Centralen Bond van Transportarbeiders

 

De opening van het nieuwe gebouw van de bond

 

Het bestuur van den Centralen Bond van Transportarbeiders heeft gistermiddag ter opening van zijn nieuwe bestuurs- en administratiegebouw aan den Heemraadssingel 323 , aldaar een receptie gehouden en gelegenheid gegeven tot bezichtiging van het huis. Dit pand is het vroegere woonhuis van den heer Paul Nijgh, die indertijd voor de werkgevers in het havenbedrijf menige onderhandeling met den bond gevoerd heeft. Het is een ruime behuizing, die grootendeels intact is gelaten., en waarin de administratieve onderdelen van de bond thans royaal zijn gehuisvest. Ook tot uitbreiding beidt het pand, dat een grooten tuin heeft, nog voldoende gelegenheid. Aan de kamer voor vergaderingen van het bestuur is wat meer aandacht besteed. Zij had een schouw en een betimmering, en heeft er een passend ameublement, een geschilderde fries en een paneel waarop een lastdrager is voorgesteld, bijgekregen. Maken het groote pand en deze kamer allerminst een proletarische indruk, de meubilering  van de kanbtoorlokaliteiten is overigens sober en eenvoudig. Tal van geschenken van personen en organisaties sieren de wanden of hebben hier en daar een plaats gevonden.

Onder hen, die van hun belangstelling blijk kwamen gegeve, behoorden behalve de vertegenwoordigers van bevriende organisaties, de heeren Heijkoop, wethouder voor de sociale belangen, namens het gemeentebestuur; Paul Nijgh; ir. Plate en de heer van Wageningen, voorzitter en secretaris van de Scheepvaartvereniging Zuid; de Jong, secretaris van de scheepvaartvereniging Noord; Stakenburg, secretaris van den Bond van werkgevers in de koopvaardij; de dames mrs. Koderitsch. Ook de leider van de S.D.A.P., ir. Albarda, was aanwezig.

Tal van bloemstukken legden mede getuigenis af van de belangstelling in dit gebeuren.

De voorzitter van den bond, de heer J. Brautigam, heette allen hartelijk welkom. Het doet het bestuur buitengewoon veel genoegen, zoo zeide hij, dat ook het gemeentebestuur onze uitnodiging heeft willen aanvaarden. Het geeft daarmede blijkt, dat het de ontwikkeling der arbeidersbeweging volgt en haar beschouwd als een verschijnsel van groote betekenis. Wij verheugen ons er ook in, dat de werkgeversorganisaties hier vertegenwoordigd zijn. Wij hebben gemeend, hen te moeten uitnodigen, trots de scherpe tegenstelling, de tegenwerking en het misverstand die er dikwijls zijn.Wij moeten elkaar niettemin kunnen ontmoeten. Dat is noodzakelijk voor een goede regeling in het bedrijf, en de verhoudingen behoeven niet scherper te worden gemaakt, dan zij uiteraard door de maatschappelijke verschijnselen zijn. Wederzijdse waardering moet er zijn. Groot genoegen doet het ons, dat de vroegere eigenaar van dit huis aanwezig is., dien wij als leider gekend hebben; wij bewaren een goede herinnering aan dien tijd. Voorts verheugt het ons, den man hier te zien die 25 jaar geleden de aangewezen leider in het bedrijf is geweest, Wesels, die daaraan jarenlang leiding heeft gegeven.

De organisatie, die dit huis vandaag opent, is nog jong. 1 januari a.s. zal het 10 jaar gelden zijn, dat zij werd opgericht. Spr. Herinnerde aan hetgeen daaraan vooraf is gegaan. En wees erop, dat het ledental 22.000 nadert.

Hij bracht verder in herinnering, dat de bond van de Pelikaanstraat verhuisde naar de ’s-Gravndijkwal, dat op het pand daar een verdieping gezet werd, maar dat gebrek aan de noodige ruimte toch noopte tot verhuizen. Toen het bestuur het pand aan den Heemraadsingel kocht, heeft het even het gevoel gehad, of het een te groote stap deed, of dit huis te voornaam en te ruim was. Het heeft echter tevens gedacht aan de groote toekomst welke de bond heeft, en het moest op uitbreidingsmogelijkheden bedacht zijn.

Twintig jaar geleden vestigde de toenmalige bond zich in een klein kantoortje op Katendrecht. Voorzitter en secretaris droegen de schrijftafel van de Nieuwe Haven naar de Rijnhaven, om twee kwartjes voor de organisatie uit te sparen. Thans heeft de bond eigenpanden te Rotterdam, Sliedrecht, Dordrecht en Vlaardingen., en volgende week zal hij te Amsterdam een pand kopen.

Wat de inrichting van dit pand betreft,  wij hebben darabij de soberheid betracht. Er gaat over dit huis een legende door Rotterdam. Zij die haar helpen verbreiden, wijzen wij er op, dat er bij de groote taak welke de arbeidersbeweging vervullen moet, ruimte en orde en getuigenis van smaak moet zijn. Deze dingen zullen de arbeiders moeten leren.

Voor de bloemen en de vele geschenken wilde spr. Nu reeds met een enkel woord dankzeggen.

De heer Heijooop zeide dat het gemeentebestuur hem de vereerende taak had opgedragen, den bond met het betrekken van zijn nieuwe woning geluk te wensen. Hij gevoelde zich daarmee zeer vereerd. Spr. Herinnerde eraan, dat hij indertijd een congres van den bond had bijgewoond, waar hij moest mededeelen dat het gemeentebestuur hem nog niet had afgevaardigd. Nu stond hij in alle nederigheid hier, maar toch met een zekeren proletarische trots, omdat hij het bestuur namens het gemeentebestuur hier welkom mocht heeten.

Wij hebben, Zoo zeide hij verder, vaak vijandig gestaan tegenover de machten die staat en stad regeerden. Wij halen die macht thans naar ons toe en nemen zelf plaats in de besturen.

Het gemeentebestuur wenscht u geluk met het betrekken van dit huis. . Het bedoelt daarmee, dat het met waardering ziet, hoe het meest ruwe deel der arbeiders in uw organisatie geworden is tot een zoo groote culturele macht als de Tranbsportarbeidersbond is, die hun met ontzettende moeite tegen de machten van het scheepvaartkapitaal, de domheid en dwingelandij is, den weg gewezen heeft tot den bewuste, soliede machtsvorming.

Het gemeentebestuur is er trots op, dat deze organisatie haar zetel hier blijft houden. Dit verheugd burgemeester en wethouders ook, omdat zij uitnemende krachten levert aan het stadsbestuur en in andere functies. Menschen als Brautigam, Mol, Kievit, hebben uitstekend hun taak waargenomen

Dat de organisatie in staat is geweest, uit eigen kapitaal dit pand te koopen, verheugd het gemeentebestuur mede. Namens B. en W. feliciteerde spr. Het bestuur daarmeede van harte. Hij sprak de hoop uit, dat het bestuur van dit huis nog veel goeds voor den bond en zijn leden tot stand zal kunnen brengen.

Voorts zeide de heer Heijkoop als oud-voorzitter van den bond, dat alles in dit huis eerste klas is. Verschuilt u niet achter valsche bescheidenheid; het is mooi en het komt u toe. De demagogen die daarop wat aan te merken hebben, zullen tot het besef moeten komen, dat niets goed genoeg is voor den arbeider. Ik kan allen leden van uw vakbond vandaag nog niet zoo’n huis geven, maar ik hoop dat toch te beleven.

Spr. Riep herinneringen wakker an den eerste tijden van den bond en sprak ten slotte de hoop uit, dat de Transportarbeiderbond een periode tegemoet zal gaan van nog grooteren bloei en nog grootere machtsvorming.

Vervolgens hebben, de meesten onder aanbieding van geschenken, het woord gevoerd de heeren:

Nathans vor de Internationale Trabnsportarbeiders Fedratie;

Van der Walle namens het Nederlandsch Verbond van Vakverenigingen

Mej. Groeneweg voor het partijbestuur van de S.D.A.P.;

Moltmaker uit naam van de Nederlandsche Vereniging van spoor- en tramwegpersoneel, die zeide, dat de tegenstanders de tanden op deze veste zullen stukbijten;

Teenstra namens de Bond der technici der koopvaardij;

Lührs voor de Rotterdamse Bestuurderbond;

De Zeeuw als voorzitter van de Federatie Rotterdam der S.D.A.P.;

Stakenburg voor de bond der werkgevers in de koopvaardij;

Van Wageningen voor de Scheepvaartvereniging Zuid;

De Jong voor de Scheepvaartvereniging Noord;

C. Mahlman uit naam van den Belgische Tranbsportarbeidersbond;

Brouwer, secretaris van de Vereniging van werkgevers in de binnenbeurtvaart;

J. ter Laan voor de raadsfractie der S.D.A.P. en de Nederlandsche Centralen Ambtenaarsbond. Hij sprak de hoop uit. Dat de arbeiders binnen afzienbare tijd het groote en schoone gebouw aan de Coolsingel kunnen betrekken;

Van der Veen, directeur-hoofdredacteur van de Voorwaarts;

Wessels, directeur van de havanarbeidreserve te Amsterdam, die den bond hulde bracht voor hetgeen hij voor de pensioenen der oude havenarbeiders heeft weten te bereiken;

Van der Meulen, van de afdeling Amsterdam van de bond, als afgevaardigde van een aantal oude havenarbeiders te Amsterdam, die hun dankbaarheid vertolkte, de dames Koderitsch hulde bracht op het tegenplateau wees dat deze oude havenarbeiders den bond geschonken hebben, en een album met hun namen overhandigde;

Stoomberg, voorzitter van de Vereniging van oude havenarbeiders te Amsterdam;

Zievernrink, secretaris van den bond, die den heer H. Brautigem, broeder van de voorzitter, namens het bestuur dank zegde voor al hetgeen hij ter decoratie enz. van het gebouw heeft gedaan.

De voorzitter dankte ten slotte allen, ook voor de vele geschenken. Hij wees er op, dat een oude Rotterdamse zeeman voor den bond een tafelkleedje heeft gemaakt. Hij deelde ook nog mede,dat gelijkvloers een soort museumzaal zal worden ingericht, waar de historie van den bond, de bedrijven en de propaganda zal worden vastgelegd.

 

Bron: NRC, 30 november 1926