Carel Drukker
dienaar der muziek en heus tachtig
jaar!
(Van
ŽŽn onzer redacteuren)
EEN ZESJARIG
JONGETJE, dat achter de piano klautert en met zijn handjes over de toetsen een
melodietje zoekt.
Een
jongeman van twee en twintig, die naar de Schie stapt
om zijn eerste pianoles te gaan geven, ãop recommandatie". Een man van
vijf en dertig, die tussen twaalf piano's door wandelt ãals een
nachtwaker" om te controleren of zijn Muziekschooldiscipelen hun gamma's
goed spelen. Een z e v e n t i g j a r i g e, die met zijn vrouw zit
ondergedoken op een zolder aan de Nieuwe Binnenweg, muziektheorie studeert en
tersluiks bij de radio luistert naar de Matthaus-Passion.
Een a c h t e n z e v e n t i g j a r i g e, die ere-lid
wordt van de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars-Vereniging.
Een ãzeer
sterke", die op Maandag 18 Augustus 1952 in zijn woning aan de
Heemraadssingel meer dan honderd gasten ontvangt, ter gelegenheid van zijn
tachtigste verjaardag. En die na een dag van feest weer aan het werk tijgt,
lessen hier, lessen daar, van 's morgens tot 's avonds, onveranderlijk ijverig,
onveranderlijk blijmoedig.
CAREL
DRUKKER draagt een zilveren muzieksleutel in zijn das en hij moet wel gouden
muziek in zijn hart dragen. Hoe anders die trouw aan de muziek, tientallen en
tientallen jaren? Op de eerste Februari kon hij zijn diamanten leraarschap herdenken,
op 1 September is hij 35 jaar verbonden aan de Muziekschool van Toonkunst in
Rotterdam.
Van
een oud-leerling, de bekende pianist Iskar Aribo. ãBon, goed voor een huisconcert op nader te bepalen
datum", staat er en mevrouw Klaartje Drukker legt ons uit, dat er mooi
ruimte is voor zoÕn huisconcert. Bovendien levert een naburige firma gratis de Bechstein-vleugel!
ãIk
kwam op de Muziekschool, toen Hutschenruyter er net
directeur was geworden" vertelt hij. ãEerst was ik er zelf leerling
geweest, onder Sikemeijer, Egmond, Bernhard Dessau, Richard von Perger, de Verhey's. Hutschenruyter zei: Waarom komt u hier, u hebt het al zo
druk: En dat had ik, met privŽlessen. Maar als privŽ-leraar
sta je alleen, ik wilde omgang met collega's....
Een gulden per uur
Nee,
slecht ging het me niet. Ik kon een lesgeld van een gulden per uur bedingen, en
dat was vŽŽl. Sommigen deden het voor vijftig cent,
ja, voor een kwartje per uur. Goed, de Muziekschool dus. We hebben een poosje
boven het Soephuis gezeten, aan de Nieuwe Markt. Je rook de snert op de trap. Hutschenruyter heeft gelukkig gaandeweg 'n eind gemaakt aan
het systeem van een lokaal vol piano's, waar iedereen tegelijk zat te spelen.
Je kunt je voorstellen, dat lessen geven op die manier niet best ging. Ik ben
nog steeds op de Muziekschool. De tegenwoordige directeur, John Daniskas, is een oudleerling van
me. Ik geloof, dat ik zoveel oud-leerlingen heb, dat ze de Heemraadssingel hier
zouden versperren."
lemand van tachtig, iemand die zovelen
zo veel gaf aan begrip en liefde voor de muziek, heeft recht op zulke
hartelijkheid. Hij heeft natuurlijk ook recht op rust. Maar hij rust niet, deze
kleine, glimlachende figuur. Na de bittere oorlogsjaren kwamen de leerlingen
terug, de betrekking, het dienen van de muziek, begon opnieuw. Volgende maand
een nieuwe leerling De tijd gaat vlug, vliegensvlug. Heus, ik voel mij pas
zestig."
Lilly
van Spengen, musicienne, schreef bij de verjaardag,
verleden week: ãTachtig! Weet u het wel zeker?" Carel Drukker weet het
zeker en wij geloven hem op zijn woord.
Het
Vrije Volk, 28-08-1952