woonvoorzieningen moet je alternatieven in andere wijken kunnen bieden, zo geeft zowel Harreman als Bekenkamp aan. Harreman: ,,Bij het bouwen van nieuwe wijken kun je al rekening houding met dat spreidingsbeleid en panden neerzetten die geschikt zijn voor bijvoorbeeld groepsbewoning. Het zit er niet in dat de behoefte van bepaalde maatschappelijke groepen aan die woonvormen zal afnemen.''

‘Ontkantoren’

Bekenkamp: ,,Voor alternatieven in andere wijken hoef je niet alleen te kijken naar herenhuizen zoals je ze vindt aan de Mathenesserlaan en de Heemraadssingel. Je kunt ook gebouwen 'ontkantoren'. Door logistieke problemen en nieuwbouw aan de rand van de stad staan of komen in Rotterdam veel kantoren vrij. Maar je kunt voor speciale bewoning ook denken aan oude scholen en bedrijfsgebouwen.''
Van belang bij deze plannen is dat de gemeente de beschikking krijgt over beleidsinstrumenten. Daar zullen ook de deelgemeenten aan moeten meewerken. Bekenkamp suggereert in zijn voorzet verder een gedragscode voor voorzieningen en de direct omwonenden en middelen om de bepalingen daarin af te dwingen of te handhaven.
Bekenkamp: ,,We begrijpen dat allerlei instellingen behoefte hebben aan geschikte panden en dat die te vinden zijn aan Mathenesserlaan, Heemraadssingel en Heemraadsplein. Tegelijkertijd kan dat haaks staan op de pogingen het imago van wonen in stad te verbeteren en de middenklasse voor het centrum te behouden. Al die woonvoorzieningen hoeven op zich geen probleem te zijn, maar door de concentratie ervan dreigt de zaak uit balans te raken. Dat is het signaal dat de stichting Boulevard wil afgeven.''

 

RD, 15-6-1996